Banholt, H. Gerlach (Gerlac[h]us) van Houthem

Cultusobject: H. Gerlach (Gerlac[h]us) van Houthem Open Street Maps
Datum: 5 januari; Tweede Pinksterdag
Periode: Na 1881 - ca. 1965
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Gerlachus
Adres: Bredeweg 1, 6262 NX Banholt
Gemeente: Margraten
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting: Reeds voor de oprichting van de parochie in september 1939, mogelijk al kort na de kerkbouw in 1881, bestond in Banholt een bedevaart ter ere van St. Gerlach. Deze devotie was afgeleid van de reeds lang bestaande cultus te Houthem-St. Gerlach. In de jaren zestig van de 20e eeuw hield de bedevaart naar Banholt op te bestaan.
Auteur: M.G.H. Gelissen
Illustraties:
Topografie - De bakstenen kerk van Banholt staat in het centrum van het dorp op een driehoekig pleintje (vroeger 'den Schapendries' genoemd) waar drie wegen samenkomen: de Dalestraat, de Bredeweg en de Mheerderweg. Aan de de uiteinden van het plein of aan de weg bevinden zich nog andere religieuze monumenten, respectievelijk een kleine Lourdesgrot, een beeld van O.L. Vrouw van Fatima en een beeld van Christus Koning. Verder staat bij de ingang van de kerk een grote meiboom, de Gerlachden. De kerk, in 1874 in baksteen opgetrokken naar een ontwerp van architect Jonkergouw uit Meerssen, omvat een middenschip en twee zijbeuken en is gebouwd in een vereenvoudigde classicistische stijl. De parochiekerk in het Belgische dorp Berneau (prov. Luik) heeft hierbij als voorbeeld gediend. In 1922 werd er een toren toegevoegd aan de Banholtse kerk. In 1927 werd Gerlach definitief als kerkpatroon gekozen. Tot een aantal jaren terug lag er een drietal café's rond de kerk, waarvan 'Het Centrum' druk bezocht werd tijdens de Gerlachbedevaart.
- In de zijbeuken geven acht glas-in-loodramen het leven en de dood van de H. Gerlach weer. De afbeeldingen zijn gebaseerd op de schilderingcyclus in de kerk van ⟶ Houthem-Sint-Gerlach. Zij zijn in 1910-1912 vervaardigd door het Atelier van glasschilderkunst Gebrs. Den Rooijen te Roermond. Al deze ramen zijn geschenken van de parochianen, het kerkbestuur of van inwoners van Terhorst (een gehucht onder Banholt), Sibbe en Berg en Terblijt.
Cultusobject - Gerlach van Houthem († 5 januari ca. 1170; ⟶ Houthem-Sint Gerlach) werd geboren in de eerste helft van de 12e eeuw in de omgeving van Maastricht als telg uit een adellijk geslacht. Tijdens een toernooi vernam hij dat zijn vrouw plotseling gestorven was. Gerlach was geschokt en zag voortaan af van alle wereldse genoegens. Hij bezocht als pelgrim vele heiligdommen en trok naar Jeruzalem waar hij zeven jaar lang de armen diende. Daarna stuurde de paus hem terug naar zijn geboortestreek waar hij nabij Houthem in het Land van Valkenburg zijn intrek nam in een holle eik. Volgens een, waarschijnlijk late, bij Sinninghe vermelde traditie zou Gerlach wanneer hij door Banholt trok, altijd langs de Plei zijn gegaan. Toen daar een kerk werd gebouwd, werd hij er als eerste 'heilige' binnengehaald. Nadat Gerlach was gestorven, droegen zijn volgelingen de overleden ridder-kluizenaar in boetekleed en maliënkolder ten grave in Houthem in het kluisje dat van de omgehakte eik was vervaardigd en ook als kist diende. Gerlach werd begraven bij de wortels van de eik. In 1201 werd op de plaats van de eik het premonstratenzer vrouwenklooster St. Gerlach gesticht. Het stof uit het graf van de heilige in de parochiekerk van Houthem zou dieren, vooral koeien, kunnen genezen. De ontdekking op 28 mei 1599 van de waterput die Gerlach gebruikt zou hebben en de uitgave van enkele levensbeschrijvingen in de 17e eeuw, hadden een grote invloed op de verspreiding van de Gerlachverering op het grondgebied van de huidige Belgische provincies Antwerpen, Brabant, Limburg en Luik en de huidige Nederlandse provincies Limburg en Noord-Brabant.
