Hunsel, H. Marcoen (Marculphus)

Cultusobject: H. Marcoen (Marculphus) Open Street Maps
Datum: 1 mei; 7 juli, 2 oktober
Periode: Eerste helft 18e eeuw - ca. 1965
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Jacobus de Meerdere
Adres: Marculphusstraat 6, 6013 RJ Hunsel
Gemeente: Hunsel
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting: In 1742 werden in de parochiekerk van Hunsel zieken gezegend om voorspraak van Marcoen te verkrijgen. Hierbij werd gebruik gemaakt van een speciaal gebedsformulier. Pelgrims die naar Hunsel kwamen, vroegen er Marcoens bijzondere bescherming tegen het zogenaamde koningszeer. Tijdens het interbellum nam de toeloop naar Marcoen af. Het bedevaartkarakter bleef echter tot het begin van de jaren zestig behouden, maar ging vervolgens snel verloren.
Auteur: Jeroen van de Ven & Antoine Jacobs
Illustraties:
Topografie - Hunsel, ten zuidoosten van Weert, is gelegen tussen het kanaal Wessem-Nederweert en de Belgische grens. Vanaf de 10e eeuw tot aan de Franse Revolutie maakte Hunsel deel uit van het gebied van de heer van Kessenich. Tot 1559 lag de parochie Hunsel in het bisdom Luik, daarna in het bisdom Roermond.
- De neoclassicistische parochiekerk van Jacobus de Meerdere is in 1839 aan de rand van de dorpskern gebouwd ter vervanging van de oude parochiekerk. In dat jaar werd een enkelvoudig bakstenen rechthoekig schip met aansluitend smaller koor aangebouwd tegen de uit mergelstenen opgetrokken 13e-eeuwse vierkante toren, het enige onderdeel dat toen van de oude kerk behouden is gebleven.
- In 1926-1927 werd de kerk uitgebreid met zijbeuken en een sacristie naar een ontwerp van architect ir. J. Cuypers. In 1942 werd de gemeente Hunsel samengevoegd met de gemeenten Ittervoort en Neeritter en ontstond de huidige gemeente Hunsel. Architect J. Franssen herbouwde in 1955 de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste kerktoren. Het Marcoenaltaar met het Marcoenbeeld staat in de zuidelijke transeptarm van de kerk.
Cultusobject - Marcoen of Marculphus leefde in Normandië van ca. 490 tot 558. Hij werd in 522 in Coutances tot priester gewijd en trok rond als missionaris. Marcoen stichtte met hulp van de merovingische koning Childebert een kloostergemeenschap te Nanteuil, het tegenwoordige Saint-Marcouf-de-l'Isle. Uit dankbaarheid schonk Marcoen koning Childebert het vermogen om scrofulose of koningszeer, kropachtige zwellingen in de hals, te helen. Marcoen stierf als abt te Nanteuil op 1 mei 558 en werd daar ook begraven. Relieken van Marcoen werden onder meer in 1689 geschonken aan de kerk van ⟶ Dorst.
- Rond 1824 kwam de kerk in het bezit van een reliek van Marcoen. Het is niet onmogelijk dat Hunsel al eerder over een (nu verloren gegane?) Marcoenreliek beschikte. Op 11 januari 1927 schreef pastoor Linssen aan pater Heijer over de Marcoenreliek van 1824 dat deze naar alle waarschijnlijkheid afkomstig is '(...) uit een plaats waar men de St. Marcoensvereering niet gunstig gezind scheen te zijn'. De kerk van Hunsel bezit een gegoten witmetalen reliekhouder in de vorm van een monstrans (hoogte 53 cm) uit het einde van de 19e eeuw. De houder heeft een ronde, geprofileerde voet met een ornamentering in de vorm van zes lobben, ronde stam en een nodus met afgeplatte bol. Rond de theca is een opengewerke rand van bladmotieven aangebracht. Op de top van de reliekhouder is een kruisje geplaatst. De gegraveerde inscriptie op de reliekhouder luidt 'INIEE Marculphi Abbatis'. De theca lijkt - het is slecht zichtbaar - een stofreliek en/of een botpartikel te bevatten; een perkamenten strookje vermeldt 'S. Marculfi abb'.
- Het oorspronkelijke cultusobject, een 15e-eeuws houten Marcoenbeeld, heeft tot in de eerste decennia van de 20e eeuw in de kerk gestaan. Op een foto van voor de kerkverbouwing in 1926 staat het beeld echter al niet meer op het Marcoenaltaar, het is dan vervangen door een Rochusbeeld. Volgens de toenmalige pastoor J.W. Linssen was het oude Marcoenbeeld afkomstig van de voormalige abdij van Thorn. Naar verluidt heeft Linssen tijdens zijn pastoraat het laatmiddeleeuwse Marcoenbeeld ergens in een atelier laten restaureren, maar nam hij, toen hij het beeld ging ophalen, een ander (Rochus) beeld mee terug. Het verhaal gaat dat hij dit heeft gedaan omdat hij het Rochusbeeld 'mooier' vond. Dit 'mooiere' houten St. Rochusbeeld (hoogte 124 cm) staat dus zeker al sinds 1926 in de kerk en werd in 1999 nog steeds vereerd als zijnde een Marcoenbeeld. Naast het beeld is een offerblok opgehangen met de naam van St. Marcoen. Rochus is zoals gebruikelijk, uitgebeeld als pelgrim met in zijn linkerhand een pelgrimsstaf. Met zijn rechterhand wijst hij op een pestbuil op zijn been. Op zijn hoed heeft hij pelgrimstekens: tweemaal twee gekruiste sleutels en een rechthoekig schildje met een mannenkop. Aan zijn voeten ligt een hond met een stuk brood in de bek. Dit beeld staat aan de rechterkant van het hoofdaltaar op een zijaltaar.
Pastoor A. Keller van Hunsel had in 1999 het plan om de Marcoenverering in 2000 een nieuwe impuls te gaan geven en het Rochusbeeld weer voor een 'echte' Marcoen om te ruilen.
Verering - Volgens Heijer (1927) vindt de Hunselse Marcoenverering zijn oorsprong in ⟶ Maastricht. Heijer beargumenteert de Maastrichtse oorsprong van de Marcoenverering in Hunsel op basis van overeenkomsten in de Maastrichtse en Hunselse zegenformulieren. Het opschrift van de Maastrichtse Marcoenkapel komt terug als antifoon in het Hunselse zegenformulier voor de zieken: 'O Marculphe pater famulis succurre potenter ut sani vivant aeternaque munera quaerant' ('O vader Marculphus, verleen uw machtige hulp aan uw dienaren opdat zij gezond zullen leven en de eeuwige genade zullen verwerven'). In 1742 keurde de bisschop het Hunselse gebedsformulier voor de zegening van de zieken goed.
- Marcoen werd in Hunsel door pelgrims aangeroepen tegen '(...) het koning-zeer, gezwellen, apostumen, lammigheden in armen, beenen en voeten, en andere dergelijke kwalen of verrotte wonden'. In Hunsel en omgeving werd de klierziekte koningszeer vroeger ook wel 'hunselzeek', 'hunselzeer' en 'hunselziek' genoemd. Door onderdompeling van de relikwie van Marcoen werd in de parochiekerk door de pastoor voor de pelgrims water gewijd (vgl. ⟶ Zenderen). Het gewijde water werd door hen thuis gebruikt als drankje en wasmiddel: 'Het gewijde water, dat in kannen en flesschen wordt meegenomen, dient er, evenals te Maastricht en Hunsel, als drank en waschmiddel'. De pastoor zegende ook de zieken met gewijd water onder het uitspreken van een reeks gebeden die op het 18e-eeuwse zegenformulier vermeld staan. In een Onderwyzing uit omstreeks 1830 staat dat de pelgrims tijdens een negendaagse noveen er zorg voor moesten dragen dat zij '(...) de wonden wasschen met water gewijd ter eeren van de voornoemden heiligen, en alle dagen met devotie en vast betrouwen lezen, negen pater noster en negen Ave Maria'. De pelgrims die genezing zochten bij Marcoen, moesten '(...) gedurende de novene vervolgens, op de welke zij gezegend worden, abstinentie doen van look, ajuin, porij, koolen, erwten, verkensvleesch, geiten-vleesch, ganzen, entvogels, duiven, en van alle groene vruchten en ongekookte spijzen van hoofd-vleesch. Item moeten zij hun wachten van te eten palingen, leppers, botte lampreijen, en van alle slijmige en gezoute visch, als aberdaan enz.' Dezelfde voedingsmiddelen werden overigens ook verboden aan de pelgrims die in het Belgische Wondelgem Marcoen kwamen vereren (vgl. ook ⟶ Dorst).
- Het parochiearchief van Hunsel bevat twee documenten over de Marcoenverering. Het is niet duidelijk of het gaat om originele stukken dan wel om afschriften. Een stuk is gedateerd 1792 en heeft als opschrift 'Benedictio super infirm[os] cum invocatione S. Marculphi confessoris et S. Eligii Confessoris'. Het tweede handschrift draagt als titel 'Inlichting om de novene te onderhouden van den heiligen Marcoen, Abt van Nanteville'. Dit stuk is op een aantal punten identiek aan het uit circa 1830 stammende 'Onderwijzing hoe men zal onderhouden de noveen van den H. Marcoen'. Het manuscript is echter uitgebreider, omdat zij onder meer de litanie van Marcoen bevat.
- In 1844 schrijft Van der Aa in zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden over de Hunselse Marcoenverering: 'In de kerk is een oud houten beeld, naar het maaksel te gissen uit de tweede helft der vijftiende eeuw; het stelt voor eenen heilige, genaamd Marcoen of Marculphus, die veel toeloop heeft als een voorspreker tot genezing van scrophuleuse ziekten of zoogenaamd heiligenwerk. Op den 1 mei, 7 julij en 2 october komen de geloovigen van allen kanten naar den heilige'. Heijer merkt over de data 7 juli en 2 oktober nog op: 'Waarop de datums 7 juli en 2 october steunen, is mij niet bekend'. In 1857 ging men onder meer vanuit Herten ter bedevaart. De deken van Weert noteert in dat jaar dat op 1 mei, 7 juli en 2 oktober ingezetenen en vreemdelingen zich in Hunsel groepsgewijs ter kerke begeven. Onderweg en bij de kerk bidden de pelgrims soms luid. Zij voerden echter geen 'godsdienstige teekenen' met zich mee.
- Omstreeks 1890 was het op 1 mei erg druk in Hunsel. Van alle kanten kwamen pelgrims met kar en paard naar de kerk om Marcoen te vereren. Toen kwamen ook nog bedevaartgangers uit Duitsland. Een anonieme levensbeschrijving van Marcoen uit 1892 maakt melding van 'vele bedevaartgangers van verschillende plaatsen' die naar Hunsel trekken om lichamelijk en geestelijk heil te erlangen, onder meer werden genoemd Vlodrop, Molenbeersel (B), Kessenich (B) en Kinrooi (B). In de eerste helft van de 20e eeuw werd de feestdag van Marcoen alleen nog op 1 mei gevierd. Tijdens de mis werd de reliek van Marcoen ter verering uitgesteld. Hunsel was in die periode evenwel nog een actieve bedevaartplaats, met een aantrekkingskracht op bedevaartgangers tot op 30 kilometer in de regio. In 1927 stuurde pastoor Linssen een waarschuwing voor pelgrims tegen het eten van bepaald voedsel aan pater Heijer met de volgende begeleidende notitie: 'Wie genezen wil worden door tusschenkomst des heiligen Marculphus mag niets gebruiken wat onder den beganen grond groeit, ook geen ongekookte spijzen, noch vruchten b.v. peren of appels: dat hoor ik nog dagelijks van de goedgeloovige menschen! Het is een oude overlevering, waar die haren oorsprong heeft, weet ik niet'.
- In de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw kwamen er minder bedevaartgangers. W. Schroeten, die in de jaren 1936-1939 misdienaar was, kende de bedevaarten uit Duitsland alleen nog maar van horen zeggen. Van pastoor J. Nijsen is een aantekenboekje bewaard gebleven, gedateerd 28 juni 1934, met als titel 'Overlezing en Wijding v.h. Water ter eere van den H. Marculphus'. In de jaren dertig was het op 1 mei nog wel beduidend drukker dan normaal. De bedevaartgangers kwamen uit de omgeving van Hunsel, maar ook uit het Belgische grensgebied. Er waren pelgrims die tegen betaling van ⨍2,50 een noveen lieten houden door een arme, die dan gedurende negen maandagen volgend op 1 mei het noveengebed hield en de reliek vereerde. Tijdens de noveen stond de reliek uitgestald op het Marcoenaltaar. Bovendien kon iedere dinsdag na de mis de reliek vereerd worden. Verder was er ook Marcoenwater verkrijgbaar. G.H. Dexters noteerde in 1938-1939 over het prentje op de voorkant van de Onderwyzing uit ca. 1830:

'Te Hunsel werden ook prentjes uitgedeeld, zoals we hooger reeds zegden. De heilige werd er op afgebeeld als abt, terwijl hij een toegestroomde menigte, waarvan de eersten voor hem neerknielen, met de rechterhand zegent, en hij in de linkerhand een kromstaf met wimpel houdt. De persoon, die juist vóór den Sint zit, heeft om kin en wangen een doek. Is het een lijder aan halskliergezwellen? Een oud vrouwtje, op het tweede plan, heeft ook, angstvallig, den hals bedekt.'
- Kort na de Tweede Wereldoorlog kwamen er onder andere uit Stramproy en de regio van het Belgische Maaseik nog regelmatig pelgrims in processie naar Hunsel om er Marcoen te vereren.Volgens zegslieden liep het aantal bedevaartgangers na de Tweede Wereldoorlog niettemin sterk terug. Tot in de jaren vijftig bleven bezoekers uit België komen. De Maas- en Roerbode van 30 april 1960 maakt nog melding van veel bedevaartgangers, met name uit België. De krant meldt echter ook dat er voor devoties als die tot Marcoen minder belangstelling is. Het bedevaartkarakter ging in de loop van de jaren zestig geheel verloren. De Marcoenverering is tegenwoordig in Hunsel nagenoeg verdwenen en onder pastoor J. Willems stopte omstreeks 1970 ook het parochiële reliekvereren. Af en toe wordt er door parochianen bij de pastoor uit dankbaarheid een mis ter ere van Marcoen besteld. De in 1997 aangetreden pastoor A. Keller heeft evenwel het plan opgevat om in het jaar 2000 Hunsel als 'genadeplaats' van Marcoen weer gestalte te geven.
Materiële cultuur -Ex-voto's: zeshoekige schrijn (71 x 46 cm) met 13 plaatzilveren en gouden ex-voto's uit het eerste kwart van de 20e eeuw; het betreft vijf benen, een arm, twee schildjes, vijf harten en vrouwensieraden zoals twee kruisjes, vier paar oorhangers, een broche en een ketting met hanger. Twee harten hebben inscripties: 'H. Teresa Neeritter' en 'Ave Maria OPN'.

Devotioneel drukwerk
- Diversen: 1 Onderwyzing hoe men zal onderhouden de novenen van den H. Marcoen, abt van Nanteville bezonderen patroon tegen het Koning-zeer en andere kwalen. Welken geëerd word in de kerk van Hunsel (Maaseik: J.J. Titeux, ca. 1830; 4 p.); 2 Levensbeschrijving van den H. Marculphus, Belijder en Abt 490-558 (Thorn: Hub Tonnaer drukker-uitgever, 1891; impr. P. Mannens, Roermond 14 maart 1892; 52 p.), bevat een antifoon ter ere van Marcoen en voorschriften inzake de Marcoennoveen en -litanie.
Bronnen en literatuur Archivalia: Hunsel, parochiearchief St. Jacobus de Meerdere. Weert, gemeentearchief: parochiearchiefHunsel. Maastricht, Rijksarchief in Limburg: bisdomarchief Roermond 1840-1940, inv. nrs. 39-40.
Tekstedities: Acta sanctorum Maii I (Parijs-Rome: V. Palmé, 1866) p. 71-84.
Literatuur: A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 5 (Gorinchem: J. Noorduyn, 1844) p. 955; G.M. Poell, Beschryving van het hertogdom Limburg ('s-Hertogenbosch: Lutkie en Cranenburg, 1851) p. 340-341; Onze Pius almanak (Alkmaar 1907) p. 613; Pius almanak. Jaarboek voor de katholieken van Nederland (Alkmaar 1908) p. 549; Alb. van Rooijen, Vereering van den H. Cornelius (Bijzonder Patroon tegen zenuwziekten) in Nederlandsche kerken en kapellen (Leiden: Futura, 1918) p. 30-31, vermelding Marcoen en Cornelius; Voorloopige lijst der monumenten van geschiedenis en kunst, dl. VIII. De provincie Limburg (Den Haag: Algemene Landsdrukkerij, 1926) p. 154-155; M. Heijer, 'De vereering van St. Marcoen in de Zuidelijke Nederlanden', in: Publications S.H.A. Limbourg 8 (1927) p. 305-313, 316, noot 2, p. 318, met tekst van het Maastrichtse en Hunselse zegenformulier; G.H. Dexters, 'Sint Markoen en 't Sint-Markoenzeer', in: Brabantsche folklore. Bulletin van den dienst voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen in Brabant 18 (1938-39) p. 171 en 178; J. Pieters, 'Gezondheidsvoorschriften onzer bedevaarten', in: Miscellanea J. Gessler, dl. 2 (Deurne: C. Govaerts, 1948) p. 1000-1001; J. Verwielen, 'Bedevaartplaats van de H. Marcoen', in: De Limburgsche Post. Weekblad voor Midden-Limburg, 29-4-1950; 'In Hunsel wordt St. Marcoen vereerd', in: Maas- en Roerbode 30 april 1960; D. Gooren, 'Sint Markoen en Sint Machuut', in: Brabants heem. Tweemaandelijks tijdschrift voor Brabants heem- en oudheidkunde 16 (1964) p. 81-83; L. Ververs, 'St.-Markoen en St.-Machuut', in: Brabants heem 17 (1965) p. 70; Bibliotheca sanctorum, dl. 9 (Rome: Città Nuova, 1967) k. 748-751; Ch. Genders, Langs de oude Limburgse kerken. Midden- en Noord-Limburg (Baarn: Bosch en Keuning, 1977) p. 88; P.J. Clijsters (ed.), Stramproyer momentopnamen uit heden en verleden (Stramproy: Gemeentebestuur, 1983) p. 243; E. Tielemans, Volksgeneeskunde in Limburg. Een bibliografie (Limbricht: Limburgs Volkskundig Instituut, 1986) nrs. 132 en 279; J. Manders & M. Verheijen, Hunsel in oude ansichten (Zaltbommel: Europese bibliotheek, z.d.) p. 52, kerkinterieur met Marcoenbeeld; 'In Hunsel wordt Marcoen vereerd. Patroon tegen "Koningszeer"', in: Maas- en Roerbode; J.F. Coolen, De kroniek 'Coolen' (Heel: J.F. Coolen, 1991) p. 24-25; J. Zuring, Sint Marcoen, 'Den grooten noodvrindt van alle ellendighe menschen', in Nederland (Breda: Persdienst bisdom Breda, 1992) p. 50-53; Jos. Venner e.a., Ter kerke in Grathem (Grathem: Kerkbestuur, 1996) p. 156; J. Manders & M. Verheijen, Hunsel in oude ansichten (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1996) nr. 52.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Hunsel; Utrecht, Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland, foto 4.103.11; mondelinge informatie in 1997 van J.F. Coolen (Heel), W. Schroeten (Hunsel), koster/organist B. Vleeshouwers (Hunsel), P.W. Peters, koster (Hunsel).

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.