Helvoirt, H. Job |
||
Cultusobject: | H. Job | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 10 (+ octaaf) | |
Periode: | 18e eeuw (?) - ca 1926 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Nicolaas | |
Adres: | Kastanjelaan 14, 5268 CA Helvoirt | |
Gemeente: | Haaren | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: | Vermoedelijk stamt de bedevaart naar en de verering van de heilige man Job in Helvoirt uit de 18e eeuw. Hij werd en wordt er aangeroepen tegen zweren en puisten. In de 19e eeuw en in de eerste decennia van de 20e eeuw trokken talrijke bedevaartgangers vanuit de omgeving naar Helvoirt. Nadat de bedevaart in 1926 door de pastoor van Helvoirt was verboden, is de verering sterk teruggelopen en in de jaren zestig geheel verdwenen | |
Auteur: | Arnoud-Jan Bijsterveld | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De parochiekerk van Helvoirt is gewijd aan St. Nicolaas, die in 1540 voor het eerst als kerkpatroon wordt genoemd. Reeds in 1309 is in Helvoirt sprake van een boom waarin zich een 'imago beati Nicolai', een afbeelding van St. Nicolaas, bevindt. In de beneficieregisters van het aartsdiakenaat Kempenland tot 1566 wordt echter geen melding gemaakt van een aan Job gewijd altaar of beneficie te Helvoirt. - Na 1648 kwam de oude parochiekerk ter beschikking van de protestantse gemeente, hetgeen tot op heden zo is gebleven. Pastoor Wilhelmus Steijvers (1797-1872, pastoor 1836-1872) trof bij zijn benoeming in 1836 een schamele kapel met strodak als kerk van de katholieken aan. Hij en zijn parochiebestuur bouwden een nieuwe parochiekerk in waterstaatsstijl, die in 1840 in gebruik werd genomen. Pastoor Eduard Gabriël Blomjous (1850-1902, pastoor 1895-1902) en zijn broer, pastoor Constantinus Franciscus Blomjous (1847-1910, pastoor 1903-1910) bouwden de huidige parochiekerk van Helvoirt. Deze ligt aan de noordzijde van het dorp, niet ver van de spoorlijn 's-Hertogenbosch-Tilburg. Architect J.H.H. van Groenendael uit Vught ontwierp een driebeukige neogotische kruisbasiliek, waarvoor op 30 april 1901 de eerste steen werd gelegd. Kerk en toren kwamen gereed in 1903; op 5 oktober werd de kerk ingewijd door W. van de Ven, bisschop van 's-Hertogenbosch. Het interieur heeft nog de oorspronkelijke polychrome beschildering door J. Lommen (1914) en Emmanuel Perey (1916-1917). In 1974 werd de kerk op de monumentenlijst geplaatst; sindsdien is zij gerestaureerd. - De nieuwe parochiekerk werd van binnen beschilderd volgens een uitgewerkt iconografisch en symbolisch programma. Hierin was ook plaats voor de heilige man Job. In het noordertransept, waarin de schildering gewijd werd aan het heidendom, werd Job, als een van de heiligen 'die te midden der heidenen het licht der waarheid en der deugd' deed schijnen, afgebeeld 'in de zwieken van de arcaturen van het Lieve Vrouwe-koortje'. Deze schildering in de noordelijke dwarsbeuk was ook in 1996 nog aanwezig. |
|
Cultusobject |
- Zie over de H. Job ⟶ Enschot. - In de doopkapel bij de linker ingang van de parochiekerk staat het beeld van de lijdende man Job, vol zweren en puisten. Hij is voorgesteld zittend op een mesthoop met een scherf in de linkerhand en de rechterhand waarschuwend opgeheven, met duim en twee vingers omhoog. Het houten (volgens andere berichten gipsen) beeld is grijswit geschilderd en 1,25 meter hoog. Deze weergave van Job zou uit de 18e eeuw dateren. Het is dit beeld dat voorwerp was van een bijzondere verering. Eerder - dat wil zeggen voor de verplaatsing van de preekstoel naar het noordertransept, wellicht in de jaren 1970 of 1980 - stond het beeld nog opgesteld in de noordelijke dwarsbeuk. |
|
Verering |
- Coppens schreef in de jaren 1840 dat in de kerk te Helvoirt 'vanouds de H. profeet Job, ook door de katholijken der bijgelegene plaatsen, met grooten toeloop werd geëerd en aangeroepen'. Volgens Schutjes dateert de verering van de heilige man Job 'van onheugelijke tijden' en kwam men in zijn dagen (omstreeks 1870) van 10 tot en met 17 mei in groten getale vanuit de omgeving naar Helvoirt om de H. Job te vereren en een aflaat van 200 dagen te verdienen. Job werd er aangeroepen tegen zweren en puisten. - Volgens Van Iersel kwam 'nog omstreeks 1900 [...] op de eerste Zondag na 10 mei een flinke groep pelgrims in de vroege morgen uit de Langstraat en Am[m]erzoden te voet naar Helvoirt, ter ere van Sint Job. Zij woonden in Helvoirt de eerste H. Mis van zeven uur bij en gebruikten hun boterhammen in café van de Ven, tegenover de R.K. Kerk. De kastelein wist, dat voor die morgen zijn voorraad melk honderd liters moest zijn'. Onderweg zong men Marialiedjes, geen pelgrimsliedjes van St. Job. Voor de hoogmis keerde de stoet pelgrims weer huiswaarts. - Op het feest van St. Job stonden er, aldus Van Iersel, op de plaats waar in 1958 de kiosk stond, kramen zoals met de kermis gebruikelijk was. Daar werden dan moppen verloot. Viel 10 mei op een zondag, dan was het ook de volgende zondag (onder het octaaf) moppen loten. Viel in die week ook Hemelvaart, dan had men dat jaar driemaal de gelegenheid een kans te wagen. De moppen werden gebakken door de gebroeders Paymans of door bakker Van der Doelen. 