- Een klein reliekpartikel met de tekst 'Gerlachus' is gevat in een ovale theca (4 x 3,5 cm), die is geplaatst in een ronde (19e-eeuwse?) zilveren reliekhouder (ø 5,5 cm), welke weer is geplaatst in een koperen monstrans uit de eerste helft van de 19e eeuw (41 cm hoog).
- Het Gerlachusbeeld (1,65 cm hoog) is in 1942 gemaakt van oud eikenhout door Jac van der Mey o.s.b. van de St. Paulusabdij in Oosterhout. Het vervangt een ouder beeld uit 1882 van Maastrichtse origine, dat was geschonken door Henricus Bastings. Van der Mey geeft de heilige staande weer, een pelgrimsstaf omvattend met beide handen. Het beeld staat in een muurnis in de rechterzijbeuk. Het werd in 1991 door Sjef Hutschemakers in pastelkleuren overgeschilderd.
- In 1999 is een tweede Gerlachusbeeld aangeschaft ten behoeve van opname in de jaarlijkse sacramentsprocessie. Het is uit hout gemaakt door Sjef Eymael uit Voeren naar het Gerlachbeeld in de kerk van Houthem.
Verering - In 1881 kwam het rectoraat Banholt tot stand. Enkele jaren eerder, in 1874, hadden de dorpelingen, ondanks het verbod van de bisschop, eigenhandig en op eigen kosten, de huidige kerk gebouwd. Na de bouw stapte een delegatie uit Banholt opnieuw naar de bisschop om te vragen om een geestelijke bedienaar. In lijn met zijn vorige besluit ging de bisschop niet in op dit verzoek. Vervolgens beriepen de Banholtenaren dr. Switteck, een oud-katholieke priester uit Tsjechië, om in hun kerk dienst te doen. Zo ontstond wat genoemd wordt 'het schisma van Banholt'. De bisschop voelde zich daarop genoodzaakt toe te geven aan het eerder gedane verzoek, om het ontstaan van een oud-katholieke enclave in zijn bisdom te voorkomen. Hij richtte het rectoraat Banholt op met als eerste rector Lambertus Nijssen, een geboren Sittardenaar. Tot 1939 was het rectoraat afhankelijk van de St. Lambertusparochie te Mheer. In dat jaar werd het rectoraat tot parochie verheven en net als de rectoraatskerk toegewijd aan St. Gerlach.
- Volgens de lokale overlevering bestond er reeds voor de oprichting van de nieuwe parochie een Gerlachverering in de regio van Banholt. Dit hoeft niet te verwonderen aangezien het gebeente van deze heilige Limburgse kluizenaar uit de 12e eeuw berust in de parochiekerk van het nabije Houthem-Sint-Gerlach. Gerits suggereert dat het begin van de cultus te maken kan hebben met de aankoop na 1881 van een afgedankte klok uit de kerktoren te Houthem. De aanschaf van het eerste Gerlachbeeld in 1882 en de aanbrenging van de glas-in-loodramen in 1910 bevestigen eveneens een vroeg ontstaan van de verering.
- Een stimulus voor de verering was ongetwijfeld de toeschrijving aan de voorspraak van St. Gerlach dat op Pinkstermaandag 1902 bij een blikseminslag in het kerkgebouw de daar aanwezige parochianen ongedeerd bleven.
- Na de oprichting van de parochie werd Gerlach te Banholt meer in het algemeen aangeroepen tegen ziekten onder mensen en vee. Uit de wijde omgeving kwamen landbouwers ter bedevaart: Eckelrade, Sint-Geertruid, Reijmerstok, Mheer, Noorbeek, Margraten, Heugem-Maastricht maar ook uit Houthem-St. Gerlach zelf en soms ook van over de Belgische grens zoals uit Sippenaken, Hombourg en Remersdaal. Afgezien van de eigen parochianen ging het, althans in de jaren dertig van de 20e eeuw, niet om grote aantallen bezoekers; men spreekt van enige tientallen. Zij kwamen met de fiets aan de ene hand en een rozenkrans in de andere hand biddend naar Banholt gelopen. Na de plechtigheden en de kermis gingen zij fietsend weer naar huis. Op de feestdag (waarschijnlijk 5 januari en/of Pinkstermaandag) werd brood en water gezegend en werd zand meegenomen, meestal om thuis in de stallen te strooien. De dieren zelf werden niet gezegend. Gerlach werd ingeroepen bij ziekten van alle dieren. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de bedevaart langzamerhand verlopen tot een min of meer lokale verering in de jaren zestig.
- Van oudsher bestonden er goede contacten met de grote Gerlachbedevaartplaats in Houthem. Daardoor konden de parochianen een klokje uit de kerk van Houthem verwerven, waarnaar later het parochieblad werd vernoemd ('St. Gerlachusklokje'). Ook het Gerlachzand dat in Banholt verkrijgbaar is, komt uit Houthem.
- Op de zaterdag voor Pinksteren bestond het gebruik dat de jonkheid van Banholt een Gerlachus-denneboom (vgl. de Brigida-den in ⟶ Noorbeek) ging kappen op het landgoed van graaf De Béhauld in Altembroek, vlak over de Belgische grens. Met stilzwijgende toestemming van de graaf werd deze boom 'meegenomen'. Als de den op het kerkplein is opgericht wordt hij versierd met bloemen, wimpeltjes en een vlag in de top. Tegenwoordig wordt deze den gehaald in het Bovenste Bosch bij Epen. De pastoor gaat mee, improviseert een Gerlachgebed om zijn voorspraak in te roepen en mag dan de eerste bijlslagen doen. Na het neerhalen van de boom wordt deze via Slenaken, Noorbeek en Mheer naar Banholt gebracht. Gerlachs bescherming over de landerijen wordt ingeroepen, maar omdat er in 1999 nog maar vijf actieve boeren in het dorp waren, werd de heilige gevraagd zijn bescherming ook tot de werkplekken en arbeidsplaatsen van de andere inwoners uit te breiden.
- De verering komt aan het einde van de 20e eeuw nog tot uiting in de uitstelling en verering van zijn reliek op de eerste maandag van iedere maand na de mis van 19.00 uur. Op die dagen is het opmerkelijk drukker dan tijdens de andere missen door de week. De bezoekers zijn overigens nagenoeg allen afkomstig uit Banholt. Ter ere van Gerlach zijn in de kerk onder meer noveenkaarsen te koop met een afbeelding van de heilige. De brood- en zandzegening op de feestdag van Gerlach bestaat nog steeds: het brood wordt thuis genuttigd en het zand, verpakt in speciale zakjes, wordt over de tuinen en landerijen uitgestrooid. Er worden jaarlijks nog zo'n 150 plastic zakjes aangemaakt, die naast het Gerlachbeeld worden neergezet. Rond Pasen is de voorraad meestal uitgeput. De kermis vindt op de eerste zondag van het jaar plaats (vroeger vast op de dagen 4-6 januari).
- De naam Gerlach komt veelvuldig voor als tweede doopnaam onder de parochianen.
Materiële cultuur - Klokken: 1 de begin 19e-eeuwse Gerlachklok, afkomstig uit de toren van de Gerlachkerk van Houthem-St. Gerlach, is na 1881 door de parochianen aangekocht. De klok is in 1943 door de Duitsers meegenomen, maar na indiening van een petitie van de pastoor - met verwijzing naar de historische waarde - dat jaar weer geretourneerd. De klok heeft vervolgens een tijdlang als symbool in de doopkapel gestaan, maar is sinds jaren weer verdwenen; 2 in 1948 werd een tweede 'S. Gerlaco'-klok bij Eysbouts in Asten besteld en 3 in 1956 nog een derde 'Gerlacus'-klok bij Petit en Fritsen. Deze laatste twee klokken bevinden zich anno 1995 nog in de toren.
- Glas-in-loodramen: het voormalige raadhuis van Mheer uit 1950 bevat vensters in de centrale ingangspartij met afbeeldingen van Gerlach en Lambertus.

Devotionalia
- Noveenkaars met als afbeelding de schildering van Gerlach als kluizenaar in de kerk te Houthem (merk 'oleum angela sanctuarii'; betrokken via de fa. Hennissen uit Banneux).

Devotioneel drukwerk
- Prentje: 1 devotieprentje met op de voorzijde een tekening door dom. J. van der Mey van het beeld van Gerlach in een nis, en de tekst: 'H. Gerlachus in de kerk van den H. Gerlachus te Banholt'; achterzijde blanco (7 x 11,2 cm; ca. 1939?; coll. D. Gooren); 2 sinds medio 1995 is een voor Houthem vervaardigd devotieprentje ook in Banholt beschikbaar: een z/w-foto van het 18e-eeuwse beeld van Gerlach te Houthem en de tekst 'H. Gerlachus, bid voor ons' en op de achterzijde een gebed tot de heilige (7 x 12 cm).
- Bedevaartboekje: vlak voor of na de Tweede Wereldoorlog verscheen: Het leven van den H. Gerlacus patroon der parochie Banholt, bijzonder beschermer tegen besmettelijke ziekten, voornamelijk onder het vee tevens noveen- en gebedenboekje (Gulpen; druk. M. Alberts, z.j.; impr. dr. J. Kroon s.j.; 61 p.).
Bronnen en literatuur Archivalia: Banholt, archief St. Gerlachparochie. 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: coll. D. Gooren.
Literatuur: Gerard Lemmens, 'Sage-dichting rond de kerk van Banholt', in: De Nedermaas 6 (1928-1929) p. 125-127; J.R.W. Sinninghe, Limburgsch Sagenboek (Zutphen: Thieme, 1938) p. 184-185; J. Brouwers, 'De kerkstrijd te Banholt', in: De Maasgouw 66 (1947) p. 57-61, 67 (1948) p. 16; A.P. Roijen, Kerkgeschiedenis der Banholtenaren. Met: Oorsprong patroonheilige in Banholt (Banholt: z.n., 1950); Tj.W.R. de Haan ed., Folklore der Lage Landen (Amsterdam/Brussel: Elsevier, 1972) p. 37; Gedenkschrift bij het eeuwfeest van de Sint Gerlachuskerk te Banholt (Banholt: Kerkbestuur van de H. Gerlachus, 1975); L. Roijen e.a., Van Kloomperoad tot noe (Banholt, 1985) p. 37-39, 75; J. Gerits, 'Sint-Gerlach van Houthem, beschermheilige tegen ziekten van mens en dier', in: Ons Heem 41 (1987) p. 69-94, vooral 79-80; A.G. Schulte, Margraten, Mheer en Noorbeek (Zwolle: Waanders, 1991) p. 188-197; J. Gerits, 'Bedevaartliederen ter ere van St-Gerlach van Houtem', in: Ons Heem 50 (1996) p. 91.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Banholt; mondelinge informatie in 1999 van J. Tielens in Banholt.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.