Hedikhuizen, H. Cunera |
||
Cultusobject: | H. Cunera | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 12 juni; 28 oktober | |
Periode: | 1894 - ca. 1965 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Lambertus | |
Adres: | Oude Schoolstraat 22, 5256 TA Hedikhuizen | |
Gemeente: | Heusden | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: | Door de verwerving van een reliek en de stimulans die uitging van de aansluiting bij de Heeswijkse Cunerabroederschap, ontstond in Hedikhuizen een zelfstandige Cuneracultus die aan het einde van de 19e eeuw en gedurende de eerste decennia van de 20e eeuw het karakter van een regionale bedevaart had. | |
Auteur: | Paul van Geest | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Voor een kaartje, zie ⟶ Kaathoven. - Het kerkdorp Hedikhuizen ligt enkele kilometers ten noordwesten van 's-Hertogenbosch. De norbertijnen van de abdij van Berne genoten sinds 1285 het patronaatsrecht van de parochie. Na de verwoesting van hun abdij leidden de norbertijnen tot aan 1857 een 'verborgen leven' in hun parochies. Terwijl het moederhuis was gevestigd in Vilvoorde, bleven norbertijnse pastoors de parochies bedienen. In 1857 werd in Heeswijk een nieuwe abdij gebouwd, die de abdij van Berne wordt genoemd. - In 1846 werd in Hedikhuizen een waterstaatskerk gebouwd. Het gebouw werd in 1896 vergroot en op 19 september van dat jaar door bisschop Van de Ven van 's-Hertogenbosch geconsacreerd. - Een van de kapellen van de kerk werd gewijd aan Cunera. Hierin werd een gebrandschilderd raam aangebracht met een voorstelling van de heilige, vervaardigd door de firma Van Bokhoven en Jonkers te 's-Hertogenbosch. - De kerk werd in 1944 verwoest. De noodkerk werd tijdelijk in de pastorie gehuisvest totdat in 1962 de nieuwe Lambertuskerk naar een ontwerp van H. Baaijens gereed was. |
|
Cultusobject |
- Zie voor St. Cunera ⟶ Berlicum. - De parochie verwierf in 1892 een kleine Cunerareliek, mogelijk uit of via de abdij te Heeswijk. De reliek is gevat in een ronde zilveren theca met de tekst 'S. Cunera V.M.' De theca past in een met bloemmotieven versierde zilveren reliekhouder (Ø 8,5 cm) uit 1892 die werd gebruikt werd bij de reliekverering. |
|
Verering |
- In 1892 wist de pastoor van Hedikhuizen, de norbertijn H.J. Kocken, een reliek van Cunera te verwerven, waarschijnlijk via zijn ordegenoten. Twee jaar later sloot de pastoor zich met zijn parochianen aan bij de Cunerabroederschap die zojuist in ⟶ Heeswijk was opgericht (vgl. ⟶ Vorstenbosch). Kocken was zelf bij de voorbereiding van de oprichting betrokken geweest. Met de komst van Kockens opvolger, I. Meijs, bloeide de verering op en nam het karakter van een kleine regionale bedevaart aan. Tweemaal per jaar, op of omstreeks haar feestdagen op 12 juni en 28 oktober, werd Cunera in de kerk vereerd. Dan werd tijdens de mis de reliek vereerd en werden brood en water gewijd. - De Cuneradevotie is actief blijven bestaan totdat de laatste zelfstandige pastoor van de parochie, de norbertijn G. Gründemann, in 1961 overleed. Daarna is de verering spoedig verlopen. |
|
Materiële cultuur |
- Aan het begin van de 20e eeuw waren er noveenboekjes, devotieprentjes en medailles van Cunera bij de pastorie verkrijgbaar. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Hedikhuizen, parochiearchief St. Lambertus. 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochiedossier St. Lambertus. Literatuur: J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch etc., dl. 3.2 ('s-Hertogenbosch: J.F. Demelinne, 1843) p. 22-24, parochiegeschiedenis; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 4 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1873) p. 63-71; Marinus van den Bosch, 'Verering van de Heilige Cunera', in: Met gansen trou 20 (1970) p. 98-99; W.J.C.C. van den Hurk, Het verborgen leven van de Abdij van Berne in haar parochies (1797-1857) (Tilburg: Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1977) passim, over de parochie. Overige bronnen: Meertens Instituut BIN-dossier Hedikhuizen; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64b (1993) |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |