Loo, O.L. Vrouw van het H. Hart

Cultusobject: O.L. Vrouw van het H. Hart Open Street Maps
Datum: Ca. Pinksteren; laatste zondag in juli
Periode: Ca. 1875 - ca. 1960
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Mariakapel in de parochiekerk van St. Antonius Abt
Adres: Loostraat 32/34, 6924 AG Loo
Gemeente: Duiven
Provincie: Gelderland
Bisdom: Utrecht
Samenvatting: De verering van O.L. Vrouw van het H. Hart in Loo kwam omstreeks 1875 op gang in de toen gebouwde parochiekerk. Tot in de jaren twintig van de 20e eeuw kende Loo elk jaar rond de laatste zondag in juli geregelde bedevaarten uit omliggende plaatsen. De plaatselijke bevolking vierde tot omstreeks 1960 het zogenaamde Loofeest op de laatste zondag van juli.
Auteur: Jose Eijt
Illustraties:
Topografie - De verering van O.L. Vrouw van het H. Hart vond plaats in de kerk van de parochie St. Antonius Abt te Loo bij Duiven. Deze kerk werd gebouwd op de plaats van de kapel aan de Loostraat die tot 1873 als parochiekerk fungeerde en toen werd afgebroken. Het is een driebeukige zogenaamde 'Stufenhalle', gebouwd naar ontwerp van Alfred Tepe. De neogotische kerk werd in 1875 in gebruik genomen en in 1974 op de monumentenlijst geplaatst. Tot aan de restauratie in 1976-1977 bevond het beeld van O.L. Vrouw van het H. Hart zich in de uitgebouwde kapel aan de noordzijde. Het beeld werd na de kerkrestauratie geplaatst in de zuidelijke zijkapel.
- Ten noorden van de kerk zijn nog de resten van het processiepark, het zogenaamde 'buske' of bosje, te zien. Een gedeelte ervan behoort nu tot het kerkhof. Op het heuveltje in het midden stond vroeger een cementen H. Hartbeeld, nu staat er een houten kruis. De oorspronkelijke vijver rond de heuvel werd gedempt. Achterin het voormalige processiepark bevindt zich een Mariakapel, waarvan het huidige beeld werd geïntroniseerd op het Loofeest van 1923. Het is een crèmekleurig beeld, voorstellende Maria met het kind Jezus op haar linkerarm. Maria's rechterarm wijst op het hart van Jezus.
Cultusobject - Het cultusobject is een beeld van Maria met kind, staande op een wolk, met zijwaarts naar beneden gestrekte armen van Maria, haar voeten geplaatst op een slang. Het kind Jezus staat recht voor Maria met de rug naar haar toe. Jezus' rechterhand wijst omhoog, zijn linkerhand wijst naar zijn geopende hart. Beiden zijn met een zilveren kroon gekroond. Het beeld dateert uit 1875. Het is vervaardigd uit gips, circa 1,60 meter hoog en 50 centimeter breed en in meer kleuren geschilderd. Maria draagt een hemelsblauwe mantel, bezaaid met gouden sterren. De mantel dient tegelijkertijd als sluier. Maria's kleed is wit met gouden sterren en haar hoofd is getooid met een zilveren kroon. Jezus draagt een rozerood onderkleed met gouden stippen. Zijn bovenkleed is aan de buitenkant okergeel met gouden sterren, aan de binnenkant zeegroen. Op de voet van het beeld staat de tekst: 'O.L.V. v.h. H. Hart B.V.O.'. Het beeld wordt geflankeerd door twee engelenbeelden. De beelden worden van de kerkruimte afgescheiden door een neogotisch hekwerk waarop de tekst 'Onze Lieve Vrouw van het H. Hart bid voor ons' staat geschreven.
Verering Ontstaan
- De devotie tot O.L. Vrouw van het H. Hart ontstond in Issoudun (Frankrijk), waar de priester Jules Chevalier (1824-1907) in 1854 de congregatie van de Missionarissen van het H. Hart oprichtte. In 1882 stichtte hij samen met Maria-Louise Hartzer de congregatie der Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart. Chevalier beschouwde het als zijn missie de invloed van Maria op haar zoon in een nieuwe titel uit te drukken en te verkondigen. De devotie tot O.L. Vrouw van het H. Hart ontstond in de context van de door paus Pius IX gestimuleerde Mariadevotie, de Maria-verschijningen in Lourdes en de daarmee gepaard gaande verering van O.L. Vrouw van Lourdes, de uitvaardiging van het dogma van Maria's Onbevlekte Ontvangenis in 1854 en de instelling van het H. Hartfeest in 1856. Mariadevotie en H. Hartdevotie moesten het katholieke 'volk' de mogelijkheid bieden het geloof op een meer persoonlijke en gevoelsmatige wijze te beleven, waardoor de betrokkenheid bij de kerk van Rome kon worden versterkt. Ook de Missionarissen van het H. Hart en de Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart zouden deze devoties verspreiden.
- De eerste broederschap van O.L. Vrouw van het H. Hart in Nederland werd in 1868 opgericht in de kapel van de zusters ursulinen te Sittard. De bedevaarten naar O.L. Vrouw van het H. Hart te ⟶ Sittard kregen een nieuwe impuls door de bouw van de kerk van O.L. Vrouw van het H. Hart, die in 1874 in gebruik werd genomen. Bij het 25-jarig bestaan van de O.L. Vrouw-broederschap werd deze kerk tot basiliek verheven en verkreeg de Sittardse broederschap de titel aartsbroederschap.
- Loo dankt zijn status van bedevaartplaats voor O.L. Vrouw van het H. Hart aan de toenmalige pastoor L.H. van Egeren (1835-1896) die omstreeks 1873 met zijn broer, hoogleraar in de moraaltheologie aan het grootseminarie Rijsenburg, op bedevaart ging naar Issoudun. Op het bidprentje van de eerste staat vermeld: '(...) Hij heeft geijverd voor den luister van Gods huis; hij bouwde eenen tempel ter verheerlijking Gods en ter vereering van Gods Moeder, onder den titel van O.L. Vrouw van het H. Hart, die hij als zijne Moeder teeder liefhad, op wie hij na God al zijn vertrouwen stelde (...)' Van Egeren bracht de devotie van O.L. Vrouw van het H. Hart in 1874 over naar Loo door in zijn parochie over te gaan tot oprichting van de broederschap van O.L. Vrouw van het H. Hart. Het beeld van Maria als O.L. Vrouw van het H. Hart werd in de kapel aan de noordzijde van de nieuwe parochiekerk geplaatst. Bij de wijding van de kerk in 1875 lieten de toenmalige aartsbisschop A.I. Schaepman en de pauselijke internuntius I. Capri marmeren votiefstenen aanbrengen ter ere van O.L. Vrouw van het H. Hart.

