Nijmegen, H. Petrus Canisius |
||
Cultusobject: | H. Petrus Canisius | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 27 april | |
Periode: | 1637 - heden | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Petrus Canisiuskapel in de kerk van St. Petrus Canisius (Molenstraatkerk) behorend tot de parochie van de Z. Titus Brandsma | |
Adres: | Molenstraat 37, 6511 HA Nijmegen | |
Gemeente: | Nijmegen | |
Provincie: | Gelderland | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
De verering van Petrus Canisius, de in 1521 in Nijmegen geboren jezuïet en geloofsverdediger in de Duitsprekende landen ten tijde van de katholieke reformatie, is in Nederland gering geweest tot de vestiging in 1883 van een Canisiuskapel aan de Nijmeegse Ignatiuskerk. Bij zijn heiligverklaring en verheffing tot kerkleraar door paus Pius XI (1925) bloeide zijn verering verder op. In 1934 werden zijn relieken overgebracht naar een nieuwe aan hem gewijde kapel. Na de verwoesting hiervan in 1944 is de verering aanzienlijk afgenomen en nagenoeg beperkt tot zijn liturgische gedenkdag op 27 april (Nederland en de Duitssprekende landen). |
|
Auteur: | Augustinus Hollaardt & Charles Caspers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
Het Kanishuis - In 1636 kocht de Sociéteit van Jezus het voormalig woonhuis van de ouders van Petrus Canisius, het zogenaamde Kanishuis, in de Nijmeegse Broerstraat. Reeds in 1637, na de inrichting van de vermeende geboortekamer als kapel, fungeerde dit huis als een aparte cultusplaats die vele vereerders trok. Dit huis kwam in 1791 in bezit van de protestantse koopman Willem van Burck, wiens nakomelingen het pand bezaten tot 1903. Van 1903 tot 1908 fungeerde het als 'Canisiushotel', een schepping van de Nijmeegse architect Oscar Leeuw. In 1908, toen het pand weer een andere bestemming kreeg als 'Hotel Moderne', werd de vermeende geboortekamer volledig ontmanteld. Vanaf 1917 was er de modezaak B. Pollman gevestigd. In februari 1944 ging dit pand geheel verloren bij het bombardement op Nijmegen. In 1971, bij gelegenheid van de 450e geboortedag van Canisius, werd op de plaats waar eens het Kanishuis had gestaan (Broerstraat 42/44) een gedenksteen aangebracht. In een publicatie uit 2014 toont Paul Begheyn aan dat Petrus Canisius niet in het Kanishuis, maar in een ander - nog steeds bestaand - huis geboren is, thans Lage Markt 71 en 73. Ps enkele jaren na zijn geboorte is het gezin naar de Broerstraat verhuisd. De kerk in de Molenstraat - Op 20 juni 1898 werd te Nijmegen aan de Molenstraat door mgr. W. van de Ven een nieuwe Ignatiuskerk geconsacreerd, een neogotisch gebouw naar het ontwerp van architect Nicolaas Molenaar. Deze locatie had toen reeds een lange geschiedenis achter zich als vestigingsplaats voor bedehuizen. In 1393 reeds verbonden de smid Ludeken de Mey en zijn vrouw Hadewijch een kapel aan het eerder door hen gestichte armenhof aan de toen nog buiten de stad gelegen Molenstraat. In 1402 werd dit complex overgedragen aan de prior van het klooster Bethlehem te Zwolle, waarna het werd omgevormd tot klooster van de Windesheimer Observantie. Na in 1435 te zijn voorzien van een nieuwe kerk, de 'Regulierenkerk', kwam het klooster in 1467 binnen de nieuwe stadsommuring te liggen. Tijdens de Nederlandse Opstand kregen de gebouwen wisselend te maken met leegstand, inkwartiering van soldaten en vernielingen. Ook had de kerk veel te lijden van de krijgsverrichtingen tijdens het rampjaar (1672) en de nasleep daarvan. Na herstelwerkzaamheden in de jaren tachtig van de 17e eeuw deed de kerk achtereenvolgens korte tijd dienst voor de Waalse en lutherse gemeente en fungeerde ze als garnizoenskerk. In 1808 werd de regulierenkerk door koning Lodewijk Napoleon teruggeschonken aan de katholieken, en werd begonnen met herstelwerkzaamheden. Na tussen 1815 en 1818 dienst te hebben gedaan als berging voor artilleriebenodigdheden, werd de kerk toegewezen aan de jezuïeten die haar vernoemden naar hun stichter, Ignatius van Loyola. Op 17 januari 1821 kon de eerste mis gevierd worden en verhuisden de jezuïeten van hun statie aan de Lage Markt naar de Molenstraat. Tussen 1842 en 1845 werd de kerkruimte aanzienlijk vergroot waarna de kerk in 1845 plechtig werd geconsacreerd. Ter gelegenheid van de zaligverklaring van Canisius, op 20 november 1864, werd door de Roermondse architect Pierre Cuypers een eikenhouten gepolychromeerd altaar vervaardigd waarop een nieuw beeld van de zalige werd geplaatst. Op 27 april 1883 werd een speciale Canisiuskapel in gebruik genomen waarin zijn reliekschrijn werd geplaatst. - In 1894 werd begonnen met de bouw van de nieuwe Ignatiuskerk (annex pastorie), terwijl de oude kerk stap voor stap werd afgebroken. In september 1897 was de bouw voltooid, een jaar later werd zoals gezegd de kerk geconsacreerd. Deze kerk beschikte over drie torens, twee aan de voorgevel (hoogte 50,5 m) en een op het kruisdak (hoogte 53 m); gemeten aan de binnenzijde was de lengte van het kerkgebouw 56,5 meter, de breedte 25,50 meter. Het interieur was rijk voorzien van beeldhouwwerk en schilderingen (atelier W. Mengelberg) handelend over de heilsgeschiedenis en met veel aandacht voor heiligen, zowel de universeel katholieke als de specifiek Nederlandse en de grote mannen uit de ordegeschiedenis der jezuïeten. - In dit interieur was eveneens veel aandacht besteed aan de toen nog zalige Petrus Canisius: vijf glas-in-loodramen uit het Roermondse atelier van F. Nicolas en Zoon, telkens met een voorstelling van een belangrijke gebeurtenis uit Canisius' leven (onder meer een bezoek dat Canisius in 1565 aan zijn geboortestad bracht), en twee Canisiuskapellen, in een waarvan zich sinds december 1897 de reliekschrijn van Canisius bevond die uit de oude Ignatiuskapel was overgebracht. Deze schrijn was geplaatst op een door J.H. Brom ontworpen altaar waarin veel marmer en koper was verwerkt. - Ter gelegenheid van de heiligverklaring van Canisius, in mei 1925, werd in plaats van Ignatius Petrus Canisius gekozen als patroonheilige van de kerk in de Molenstraat. In 1934 werd links van de kerk een nieuwe Canisiuskapel in gebruik genomen. Deze werd in 1938-1941 voorzien van muurschilderingen van Joan Collette. De kapel en het voorste gedeelte van de kerk gingen geheel verloren bij het bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944. - Tussen 1958 en 1960 werd op dezelfde plaats een nieuwe kerk gebouwd onder architectuur van het bureau Siebers en Van Dael uit Breda. Van de 19e-eeuwse kerk is slechts een deel behouden gebleven, de pastorie bleef geheel bewaard. Een deel van de 19e-eeuwse restanten is kort na 1970 verdwenen bij de nieuwbouw van de Molenpoortpassage. In het interieur van de herbouwde Molenstraatskerk herinneren nog een beeld (vervaardigd door Gerard Bruning, geplaatst in de Mariakapel), enkele relieken (onder het hoofdaltaar) en een glas-in-loodvenster (afkomstig uit het voormalig pensionaat 'Ruwenberg' te Sint-Michielsgestel) aan de persoon van Petrus Canisius. |
|
Cultusobject |
- Reeds voor diens zaligverklaring in 1864 beschikte de Nijmeegse Ignatiuskerk over relieken van Canisius: het oudste reliekcertificaat dateert uit 1863. Een ander certificaat dateert uit 1865; in datzelfde jaar gaf de bisschop van Den Bosch volmacht tot de publieke verering van de relieken, hetgeen impliceert dat deze kerk toen al beschikte over een speciaal reliekschrijn. De reliekenschat werd verder uitgebreid in 1881 met fragmenten van Canisius' doodskist; in dat jaar beschikte de Ignatiuskerk ook over vijf eigenhandig geschreven brieven, waarvan overigens niet duidelijk is of ze toen of al eerder waren verworven. - Bij gelegenheid van de inwijding van de Canisiuskapel in 1883, en mede naar aanleiding van een bedevaart naar Fribourg in 1881, werd de schat verder verrijkt met een grote relikwie. In 1897 (bij gelegenheid van het derde eeuwfeest van zijn dood) in 1904, en in 1925 (bij gelegenheid van zijn heiligverklaring) werd deze reliekenschat nog verder uitgebreid, telkens dankzij een gift van het bisdom Fribourg (resp. fragmenten van zijn gebeente, partikels van zijn kledij, en twee grote fragmenten van zijn gebeente). - In 1981 ontving de Canisiuskerk, na het afstoten van de gebouwen van het Nijmeegse Canisiuscollege, de wandelstok en de schoenen van Canisius. Deze voorwerpen waren in 1902 door het toenmalige Duitse jezuïetencollege in het Limburgse Valkenburg geschonken aan het genoemde Nijmeegse college. - De voordien verworven relieken bleven weliswaar gespaard bij het bombardement in 1944, maar werden in 1986, behoudens een klein gedeelte, gestolen uit de Molenstraatskerk. Na deze diefstal werden de schoenen en de wandelstok bewaard in een vitrine. |
|
Verering |
Petrus Canisius - Petrus Canisius werd geboren op 8 mei 1521 te Nijmegen. Hij was het oudste kind van burgemeester Jacob Kanis (1489-1543) en apothekersdochter Jelis van Houweningen (†1526). Toen hij dertien jaar oud was, zou zijn oudtante, Reinalda van Eymeren (1463-1540), de vermeende schrijfster van Die Evangelische Peerle, hebben voorspeld dat hij zich eens zou aansluiten bij een nieuwe priesterorde die gesticht zou worden om de kerk van binnenuit te hervormen. Na studie te Keulen (rechten) en Leuven (kerkelijk recht), specialiseerde hij zich, opnieuw te Keulen, in de bijbelstudie. Na ontmoetingen met de jezuïet Pierre Favre werd hij, op zijn 22e verjaardag, te Mainz als eerste Nederlander in de orde der jezuïeten opgenomen; in 1546 werd hij tot priester gewijd. Tijdens zijn verdere carrière ontpopte hij zich niet alleen tot een van Nederlands uitmuntendste bijbels humanisten, maar ook tot een van de belangrijkste voorsprekers van de hervormingsdecreten van het Concilie van Trente (1545-1563), vooral in de Duitstalige landen. Vanaf 1555 gaf Canisius drie verschillende catechismussen uit, waarvan er tijdens zijn leven alleen al in het Latijn en Duits 234 edities verschenen. Op 21 december 1597 overleed hij in het Zwitserse Fribourg. IJveraars voor zijn zaligverklaring - Reeds kort na zijn dood klonken er, niet alleen uit Fribourg waar hij begraven ligt, maar ook van elders geluiden op om Canisius te doen zalig verklaren. In 1614 verscheen te München reeds een eerste biografie. In 1625 