Hooge Mierde, H. Cornelius

Cultusobject: H. Cornelius Open Street Maps
Datum: 16 september (+ octaaf); derde Paasdag; eerste zondag in mei
Periode: 1805 - ca. 1980
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk H. Johannes bij de Latijnse Poort
Adres: Torendreef 1, 5095 AW Hooge Mierde
Gemeente: Reusel-De Mierden
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting: In Hooge Mierde ontstond in 1805 een nieuwe bedevaart nadat de pastoor een reliek en een beeld van Cornelius had verworven. Na een bloeitijd in de 19e eeuw zette een neerwaartse tendens in als gevolg van de grenssluiting tijdens de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van Corneliusbedevaarten in Arendonk-Voorheide (B) en ⟶ Esbeek. Tegenwoordig is de bedevaart vrijwel geheel verdwenen; wel is in 1998 een nieuwe Corneliuskapel opgericht, zij het veeleer uit cultuurhistorisch dan uit devotioneel oogpunt.

Auteur: Gerard Rooijakkers
Illustraties:
Topografie ⟶ Hooge Mierde, Odrada.
- In 1800 kreeg pastoor Dominicus Peeters van de hervormde gemeente de oude parochiekerk terug, maar deze verkeerde in een zeer bouwvallige staat. Daarom bleef men de schuurkerk gebruiken die in 1758 met toestemming van de Staten was hersteld. Deze situatie bleef bestaan onder pastoor Cornelius Philips die de reliek van zijn naamgever Cornelius voor de parochie verwierf. Zijn opvolger Emmanuel Verstappen (frater Gerebernus, kanunnik van de norbertijner-abdij van Averbode, pastoor van Hooge Mierde van 1819 tot 1825) liet de kerk van Hooge Mierde in de jaren 1819-1820 nagenoeg herbouwen. Bij deze verbouwing verdwenen de laatste resten van de vroegere ⟶ Odradadevotie. In 1922 werd de oude kerk gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw, waarbij de middeleeuwse toren gehandhaafd bleef.
- Het bakstenen rechter zij-altaar in het koor van de kerk is toegewijd aan de H. Cornelius. Boven dit altaar is een modern glas-in-loodraam van Cornelius, voorgesteld als een zittende paus met hoorn in de hand, aangebracht (circa 1950) met de tekst 'H. Cornelius BVO'.
- Op zondag 20 september 1998 werd een nieuwe Corneliuskapel ingezegend op het gehucht Kuilenrode langs de weg ter hoogte van de Poppelsedijk. Deze kapel is opgericht op initiatief van de plaatselijke Heemkundekring, die de grond aankocht, en het parochiebestuur, waarbij de aannemer mede als sponsor optrad. Het betreft een fraai uitgevoerd bakstenen gebouwtje waarin een gipsen replica van het officiële cultusbeeld, dat zich in de parochiekerk bevindt, is geplaatst. Aan de rechterzijde bevindt zich een nieuw glas-in-loodraam met een voorstelling van de H. Cornelius.
Cultusobject

- De paus en martelaar Cornelius († 253) had tijdens zijn pontificaat te maken met verscheurdheid van de christelijke gemeenschap. In tegenstelling tot de tegenpaus Novatianus stond hij voor een milde boetepraktijk bij christenen die vanwege de vervolging tijdelijk van hun geloof waren gevallen. 
De verering van Cornelius (14 september; later 16 september), groeide in West-Europa gedurende de 7e tot in de 10e eeuw door middel van de verspreiding van diens relieken. Kornelimünster, nabij Aken, is vanwege de aanwezigheid van enkele belangrijke relieken (het grootste deel van het hoofd, rechterarm en drinkhoorn) thans nog een van de drukst bezochte bedevaartplaatsen in Duitsland. Cornelius is een van de vier heilige maarschalken (de overige drie zijn Quirinus, Antonius Abt en Hubertus). Hij is patroon van de boeren en het (hoorn-)vee. Iconografisch wordt Cornelius afgebeeld als paus met een hoorn in de hand. Met name in Noord-Brabant was Cornelius een populaire heilige die in de 19e en 20e eeuw in tal van plaatsen met behulp van relieken en broederschappen als nieuwe cultus is geïntroduceerd.