'In het produkt werd door het publiek geen onderscheid gemaakt: als het maar moppen waren!' Ze waren per twee ons verpakt in spitse builen van grijsgrauw papier. De builen stonden naast elkaar opgestapeld op de kraam, zonder te zijn dichtgevouwen. Voor een lot of 'kaart' van twee cent of drie voor een stuiver kon worden meegeloot, hetgeen als een attractie werd ervaren. Niettemin was de kwaliteit van de bollen 'wel iets minder dan we tegenwoordig [= 1958] gewend zijn, maar ze waren toch te eten [...]'. Met het invoeren van de loterijwet werd dit gebruik afgeschaft 'en aan enkele minder gefortuneerde Helvoirtse mensen de kans ontnomen een paar centen extra en eerlijk bij te verdienen'. - De bedevaart werd in 1926 afgeschaft door pastoor Henricus Maria van Onzenoort (1861-1932), omdat zij zou zijn ontaard in een soort kermis met veel kabaal en weinig devotie. De laatste die de devotie nog onderhield, was kapelaan Vierboom. - In 1958 leidde 'de devotie tot St. Job een kwijnend bestaan'. Wel was toen nog jaarlijks gedurende het octaaf gewijd water (in de volksmond 'St. Jobswater' genoemd) verkrijgbaar. Ook stelden de nieuwe studenten van het college Sparrendaal zich toen jaarlijks tot taak op een van hun eerste wandelingen in de parochiekerk van Helvoirt naar de heilige man Job te gaan kijken. - In 1996 is, aldus de pastoor, de verering van Job geheel verdwenen. Volgens hem was de Jobdevotie een typische uiting van volksgeloof en 'is zij niet meer van deze tijd'. - In het naburige ⟶ Enschot is de Jobverering in 1996 nog wel levend. |
|
Materiële cultuur |
- In 1958 droeg het beeld van Job vier 19e-eeuwse ex-voto's. Hiervan waren er in 1996 nog drie aanwezig. Deze stonden toen op een bord bevestigd voor het beeld van Job in de doopkapel. De drie zilveren of verzilverde ex-voto's (twee grotere en een kleinere) zijn hartvormig; de grotere hebben een parelrand. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Helvoirt, parochiearchief St. Nicolaas. Tekstedities: G.A. Meijer, De Predikheeren te 's-Hertogenbosch 1296-1770. Eene bijdrage tot de geschiedenis van het Katholieke Noord-Brabant (Nijmegen: L.C.G. Malmberg, 1897) p. 250; H.P.H. Camps ed., Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. I De Meierij van 's-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert), 2 dln. ('s-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1979) p. 932-934, nr 778 dd. 24-5-1309; Jan van Laarhoven ed., Het Schetsenboek van Hendrik Verhees ('s-Hertogenbosch: Merlijn, 1975) p. 32-33. Literatuur: A.J. van der Aa, Aardijkskundig Woordenboek der Nederlanden, dl. 5 (Gorinchem: Noorduyn, 1844) p. 408-409; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch etc. 4 dln. ('s-Hertogenbosch: J. Demelinne, 1840-1844) dl. 3, p. 274; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 4 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1870-1876) p. 142-147; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 390-391; [Alphons van Dijk], De beschildering der St. Nicolaaskerk te Helvoirt beschouwd uit het oogpunt van aesthetiek en symboliek ('s-Hertogenbosch: C.N. Teulings' Koninklijke Drukkerijen, [ca. 1915]) p. 39; M.C. van Iersel, 'De Sint Job-verering in Helvoirt', in: Vlugschrift van de heemkundige studiekring 'De Kleine Meijerij' 11, nr 5 (maart 1958) p. 16-18; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische Verkenningen in de Kempen III. Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 34; H. Smulders, Achthonderd jaar Helvoirt in vogelvlucht. Een bijdrage tot de geschiedenis van Helvoirt (Helvoirt 1992) p. 22-23; Chris Kolman, Ben Olde Meierink & Ronald Stenvert, Monumenten in Nederland. Noord-Brabant (Zeist: Rijksdienst voor de monumentenzorg; Zwolle: Waanders, 1997) p. 195-196; Bart Minnen (red.), Den heyligen Sant al in Brabant. De Sint-Martinuskerk van Wezemaal en de cultus van Sint-Job, 1000-2000, dl. 1 (Averbode: Altiora, 2011) p. 213-214. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Helvoirt; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 33 (1967), 64a (1993). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |