Megen, O.L. Vrouw van Zeven Smarten

Cultusobject: O.L. Vrouw van Zeven Smarten Open Street Maps
Datum: 15 september (zondag naastbij); gehele jaar
Periode: Midden 17e eeuw - ca 2005
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Kapel van O.L. Vrouw van Zeven Weeën behorend tot de parochie van St. Servatius (sinds 2018 Willibrordusparochie Oss)
Adres: Kapelstraat, hoek Megensedijk / Herstraat
Gemeente: Oss
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting: In 1645 stichtten franciscanen in de katholieke enclave Megen een klooster en richtten in hun kerk een broederschap op ter verering van O.L. Vrouw van Zeven Smarten. In 1733 werd even buiten Megen een kapel gebouwd ter ere van deze O.L. Vrouw. De devotie was wisselend een franciscaanse en/of een parochiële aangelegenheid. Na een periode van verval is sinds de restauratie in 1988 het bezoek aan de kapel weer toegenomen. De verering is gedurende een groot deel van haar bestaan gedragen door zowel Megenaren zelf als door vereerders van elders; in de 21e eeuw slechts nog lokaal.

Auteur: Ottie Thiers
Illustraties:
Topografie - Het aan de Maas gelegen stadje Megen (met de dorpen Haren, Macharen en Teeffelen) vormde tot omstreeks 1800 een staatkundig onafhankelijk graafschap van katholieke signatuur. Als enclave in Staats gebied was het stadje een ideale vestigingsplaats voor kloosters en een toevluchtsoord voor katholieken uit omliggende gebieden.
- Bij de kerkelijke herindeling in de 16e eeuw kwam het graafschap Megen bij het bisdom 's-Hertogenbosch. In 1658 kwam Megen weer onder het bisdom Luik. In 1801 werden Megen en Ravenstein een zelfstandig vicariaat. In 1840 tenslotte werd dit vicariaat met het vicariaat 's-Hertogenbosch verenigd. Het franciscanerklooster ontsnapte in de Franse tijd aan opheffing dankzij de Latijnse school, die ervan afhankelijk was.
- De franciscanen vestigden zich in 1645 in Megen, na te zijn verdreven uit 's-Hertogenbosch. De kerk der franciscanen, gelegen aan de Kloosterstraat in Megen, is in gebruik genomen in 1677; de plechtige inwijding vond plaats op 16 augustus 1689. Tot kerkpatronen werden gekozen de heiligen Antonius van Padua en Rochus. De zijaltaren werden gewijd aan O.L. Vrouw van Smarten en St. Franciscus. De beide huidige altaarschilderijen zijn in 1899 gemaakt door broeder Everardus Witte (⟶ Megen, Everardus Witte). De afbeelding van Maria toont haar gezeten, gekroond en met scepter. Het kind zit, zegenend en met een wereldbol, op haar schoot. Links staat een vaas met lelietak, rechts een vaas met rozen. In een nis boven dit altaarstuk staat een beeld van Maria van Smarten.
- De kapel van O.L. Vrouw van Zeven Weeën (of Zeven Smarten) is gebouwd in 1732-1733. Ongeveer op dezelfde plaats heeft, blijkens een vermelding uit 1706, eerder een 'Heiligen huisken' gestaan. Het gebouwtje is gelegen op een kleine twee kilometer afstand van Megen, langs de weg naar Macharen, waar de Kapelstraat overgaat in de Megensedijk. Het grondvlak is een rechthoek, aan beide kanten afgeschuind in het koortje. De ingang bevindt zich in een klokgevel, onder een open voorportaal met gebogen fronton. Boven het portaal stond vroeger de tekst: 'Ziet of er een smart is gelijk aan de mijne'. Tegenwoordig leest men: 'Langs deze weg zet genen voet of zeg Maria wees gegroet'. Een Mariabeeldje (replica) staat in een nis boven het eikenhouten altaar. De kapel is ingericht met een communiebank, een kaarsenstandaard, een intentieblok en zitbanken die plaats bieden aan tien personen.
- In het verleden heeft de kapel verschillende restauraties ondergaan. In 1855 werd de kapel van binnen en van buiten opgeknapt. In deze periode verwierf de kapel een beeldje van de H. Maagd, waarschijnlijk het beeldje dat omstreeks 1500 is gemaakt.
- Omstreeks 1920 was het in- en exterieur weer aan een grote onderhoudsbeurt toe; het middeleeuwse beeld werd opgeknapt, er werd een nieuw eikenhouten altaar aangeschaft en aan de muur kwamen taferelen van de zeven smarten, 'reproducties van Jansen uit Antwerpen'.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte een 'vliegende bom' aanzienlijke schade, zodat daarna weer herstelwerkzaamheden nodig waren. In 1948 werden zes gebrandschilderde ramen geplaatst van glazenier Pierre van Rossum uit Kampen. Vijf ramen verbeelden elk een afzonderlijke smart, een raam stelt de zeven smarten als geheel voor: Jezus troost zijn treurende moeder, wier hart met zeven zwaarden is doorstoken.
- In 1970 kwam de kapel op de monumentenlijst. De jongste restauratie, in 1988, werd verricht met steun van monumentenzorg, op initiatief van een daartoe opgericht plaatselijk comité en het kerkbestuur. Architect was Jan de Jong uit Schaijk.
- In 1715 werd in de Kapelstraat een wegkapelletje ter ere van St. Anna gebouwd, dat later werd opgenomen als halteplaats in de route naar de kapel van O.L. Vrouw van Zeven Weeën. Ook dit kapelletje is in 1988 gerestaureerd. Het beeld van St. Anna-te-Drieën is een replica van het oorspronkelijke beeld, dat rond 1600 vervaardigd werd.
- Sinds 2018 worden er geen reguliere diensten in de Servatiuskerk meer gehouden en maakt de parochie deel uit van de St. Willibrordusparochie van Oss.
Cultusobject - De verering van de zeven weeën of smarten van Maria is omstreeks 1300 in Duitsland ontstaan (⟶ Abbenbroek). De latere secretaris van keizer Karel V, Jan van Coudenberghe, introduceerde de verering aan het einde van de 15e eeuw in enkele plaatsen waar hij een kerkelijke functie had. Later, in de 17e eeuw, hebben de franciscanen zich sterk gemaakt voor de verbreiding. De zeven smarten zijn: 1. de voorspelling van Simeon; 2. de vlucht naar Egypte; 3. het verlies van de twaalfjarige Jezus in de tempel; 4. de ontmoeting op de kruisweg; 5. de kruisiging; 6. de kruisafneming; 7. de graflegging. Maria wordt doorgaans afgebeeld met een zwaard in de borst gestoken of omringd door zeven zwaarden, die haar smarten symboliseren.
Het feest van O.L. Vrouw van Zeven Smarten had vroeger twee dagen, vrijdag na passiezondag en 15 september. De eerste is in 1960 afgeschaft. Voor Megen vinden we in de 17e eeuw passiezondag zelf vermeld en vanaf de 18e eeuw mogelijk de vrijdag erna. Tegenwoordig houdt men 15 september aan.
- Het beeld van O.L. Vrouw van Smarten bovenin het zijaltaar in de kloosterkerk toont haar staande, het hoofd naar links omhoog gewend en het hart doorstoken met een zwaard. Het gepolychromeerde houten beeld is naar schatting 50 à 75 centimeter hoog, en voor het altaar gemaakt.
- In het klooster wordt nog een bruin geschilderd lindehouten beeld van O.L. Vrouw van Smarten bewaard, dat in de periode 1620-1640 in Antwerpen gemaakt moet zijn. Mogelijk heeft het ook op het zijaltaar gestaan. Het beeld toont Maria, staande, de handen voor de borst gekruist en het gesluierde hoofd iets naar rechts opgeheven. Een zwaard steekt in haar rechterborst. Het beeld is 92 centimeter hoog. Mogelijk is de bruine verflaag aangebracht over een oude polychromie.
- De beide Mariabeelden in de kapel van O.L. Vrouw van Zeven Smarten, een binnen in de nis boven het altaar en een buiten in de gevelnis, zijn replica's, in 1988 gemaakt door N. van Rosmalen uit 's-Hertogenbosch, die ook de originele beelden restaureerde. Deze laatste bevinden zich thans in het Museum voor Religieuze Kunst in Uden.
- Het oudste beeldje, waarvan in de kapel een kopie staat, is 53 cm hoog en van gepolychromeerd eikenhout. Het is aan het einde van de 15e eeuw gemaakt in noordelijk Brabant. Maria is staande afgebeeld met het kind op de rechterarm en in de linkerhand een scepter. Het kind houdt in de linkerhand een wereldbol. Moeder en kind zijn gekroond. Het beeld is omstreeks 1920 gerestaureerd en opnieuw gepolychromeerd door de firma Van Bokhoven in 's-Hertogenbosch. Waarschijnlijk is dit beeldje pas medio 19e eeuw in bezit van de kapel gekomen. Wellicht is het toen in de kapel geplaatst, ter vervanging van het oorspronkelijke cultusbeeld.
- De replica van het beeld in de gevelnis boven de ingang is kleiner dan het origineel, omdat het formaat van de nis bij de restauratie in 1988 veranderd is. Het originele beeld dateert uit de periode van de kapelbouw en schijnt vroeger in de kapel te hebben gestaan. Waarschijnlijk gaat het hier om het oorspronkelijke cultusbeeld. Het is in 1736 vervaardigd door de in Lith geboren Antwerpse beeldhouwer Walter Pompe. Het 56 centimeter hoge beeldje, van beschilderd terracotta, stelt O.L. Vrouw van Smarten voor. Maria is staande uitgebeeld, haar handen wringend van verdriet, het hoofd naar rechts opgeheven. Een ijzeren zwaard doorboort haar borst. Zij draagt een rood kleed en blauwe mantel. Het beeld is omstreeks 1948 gerestaureerd door H. Damerau uit 's-Hertogenbosch. Het was in de Tweede Wereldoorlog in twee stukken gebroken.
Verering Broederschap en processie
- De franciscanen vierden al sinds het begin van de 16e eeuw het feest van O.L. Vrouw van Zeven Smarten in hun kerken. In de 17e eeuw richtten zij voor deze verering op tal van plaatsen broederschappen op: in Antwerpen (1637), Weert (1644), Breda (1654) en Megen. De exacte oprichtingsdatum van de Megense broederschap is niet bekend. Op 10 juli 1658 verleende paus Alexander VII aan deze broederschap bijzondere aflaten. Op 12 februari 1659 verleende bisschop Maximilianus Henricus, prins-bisschop van Luik, verlof om viermaal per jaar met deze broederschap openbare processies te houden: op passiezondag, op de zondag in het octaaf van de feestdag van het H. Sacrament, op de feestdag van St. Franciscus en op de dag van Portiuncula (een franciscaner aflaat, te verdienen op 2 augustus).
- In 1666 raakten de franciscanen in conflict met de pastoor. Deze richtte een protestbrief aan de paters op 11 april 1666 waarin hij de aangekondigde processie van die dag van de broederschap der Zeven Smarten verbood, tenzij hem eerst de officiële oprichtingspapieren getoond zouden worden. De processie van die dag, die door de gehele parochie trok, was allerminst sober opgezet en zou volgens de pastoor politiek ingrijpen van de Staten-Generaal kunnen uitlokken. Grote schilderijen, voorstellende de Zeven Smarten van Maria, werden door de studenten van de Latijnse school voorop gedragen; dan volgde een stoet van personen, die verschillende figuren uit het lijden van Christus uitbeeldden; te voet en te paard trokken Annas, Caïphas, Herodes, St. Jan etc. in de stoet voorbij. Dit gedeelte werd besloten door een student die beladen met een groot kruis de lijdende Christus moest voorstellen. Overigens is de processie gewoon doorgegaan.
- In het jaar 1708 deed de broederschap indirect van zich spreken. Op 2 augustus, Portiunculadag, een van de vier dagen waarop de broederschap een processie hield, genas Anna Jans van Nikarke uit Amersfoort op wonderbaarlijke wijze in de paterskerk van kreupelheid. Anna Jans en ongeveer honderd stadgenoten namen deel aan de processie. Van belang was op dat moment vooral dat het wonder was gebeurd in de paterskerk en op genoemde dag, een onder katholieken omstreden franciscaanse feestdag; het werd dan ook door de paters zelf en in Amersfoort gezien als een argument in de partijstrijd tussen jansenisten (tegenstanders van de aflaat) en anti-jansenisten, die binnen de katholieke kerk op dat moment op een hoogtepunt was.

Stichting van de kapel in 1733 en de rol van de parochie
- Op 11 juni 1733 vond de plechtige inzegening plaats van de kapel van O.L. Vrouw van Zeven Weeën, in aanwezigheid van de pastoors van Megen, Haren, Macharen en Oijen. In processie trok men uit Megen naar de nieuwe kapel. Ook Dominicus Engels, gardiaan van het minderbroederklooster, de paters van het convent en de studenten van de Latijnse school hadden zich aangesloten. De plechtige inzegening werd verricht door Engels, waarna de eerste mis in de kapel werd opgedragen. Hierna lijkt de verering voor O.L. Vrouw van Zeven Smarten onder beheer van de parochie te zijn gekomen.
- In 1735 verleende Joannes Baptista Gillis, vicaris-generaal van het bisdom Luik, een aflaat van veertig dagen aan alle gelovigen die in de pas opgerichte kapel de mis zouden bijwonen of de litanie van O.L. Vrouw van Smarten zouden bidden. Op 30 mei 1739 schonk paus Clemens XII een volle aflaat aan alle gelovigen die de kapel op de zeven feesten van Maria zouden bezoeken.
- Van groot belang voor de kapel was de fundatie in 1741 van Gijsbertus van Vught uit Den Bosch, ter waarde van ⨍700,- , waarmee land kon worden aangekocht voor een beneficie van vijftig missen per jaar. In 1748 verhief de bisschop op verzoek van pastoor Recopé de kapel tot 'officium ecclesiasticum', waarna een priester voor de kapel kon worden aangesteld. De pastoor, die zelf ook nog een aanzienlijk bedrag inbracht, kreeg het collatierecht toegewezen en benoemde als eerste bedienaar zijn broer Arnoldus Recopé. De missen zouden gelezen worden op vrijdagen, vanaf de vrijdag voor Palmzondag (de feestdag van O.L. Vrouw van Zeven Smarten) tot de vrijdag voor Allerheiligen. De overige missen konden naar believen van de rector gepland worden. De opvolger van pastoor Recopé, J.G. Biedijckx, benoemde zijn broer Reinier als kapelbedienaar. Na diens dood benoemde Biedijckx in 1780 de laatste rector, Bernardus van Mensel. In de loop van de 18e en, afnemend, in de 19e eeuw werd de kapel geregeld met schenkingen bedacht.
- Van de broederschap van O.L. Vrouw van Zeven Smarten die was opgericht in de paterskerk zijn geen registers bekend, maar het kloosterarchief van Megen is niet volledig ontsloten. Hoeveel er na de kapelstichting in de paterskerk restte van de verering, weten we niet. De franciscanen hebben nog wel de aflaatverlening uit 1658 in later jaren opnieuw laten goedkeuren door A. de Surlets, vicaris-generaal van het bisdom Luik en door J. Zwijsen, bisschop van 's-Hertogenbosch.

De verering in de 19e en 20e eeuw
- Vanaf het midden van de 19e eeuw zijn het beheer van de kapel en de verplichtingen verbonden aan het officium ten laste van de parochie gekomen; er werd geen nieuwe bedienaar meer benoemd. Pastoor J. van Amstel schreef in die tijd aan zijn bisschop dat de gelovigen in alle stilte zonder enig misbruik in de kapel kwamen bidden. Om de devotie verder te stimuleren zorgde kapelaan Henricus van Kilsdonk in 1860 voor de oprichting van een nieuwe broederschap van Zeven Smarten in de parochiekerk. Bisschop Zwijsen verleende een aflaat van 40 dagen. Bovendien vermeldden de prentjes een pauselijke aflaat van 100 dagen uit 1847. Een register dat waarschijnlijk tot 1890 is bijgehouden telt het bescheiden getal van circa 435 leden, merendeels uit Megen en omliggende dorpen, maar ook een aantal uit Rotterdam.
- Odulphus Schellekens, pastoor van 1913 tot 1926, constateerde bij zijn aantreden dat de kapel in vervallen staat verkeerde en dat de devotie wel een stimulans kon gebruiken. Hij liet onmiddellijk het broederschapsprentje herdrukken. Het herstel van de kapel vergde enkele jaren. Volgens de pastoor werd van het zeer oude beeldje, dat in de kapel op een vervallen troon stond, gezegd dat het miraculeus was.
- Pastoor Schellekens organiseerde in 1921 een grote bedevaart naar de kapel. Hieraan voorafgaand verzorgden de capucijnen Arsenius en Romanus een triduum voor de broederschap van de H. Familie en de Mariacongregatie; bovendien hielden zij predikaties voor het volk. Op zondag 8 mei vertrok de eerste plechtige bedevaart uit de parochiekerk. Het gerestaureerde Mariabeeldje werd door vier leden van de congregatie, omgeven door 30 bruidjes, naar de kapel gebracht. 'Heel' Megen plus honderden bezoekers uit de omgeving liepen in de processie mee.
De route voerde via de Putstraat (tegenwoordig Dr. Baptiststraat), Minderbroederstraat (tegenwoordig Kloosterstraat) en Torenstraat naar de Kapelstraat. Onderweg werd zeven maal halt gehouden: bij de boterfabriek, bij Toon Kling, bij het St. Annakapelletje, bij Tinus van Buuren, bij Peter Megens, 'een eind verder' en uiteindelijk bij de kapel. Bij elke halte hield pater Arsenius een beschouwing over een der zeven smarten, waarna een deel van de rozenkrans der zeven weeën werd gebeden, namelijk zeven weesgegroeten. In de kapel plaatste de pastoor het beeldje op de versierde troon, waarna de pater een slotwoord uitsprak. Hij stelde geheel Megen onder de bescherming van O.L. Vrouw van Zeven Smarten en sprak de hoop uit dat in de toekomst geregeld bedetochten zouden plaatsvinden op dezelfde wijze en in dezelfde orde als die dag. Ook hoopte hij dat langs de route nog zes kapelletjes of voorstellingen geplaatst zouden worden. Na afloop werd in de kerk een plechtig lof gevierd.
- Pastoor Schellekens was de laatste wereldheer in de parochie Megen; vanaf 1926 hebben de franciscanen de parochie en de verering van O.L. Vrouw van Zeven Smarten geleid. Een broederschapsregister uit de periode 1926-1941 vermeldt een kleine 800 leden, waarvan ruim 700 uit Megen zelf kwamen, de overigen uit omliggende plaatsen en uit de verder gelegen dorpen Oisterwijk, Veghel, Gennep en Treebeek. In 1942 was hiervan nog ongeveer de helft betalend lid. Twee zelatricen, een in Megen en een in Haren, haalden de contributie op. De broederschap is in 1963 opgeheven.
- Het is de vraag of grote georganiseerde plechtigheden in de kapel wellicht meer uitzondering dan regel waren. Er lijkt geen continuïteit te zijn geweest in de zin van jaarlijks terugkerende processies. Vanaf de stichting werd wel ruim tweehonderd jaar lang gedurende het seizoen een groot aantal missen opgedragen, voortkomend uit fundatieverplichtingen, ten behoeve van de broederschap, of bestelde missen voor de zielenrust van overledenen. In de loop van de 20e eeuw verdween deze traditie langzaam. De kapel is vermoedelijk haar gehele bestaan een plaats van spontane devotie geweest. Men ging er even bidden of ondernam, individueel of groepsgewijs, de bidweg. Zo werden vroeger vaak vanuit Megen bidtochten gehouden voor een zieke. Ook hadden de gymnasiumstudenten in de jaren 1930 de gewoonte een bedetocht naar de kapel te houden in de hoop voor hun eindcomposities te slagen. Een devotieboekje uit 1878, met gebed, litanie en zeven smarten, vermeldt in potlood dat het gebruikelijk was de tocht zeven maal te lopen, waarbij telkens de litanie en een van de 'smarten' gebeden werd.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië werd elke week een bidtocht gehouden. In die tijd was het in de maand mei bijzonder druk; er waren georganiseerde bidtochten voor de hele parochie, voor de Mariacongregatie en voor de broederschap van de H. Familie. Moeders gingen met hun kinderen naar de kapel en velen hielden een zevendaagse bidweg. Op Goede Vrijdag trok men vanuit de parochiekerk naar de kapel, waar gepreekt werd. Vandaar liep men naar de calvarieberg op het kerkhof, waar het gebeuren besloten werd met het bidden van zes onzevaders en zes weesgegroeten. De nieuwe glasramen die in 1948 werden aangebracht, werden bekostigd uit giften, ingezameld tijdens de oorlog en nadien door het 'Biddend Leger', dat op gezette tijden bidtochten naar de kapel maakte voor een behouden terugkeer van Megense militairen die in Nederlands-Indië vochten. Het gehele Mariajaar 1954 is de kapel zeer druk bezocht; op de Mariafeesten kon men er een aflaat verdienen.
- In de jaren zestig nam de belangstelling voor de kapel in hoog tempo af. De georganiseerde plechtigheden verdwenen, de broederschap werd in 1963 opgeheven en het gebouw zelf raakte in verval.
- Eind jaren tachtig is de kapel gerestaureerd. Het Mariajaar 1987-1988 werd in Megen afgesloten met de heropening en inwijding van dit kleine religieuze monument. Een paar honderd deelnemers liep bij die gelegenheid de bidweg mee. Sindsdien wordt een jaarlijkse bidtocht van de plaatselijke Annakapel naar de Mariakapel georganiseerd omstreeks 15 september, maar de belangstelling neemt af. In 1997 waren er nog slechts ongeveer twintig deelnemers, bijna allen uit Megen. In de meimaand organiseert de plaatselijke K.V.O. wekelijks een bidtocht. Het totale aantal individuele bezoekers aan de kapel is hoog: jaarlijks zo'n 13 à 14.000, merendeels van buiten Megen. Men komt er bidden, steekt een kaarsje aan en regelmatig wordt een briefje achtergelaten in het intentieblok.
- Anno 2020 is de verering nagenoeg alleen van lokale aard.
Materiële cultuur - Schilderijen: 1 Het klooster bezit twee schilderijen, waarvan een O.L. Vrouw van Smarten voorstelt (ondergebracht in het depot van het museum Jacob van Horne in Weert). Waarschijnlijk is dit een van de schilderijen die in de 17e-eeuwse processies werden meegevoerd en in de beschrijving ervan uit 1666 genoemd wordt. De voorstelling meet 198 x 140 cm en is in olieverf aangebracht op een eikenhouten paneel. De contouren van de figuren zijn uitgezaagd. Het schilderij toont Maria, staand op een voetstuk, met de linkerhand op de borst en de rechterarm gestrekt, het hoofd ten hemel geheven. Links op het voetstuk zit een putto met zweetdoek, daarachter staat een geselkolom; rechts bevinden zich twee putto's, een met de nagelen en de gesel, de andere met speer en sponsstok. Het andere schilderij, ook olieverf op hout, ca. 190 cm hoog, stelt Maria Immaculata voor en heeft waarschijnlijk in andere processies dienst gedaan.
2 In de huiskamer van het klooster hangen twee schilderijen van de Haarlemse schilder Jan de Bray uit 1690. De panelen, olieverf op eikenhout, beide kniestukken, meten circa 46 x 34 cm. Het ene toont Christus als Man van Smarten. Het andere stuk toont de Moeder van Smarten, het hoofd naar links gebogen en de handen gevouwen. Zij draagt een witte sluier, een bruin kleed en een groene mantel.

Devotioneel drukwerk
- Broederschapsprentjes: 1 'Broederschap van Onze Lieve Vrouw, onder den titel van de zeven weeën, opgerigt te Megen 1860. Reglement' (8,2 x 13,8 cm; 4 p.) met reglement, rescript van J. Zwijsen en gebed; 2 als vorige, licht gewijzigde herdruk: 'Broederschap van Onze Lieve Vrouw, onder den titel van de zeven weeën, opgericht te Megen 1860. Reglement' (Reimpr. Buscoduci 2 Oct. 1880, Episcopatus Buscoducensis A. Godschalk; 8,3 x 13,8 cm; 4 p.) met reglement, rescript J. Zwijsen 1860 en gebed; 3 als vorige, gewijzigde herdr.: (Reimpr. J. Pompen, Vic. Gen. Busc., Buscoduci die 9 Julii 1913; 7,6 x 12,7cm, 4 p.) met toevoeging van een maandelijkse zingende mis voor de overleden leden; 4 als vorige, gewijzigde herdr., contributie verhoogd en gezongen mis wordt gelezen mis (No. 3582, gezien en goedgekeurd 's-Hertogenbosch, 22 November 1935, A.F. Diepen, Bisschop van 's Bosch; 7,6 x 12,4 cm; 4 p.); 5 in 1953 moet nog een herdr. gemaakt zijn (contributie 40 cent, geen exemplaar gevonden).
- Devotieboekjes: 1 Oefening van godvruchtigheid tot de zeven smarten van Maria ('s-Hertogenbosch: W. van Gulick, 1878; 8,7 x 12,5 cm; 16 p.) met gebed, litanie en zeven smarten. Een voetnoot op p. 8 vermeldt de aflaat, sinds 1735 in Megen te verdienen; 2 Pater Cunibertus Sloots, Godvruchtige oefeningen ter ere van de Moeder van VII smarten vereerd in de kapel te Megen (Rijswijk 1948; impr. Fr. Apollinaris van Leeuwen O.F.M., Min. Prov., Werthae, in Festo S.S. Rosarii B.M.V. 1948; Evulg. Dr. Jos. Keulers, Libr. Cens. Ruraemundae, in Festo Maternitatis B.M.V. 1948; 10,2 x 15cm; 48 p.) t.g.v. 200 jaar kapel, met korte geschiedenis, broederschapsreglement, zevendaagse oefening, passende gebeden bij diverse levensproblemen en litanie; 3 F.A. Smit, Via Matris. Vier oefeningen van de zeven staties ter ere van O.L. Vrouw van zeven smarten (Alkmaar: Gesto, [1962]; evulg. Haarlem 24-5-1962, impr. Alkmaar 26-5-1962 P. Remijn; 9,5 x 13 cm, 63 p.) niet speciaal voor Megen, wel in parochiearchief; 4 Mariajaar 1987-1988. Vieringen bij gelegenheid van de restauratie en heringebruikname van de Kapel van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten en de Sint Annakapel (Megen: Comité Restauratie Kapel, 14 augustus 1988; 14,5 x 20,5 cm; 34 p.).
- Liederen: 1 vlugschrift, drie liederen: 'Aan Maria, de Moeder van Smarten', 'Rozenkranslied', 'Smeekzang aan Maria' (z.p. [ca. 1948?]; 17,5 x 13,7 cm; 4 p.); 2 vlugschrift, lied: kopie van eerste voorgaande lied ([Megen]: [Huub Voet], [ca. 1990]; 9 x 13,8 cm, tweezijdig bedrukt); 3 liederenbundel: Marialiederen (Megen: Hu[ub]Vo[et], 1993; 10,2 x 14,9 cm; 24 p.).
- Mariakalender: het voormalige gevelbeeld van de hand van Walter Pompe sierde de voorzijde van de Mariakalender 1957.

Bronnen en literatuur Archivalia: Megen, archief St. Servatiusparochie: memorialen, afleesboeken, stukken broederschappen etc. Megen, archief franciscanenklooster: het archief was niet toegankelijk. Haren, zusters penitenten Huis van Bethlehem: kroniek. 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: dossier Megen St. Servatius, map B Fundaties; map Bouwzaken; map C Varia.
Tekstedities: Dalmatius van Heel, 'Stukken betreffende de genezing van Anna Jans van Nikarke uit Amersfoort, 2 augustus 1708', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 27 (1901) p. 74-82, bronnen uit kloosterarchief Megen.
Literatuur: J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom 's-Hertogenbosch , dl. 4 ('s-Hertogenbosch: Demelinne, 1851) p. 78-79, vermeldt kapelinwijding 1733, zijaltaar in paterskerk en genezing Anna Jans; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 5 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1876) p. 58-59 over de kapel, verkeerd jaar 1748 voor de kapelstichting, hierna door velen overgenomen; J.A.F. Kronenburg, Maria's Heerlijkheid in Nederland, 8 dln. (Amsterdam: Bekker, 1904-1914) dl. 7, p. 260, verering O.L. Vrouw van Zeven Smarten bij franciscanen en dl. 8, p. 108-109, genezing Anna Jans van Nikarke 1708; Electus Bosse, 'Geschiedenis van Megen', verzamelde en overgetypte serie krantenartikelen uit De stad Megen (Megen: Gymnasium St.Antonius, 1928) p. 34, vermelding kapelstichtingen en wonder Anna Jans 1708; Theodardus [Roelofs], 'Uit de kronieken van Haren bij Megen, 7', in: St.-Jansklokken; De kerkklokken voor het dekenaat Oss, 13 maart 1937, over kapelinwijding 1733 o.g.v. vernietigde kroniek van pastoor Rinckens; Beda Verbeek & Marculphus Heyer, Drie eeuwen klooster en gymnasium van Megen (Amsterdam: Parnassus, 1946) m.n. p. 28, 30-32, 37-39, 50-57, 342; David de Kok, 'Inventaris van het archief der minderbroeders te Megen', in: Bossche bijdragen 21 (1951-1953) p. 167-198, gedeeltelijke inventarisatie van het archief; P. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw, dl. 3 (Hilversum: P. Brand, 1968) p. 104; Willem Frijhoff, Les pèlerinages dans les Provinces-Unies, ébauche d'inventaire et de problématique de recherches (ongepubl. licentiaatsverhandeling Univ. de Paris-Sorbonne, 1969) inv.44, E8, korte vermelding van genezing Anna Jans; G. Lemmens & G. de Werd, Beelden uit Brabant: laatgotische kunst uit het oude hertogdom 1400-1520 ('s-Hertogenbosch: Noordbrabants Museum, 1971) p. 59-60 en 131, cat.nr. 51; G.H.J. Ulijn, Megen in oude ansichten (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1971) foto's franciscanenklooster, St. Antoniuskapel (tot 1872 parochiekerk), boterfabriek, St. Annakapelletje, kapel O.L. Vrouw van Zeven Weeën, St. Servatiuskerk (parochiekerk sinds 1872) nrs. 3,7, 21, 26, 27; W. Frijhoff, 'La fonction du miracle dans une minorité catholique: les Provinces-Unies au XVIIe siècle', in: Revue d'histoire de la spiritualité 48 (1972) p. 175, korte analyse van de genezing van Anna Jans; Th.A.J. Jansen, De pater op de pastorie. Het aandeel van de regulieren in de parochiële zielzorg van Nederland, 1853-1966 (Nijmegen: Dekker & Van de Vegt, 1976) p. 73, 156; H. Brabers e.a. ed., Onze Lieve Vrouwkes van Brabant ('s-Hertogenbosch: Provinciaal Genoot-schap, [1977]) p. 41; J. Sluijters, Klein historisch prentenboek. De lotgevallen van het Land van Ravenstein en het Graafschap Megen (Uden: Streekarchivariaat, 1978) p. 59; Gerard Ulijn, Megen rond 1900. Een wandeling door oud Megen aan de hand van foto's van Megen rond de eeuwwisseling (z.p. [1978]) p. 41, foto kapel en aanpalend café omstreeks 1905; L. van Liebergen ed., Walter Pompe, beeldhouwer 1703-1777. Tentoonstelling in het Museum voor Religieuze Kunst (Uden: Museum voor Religieuze Kunst, 1979) p. 34, 80, 83, cat.nr.16; Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant. Gemeente Megen ('s-Hertogenbosch: Provincie Noord-Brabant, 1986) p. 12, 17-20, 22; Peter van der Velden, Langs de Maas: Megen, Batenburg, Ravenstein (Prinsenbeek: Drukkerij Perfekt, [1983]; Wandelwijzer 9) omslag, p. 12 en 14, wandelroute; Gerard Ulijn, De geschiedenis van het graafschap Megen (Zaltbommel: Avanti, 1984) p. 71-72, korte geschiedenis kapel; [G. Kuiper], Inventaris van het archief van de St. Servatius-parochie van Megen, 2 dln. (Megen: [Parochie St. Servatius], 1986); L.C.B.M. van Liebergen ed.,'Waer een paradis'. Kloosterleven in Brabant na de Reformatie (Uden: Museum voor Religieuze Kunst, 1987) p. 54-68, 108-109 geschiedenis en gebouwen franciscanen Megen, p. 152 afb. Maria van Smarten; G. Kuiper, De kapel van Onze Lieve Vrouw van de VII Weeën in Megen. Beknopte geschiedenis van de Maria Kapel te Megen (Megen: Comité restauratie kapel, 1988), tot nu toe meest uitgebreide geschiedenis van de verering, o.b.v. literatuur en parochiearchief; 'Kapellen in ere hersteld', in: Brabants Dagblad, 15 augustus 1988; G.H.J. Ulijn, Megen in oude ansichten deel 2 (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, cop. 1991) foto kapel O.L. Vrouw VII Weeën en aanpalend café, uit 1905 (nr.1); Hu[ub] Vo[et] ed., Parochiekerk St.Servatius te Megen (Megen: HuVo, 1993); Mark Tuinstra, 'De beste beveiliging zit in het hoofd. Kapelletjes in buitengebied vaak gemakkelijk doelwit voor vandalen', in: Brabants Dagblad, 28 juni 1995; Peter Vermeulen, Langs 's Heren wegen, veldkapellengids voor Noord-Brabant (Eindhoven: Uitgeverij Kempen Groep, 1996) p. 99-100, beknopt; Theo Haerkens, 'Devotie langs 's Heren wegen', in: Veluwe Noord, 17 april 1996; John van Zuijlen, 'Massale toeloop op Megense Maria. Bedevaart religieus succes en kassucces', in: Brabants Dagblad, 27 april 1996; W.M.G. Arts, 'Dorp Haren in graafschap en gemeente Megen' (ter perse), de auteur heeft gebruik kunnen maken van het archief van het Harense zusterklooster en van het nadien ten dele vernietigde parochiearchief van Haren.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier-O.L. Vrouw; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); Utrecht, Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland-dossiers parochie St.Servatius, Franciscanenkerk en -klooster te Megen; Particulier dossier en mededelingen van H.J. Voet te Megen; mededelingen in 1997 van C.G.M. Bak o.f.m. te Wijchen; TV-opname voor Studio RKK, uitgezonden 27-2-1996, n.a.v. een artikel in het Brabants Dagblad 28-6-1995 over vernielingen in kapellen.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.