- De parochie beschikt over enkele botpartikels die zijn bevestigd op een textielen achtergrond in een ronde theca met kijkglas waarbij op een geornamenteerd papierknipsel is geschreven 'S. Cornelii Pap. M.' ('[reliek] van de H. Cornelius, paus en martelaar'). De theca is gevat in een ovale zilveren, barok uitgevoerde kusreliekhouder met handgreep (7,8 x 8,5 cm.; gemerkt 'JVG').
- De kerk bezit tevens een baroksculptuur (gebeitst lindehout, 18e eeuw, hoogte 80 cm) van St. Cornelius als paus met in zijn rechterhand een staf en links een hoorn in de hand. Gedurende het Corneliusfeest werd dit beeld uit de pastorie gehaald en op de plaats van het grote gipsen Corneliusbeeld, op het bakstenen rechter zij-altaar in het koor van de kerk, gezet. Anno 1998 staat op dit altaar een Mariabeeld en heeft het houten Corneliusbeeld rechts voorin de kerk een plaats, versierd met bloemen en voorzien van een kaarsenstandaard.
- het gepolychromeerde gipsen beeld van St. Cornelius als paus met tiara, staf en hoorn in zijn linkerhand (ca. 1890, hoogte 1,60 m) is thans opgesteld op een console tegen de achterste pilaar, links in het schip van de kerk.
 

Verering - Pastoor Cornelius Philips uit Hooge Mierde (aldaar pastoor van 1801 tot 1819) verkreeg in 1805 enkele relieken (stukjes bot) van de heilige paus Cornelius en kocht er tevens een houten beeld bij. Mede dankzij de volle aflaten die aan de relieken werden verbonden, kwam er een bedevaart op gang. Dit was geheel volgens het streven van de Hooge Mierdse pastoor, die zijn investering al snel beloond zag met een stroom van pelgrims uit de Kempen.
- Als een kind de groeistuipen had, legden plaatselijke gelovigen wat 'witgeld' (zilveren munten) buiten onder een dakpan of steen. Dit geld diende bij de eerstvolgende gelegenheid aan St. Cornelius te worden geofferd en mocht niet meer in huis komen.
- Jarenlang was Hooge Mierde het belangrijkste Corneliusbedevaartoord in de Nederlandse Kempen. Maar aan het einde van de 19e eeuw kwamen elders nieuwe St. Corneliusparochies, die ook de volksdevotie wilden stimuleren. Voorheide, net over de grens aan de weg van Reusel naar Arendonk (B), trok voortaan veel Belgen naar haar bedevaart ter ere van St. Cornelius, in het dialect beter bekend als 'Sinterkurnellis'. De grootste concurrentie ondervond Hooge Mierde echter van het nabijgelegen Esbeek, waar pastoor Jurgens in zijn in 1889 gestichte kerk een beeld van de H. Cornelius had laten plaatsen en ook enkele relieken (eveneens stukjes bot) met aflaten had weten te bemachtigen. In korte tijd trok de nieuwe vestiging van St. Cornelius in ⟶ Esbeek veel meer pelgrims dan Hooge Mierde.
- Een andere klap voor de devotie kwam in 1914. De grens werd afgesloten zodat de nog trouw gebleven bedevaartgangers uit België niet meer naar hun Corneliusbeeld in Hooge Mierde ter bedevaart konden komen.
- Bisschop A.F. Diepen van 's-Hertogenbosch heeft op 17 oktober 1936 de 'Broederschap van den H. Cornelius, paus en martelaar' opgericht als 'Patroon tegen stuipen, jicht, vallende ziekte, andere zenuwkwalen en bijzonder tegen kinderziekten'. Het kasboek van de broederschap is nog tot 1961 bijgehouden. Tot dat jaar werden er nog regelmatig missen in rekening gebracht voor gestorven leden. Daarna was er nauwelijks nog sprake van enige activiteit; anno 1998 is de broederschap ter ziele.
- De belangrijkste viering betreft het octaaf rond de feestdag van de heilige op 16 september. Tot circa 1978 werd Cornelius ook op de eerste zondag van mei vereerd, tot omstreeks 1900 vierde men ook derde Paasdag als een plaatselijk Corneliusfeest. In 1844 werd er naar verluidt tijdens de Corneliusdagen net zoveel in de schaal geofferd als gedurende de rest van het jaar.
- Rond de eeuwwisseling arriveerden de eerste pelgrims op de zaterdagavond van het octaaf van 16 september, met name degenen die van ver moesten komen, bijvoorbeeld uit Tilburg en Goirle. Zij sliepen dan bij familieleden of bevriende boeren. Op zondagochtend passeerden rond 6 uur de eerste Belgen de grens, onder meer afkomstig uit Arendonk en Ravels. Uit de omliggende dorpen, zoals Hoogeloon, Hulsel en Hapert, kwamen ook veel bezoekers met hun kinderen. In Hooge Mierde aangekomen, liepen de pelgrims via de Corneliusstraat over de Torendreef naar de kerk. Om 10 uur begon dan de mis met een kinderzegening en relikwieverering. Vaak moesten velen buiten blijven wachten aangezien de kerk vol was.
- Tijdens de hoogtijdagen stonden omstreeks 1920 aan weerskanten van de eikendreef voor de kerk altijd wat kraampjes waar men snoep, koek en fruit kon kopen.
- Men bad er de litanie van Cornelius; tevens kon men er gewijde medailles verkrijgen of meegebrachte medailles laten wijden. Populair was de handzegening van kinderen en de relikwieverering (kusmedaillon). Tot omstreeks 1970 was het met name tijdens het middaglof met kinderzegening 'loeidruk'. Meertens (1965) vermeldt het gebruik van de naam Kornelis als tweede of derde doopnaam in de regio.
- De bedevaart in Hooge Mierde werd onder meer bezocht door gelovigen uit Hoogeloon, Hulsel en Hapert (in laatstgenoemde gemeente ging men ook naar Esbeek). In tegenstelling tot Esbeek kende Hooge Mierde nauwelijks georganiseerde bedevaarten.
- Omstreeks 1980 is er sprake van een vrij constant aantal bezoekers, gemiddeld 50 per viering. In die jaren werd op de feestdag (16 september) en het daaropvolgende weekeinde (zaterdag en zondag) de zegen van Cornelius gegeven na de eucharistievieringen. Op de zondagmiddag werd na het speciale lof om 15.00 uur eveneens de Corneliuszegen gegeven. Kort daarna is de bedevaart in het slop geraakt, anno 1998 is er nog slechts sprake van een parochiële devotie zonder noemenswaardige bedevaartpraxis. Anders dan voorheen, komen er geen ouders met zieke kinderen meer.
- De inzegening van een nieuwe Corneliuskapel op Kuilenrode geschiedde volgens een ouderwets plechtige liturgie op zondag 20 september 1998 waarbij om 9.00 uur vanuit de Hoogemierdse kerk in processie naar de kapel werd gegaan alwaar een openluchtmis met drie heren werd opgedragen. De 'verering' van Cornelius wordt thans in Hooge Mierde in cultuurhistorische zin gekoesterd door de plaatselijke Heemkundekring.
- In 1928 werd een school ingewijd en vernoemd naar Sint Cornelius.
Materiële cultuur - Keramische tegel voor huiselijk privégebruik met het beeld van de H. Cornelius en de kerk van Hooge Mierde op de achtergrond, circa 1950.

Devotioneel drukwerk
- 1 'Litanie ter eere van den H. Cornelius, Paus en martelaar, bijzonderen Patroon tegen de Stuipen, Jicht en vallende Ziekte, wiens heilige Reliquieën geëerd worden en wiens bijstand vurig aangeroepen wordt in de Parochiale Kerk te Hooge-Mierde, in de Meierij van 's-Hertogenbosch' (Tilburg: Stoomdrukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1899; 4 p; impr. van J. Zwijsen, 12-5-1877); 2 Broederschapsformulier met reglement (Hooge Mierde 1936; 4 p.); 3 ansichtkaart van het interieur van de 'Bedevaartskerk van St. Cornelius te Hooge-Mierde', ca. 1910; 4 affiche op geel papier: 'BEKENDMAKING / Op zondag 20 september wordt het St. Corneliuskapelleke hoogstwaarschijnlijk door bisschop Ter Schure plechtig ingezegend en zal de H. Mis daar dan ook in de openlucht worden gedaan. / Waarschijnlijk is het een mis met drie heren die om 9:30 uur begint. / OPROEP / Wij roepen alle mensen op van jong tot oud om deel te nemen in de processieoptocht die om klokslag 9:00 uur aanvangt met als verzamel- en vertrekpunt de Hoogemierdse kerk. / Wij hopen dat daarbij ook de verenigingen massaal present zullen zijn. / Bestuur Heemkunde de Mierden / Bestuur Parochie H. Johannes' (1998).
Bronnen en literatuur Archivalia: 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochiedossier Hooge Mierde, map A, 'broederschap van den H. Cornelius, paus en martelaar', map varia (met ledenlijsten en aantallen); Parochie-archief Hooge Mierde (memoriale extracten).
Literatuur: J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom 's Hertogenbosch etc., dl. 3,2 ('s-Hertogenbosch: J. Demelinne, 1843) p. 131; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 3 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1872) p. 62, 632-635; Alb. van Rooijen, Vereering van den H. Cornelius (bijzonderen patroon tegen zenuwziekte) in Nederlandsche kerken en kapellen (Leiden: Uitgevers-Vennootschap Futura, [1918]) p. 2-3, 26, 42-45; P.J. Meertens & M. de Meyer ed., Volkskunde-Atlas voor Nederland en Vlaams-België. Commentaar Aflevering II (Antwerpen: Standaard, 1965) p. 25; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen III. Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 30-32; H. van Gisbergen, Wittewol. Jeugdherinneringen (Hapert: De Kempen, 1974) p. 13-14; J. van Gisbergen, Hooge Mierde, kleurrijk zwart-wit bekeken 1880-1980 (Hooge Mierde: de auteur, 1980) 183; J. van Gisbergen, Myrtha. Een blik in het verleden van Hooge Mierde (Hooge Mierde: de auteur, 1982) p. 77-79; P.J. Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura Boeken, 1982) p. 170-173; H. Strijbos, 'Gothische dorpskerken en torens van de Kempische zandgronden: de toren van de vroegere kerk van Sint Jan evangelist te Hooge Mierde', in: Rosdoek nr.59 (1991) p. 8-16; K. van Kemenade, 'Cornelius in Hooge Mierde en Esbeek', in: Kroniek van de Kempen 12 (Hapert: De Kempen Pers, 1993) p. 29-30; Herman Strijbos, Kerken van heren en boeren. Bouwhistorisch verkenningen naar de middeleeuwse kerken in het kwartier Kempenland ('s-Hertogenbosch: Stichting Brabants Heem, 1995) p. 75-78; L. van Liebergen & W.P.C. Prins, Sanctus. Met heiligen het jaar rond (Uden: Museum voor Religieuze Kunst, 1997) p. 53-56.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Hooge Mierde-Cornelius; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 23 (1959) ingevuld voor Duizel, Hulsel, Hapert, Diessen, Hooge Mierde, Casteren, Bladel en Hoogeloon; mondelinge mededelingen in 1998 van dhr. Hermans, oud-lid kerkbestuur.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.