Bedevaarten
- De bedevaarten in Loo vonden gewoonlijk plaats rond de laatste zondag in juli, gedurende de ambtsperiode van pastoor Van Egeren rond Pinksteren. Oorspronkelijk duurden de kerkelijke feestelijkheden drie dagen. Iedere ochtend was er om 7.30 uur een mis voor de eigen parochie, op de derde dag ook voor de pelgrims van buiten. Om 10.00 uur volgde een plechtige hoogmis, waarna er op de eerste en derde dag een sacramentsprocessie plaatsvond. Daaraan werd deelgenomen door bruidjes, door de kinderen die dat jaar hun eerste communie hadden gedaan, het jongens- en mannenkoor, en door individuele parochianen. Op de derde dag voegden zich daarbij pelgrims en geestelijken uit de omgeving en het plaatselijke muziekkorps. Om 14.00 uur werd in de kerk de gehele rozenkrans gebeden ter bijzondere intentie. Elk rozenhoedje werd afgewisseld door enige strofen uit het Rozenkranslied ter ere van O.L. Vrouw van het H. Hart. Tot slot was er om 18.00 uur een plechtig lof met preek.
- Later werden de feestelijkheden voor de eigen parochie en voor de pelgrims uit de omliggende plaatsen beperkt tot twee dagen. Vanuit verschillende plaatsen in de omgeving zoals Arnhem, Herwen en Aerdt, Pannerden, Huissen en Westervoort kwamen bedevaartgangers 's ochtends in Loo aan, waar zij afgehaald werden door een muziekkorps. Ze trokken in processie door het met vlaggen versierde dorp. Aangekomen bij de parochiekerk werden de klokken geluid en het lied ter ere van O.L. Vrouw van het H. Hart gezongen. De aanwezige clerus leidde de bedevaartgangers de rijk versierde kerk binnen. Er werden stille missen opgedragen terwijl de pelgrims liederen zongen uit een bundel met gezangen van de broederschap van O.L. Vrouw van het H. Hart. Daarna was er een plechtige hoogmis. Aan het einde volgde een preek door een van de dienstdoende priesters met aansluitend een processie over het kerkhof, door het bosje naar de Mariakapel. 's Middags was er in de kerk een plechtig rozenkransgebed en aan het einde van de middag een plechtig lof. Er was wederom een preek, de kinderen werden opgedragen aan het H. Hart van Jezus en aan het einde vond de zegen met het H. Sacrament plaats. Aan de geregelde bedevaarten vanuit de omgeving kwam in de jaren twintig van deze eeuw een einde. Missionarissen van het H. Hart uit Arnhem bleven de devotie tot O.L. Vrouw van het H. Hart in Loo gaande houden, door tot in de jaren na de Tweede Wereldoorlog te voet naar Loo te pelgrimeren. Later, tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw, kwamen zij met studenten van het Katholiek Gelders Lyceum op fietsbedevaart naar Loo.

Het Loofeest
- De plaatselijke bevolking vierde tot omstreeks de jaren zestig van deze eeuw op de laatste zondag in juli het zogenaamde Loofeest. Die dag begon met een plechtige hoogmis. Daarna volgde een lange preek door de assisterende pater, bij slecht weer in de kerk, bij mooi weer in het bosje ten noorden van de kerk. Op de heuvel in dit bosje stond een H. Hartbeeld met uitgestrekte armen. De prekende pater stond aan de voet van dit beeld terwijl de parochianen zich opstelden rond de vijver. Na de preek vond er een sacramentsprocessie plaats over het kerkhof en door het bosje langs de Mariakapel. In de namiddag was er weer een bijeenkomst in het bosje. De pastoor ging voor in een gebed waarbij de parochie werd opgedragen aan het H. Hart van Jezus. Bruidjes die 's morgens in de processie hadden meegelopen, legden dan een bos bloemen tegen het voetstuk van het H. Hartbeeld. Vervolgens was er Marialof in de kerk, waarbij het scapulier opgelegd kon worden en men rozenkransen en andere religieuze voorwerpen kon laten zegenen. Voor de jongens was deze dag dé gelegenheid om eens goed rond te kijken met welk meisje ze de aanstaande kermis wilden vieren, een gebruik dat bij de plaatselijke bevolking bekend stond als het zogenaamde 'vleis keuren'.
- Rond de kerkelijke plechtigheden ontwikkelde zich enige handel. Er werden kramen opgeslagen waar devotionalia, souvenirs en etenswaren te koop aangeboden werden. Hieraan kwam in de jaren twintig van de 20e eeuw langzamerhand een einde. Uit de tijd dat Loo een bedevaartplaats was, is een pijpenkop bewaard gebleven. Hierop staat O.L. Vrouw van het H. Hart afgebeeld zoals hierboven beschreven. Boven de afbeelding staat in een halfronde boog de tekst: 'Moeder van Het H. Hart'. Onder de afbeelding staat: 'Koningin van 't Loo' en daaronder een opdracht: 'H. Koenders Gedachtenis van U Dochter Everdina uit het Koninginne Loo'.
- In de jaren negentig van de 20e eeuw was de verering tot Maria in Loo geheel lokaal. De Lieve Vrouw werd er wel in bijzondere ere gehouden. Voor en na de missen werden bij het beeld veel kaarsen opgestoken. In 1997 kwam het tot het initiatief om in de maanden mei en oktober Mariavieringen met processie (vanuit de kerk naar de Mariakapel op het kerkhof) te gaan houden. Naast parochianen waren daarbij ook enkelen uit Duiven en Groessen aanwezig. Jaarlijks komt er nog een groepje kloosterzusters uit Sittard op bedevaart.
Materiële cultuur - Viering ter ere van Maria Onze Lieve Vrouw van het heilig Hart - 't Loo - donderdag 29 mei 1996 (liturgieboekje in fotokopie, met gebeden, gezangen en de geschiedenis van de bedevaart; 20 p.).

Bronnen en literatuur Archivalia: Loo, parochiearchief: register van de Broederschap van O.L. Vrouw van het H. Hart; visitatieverslagen.
Literatuur: J. Alberdingk Thijm, 'Het Pinksterfeest in 't Loo', in: Maandschrift voor de Broederschap van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart 16 (1884) p. 214-216; Broederschap van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, gevestigd in het klooster van de religieusen Ursulinen te Sittard (Roermond: Romen, 1868); A.G. van Dalen en J.B.Th. Wolters, Parochie van St. Werenfried te Westervoort in de geschiedenis (Didam: Gebr. Leonards, 1951) p. 147-148; A.G. van Dalen, Uit de kerkgeschiedenis van Loo (Zevenaar z.j.); A. Warffemius, 'De kerk van St. Antonius Abt in 't Loo bij Duiven', in: Verzamelband Stichting Oude Gelderse Kerken, dl. 1 (Zutphen 1975) p. 139-147; J.J. Antier, De pelgrimage weer ontdekt. In het Nederlands vertaald, ingeleid en wat de Benelux betreft aangevuld door Th.G.A. Hendriksen, bisschop (Utrecht: Zaken die God raken, [1980]) p. 396; W.Th.J. Peters, 'Een pijpekop als aandenken aan Loo', in: Driepas, Historische Kring Duiven, Groessen, Loo 3 (1986) p. 35-38; W.J.Th. Peters, ''t Loo als bedevaartsplaats', in: Driepas, Historische Kring Duiven, Groessen, Loo 6 (1989) p. 33-37; onder dezelfde titel verschenen in: De Liemers op bedevaart (Zevenaar: Liemers Museum, 1989) p. 32-35; Th.M.J. Jonker, 'Het ontstaan en de geschiedenis van Loo als bedevaartplaats', in: Driepas, Historische Kring Duiven, Groessen, Loo 14,1 (1997).
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Loo; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64b (1993); mondelinge informatie van koster Balk te Loo in juli 1997

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.