stelde de bisschop van Lausanne te Fribourg een onderzoek in naar de deugden en wonderen van Canisius. In 1626 werden te Dillingen en Freising getuigen gehoord. Verzoeken voor zaligverklaring werden vervolgens ingediend door de stad Fribourg, de keizers Ferdinand III en Karel IV, koning Lodewijk XIV en vele anderen. Van de 17e tot de 19e eeuw hebben ook de Algemene Vergaderingen van de jezuïeten om de zaligverklaring gevraagd. In 1729 richtte de bisschop van Roermond, Franciscus Sanguessa, opnieuw een verzoek om zaligverklaring tot de paus (Benedictus XIII), zonder resultaat. Ruim een eeuw later werd dit verzoek, eveneens zonder succes, herhaald door twee opeenvolgende pastoors van de Nijmeegse Ignatiuskerk, Matthias Wolff en Andreas Consen. Op 20 november 1864 vond de lang verbeide zaligverklaring dan toch plaats. In juli 1865 vierde de katholieke Nijmeegse burgerij dagenlang feest. Aan de voorspraak van de nieuwe zalige werd onder meer toegeschreven dat de choleraepidemie in dat jaar slechts weinig slachtoffers had gemaakt in Nijmegen. In 1866 werd in deze stad een nieuw ziekenhuis naar Canisius genoemd, in 1881 een deel van de nieuw aangelegde singels. Nijmegen cultusplaats - De cultus die in 1637 in Canisius' vermeende geboortehuis was begonnen, werd in 1657 onderbroken toen de magistraat een inval deed en de huiseigenaar, Werfert van Wychen, bestrafte met een geldboete. Dat sindsdien de herinnering aan Canisius te Nijmegen in leven werd gehouden, getuigen onder meer de vele portretten die in de 17e eeuw van zijn persoon werden vervaardigd (zie ook hieronder). Tegen de verdrukking in bleef het Kanishuis vereerders aantrekken. Nog in de 19e eeuw spoorde Matthias Wolff, vanaf 1835 pastoor van de Molenstraatskerk, zijn parochianen aan het Kanishuis te bezoeken dat door de protestantse familie Van Burck ruimhartig werd opengesteld voor vereerders. - De zaligverklaring in 1865 en de inrichting in 1883 van de van relieken voorziene Canisiuskapel in de Ignatiuskerk legden een nieuwe basis om de verering van deze zalige in zijn geboortestad te intensiveren. Voortaan was katholiek Nijmegen niet meer op het Kanishuis aangewezen dat bovendien in protestants bezit was. Toch duurde het tot 30 juni 1901, enkele jaren na het eeuwfeest van 1897 - toen Canisius van paus Leo XIII (in diens encycliek Militantis ecclesiae) de eretitel 'tweede apostel van Duitsland na Bonifatius' ontving, en de nieuwe Canisiuskapel van de Ignatiuskerk verrijkt werd met een reliek uit Fribourg - dat vanuit Amsterdam, Den Haag en Maastricht (plaatsen met een jezuïetenkerk) de 'Eerste Nederlandsche bedevaart naar Nijmegen, geboorteplaats van den Zaligen Petrus Canisius' werd georganiseerd. Na een mis en een lof sloten de pelgrims (ca. 120 mannen) hun pelgrimage af met een processie naar de reliekenkapel, waar de feestpredikant, pater W. de Veer, katholiek Nederland onder bescherming van Canisius stelde. In 1902 werd het voorbeeld van deze eerste bedevaartgangers gevolgd door een groep van 150 mannen uit Amsterdam en Den Haag. - Na een betrekkelijke luwte vormde het vierde eeuwfeest van de geboorte van Canisius in 1921 de aanleiding tot concrete plannen die moesten leiden tot grotere verering van zijn persoon in Nijmegen en in overig Nederland. Het hoogtepunt van de Nijmeegse Canisiusverering volgde in de maanden en jaren na zijn heiligverklaring te Rome op Hemelvaartsdag (21 mei) 1925, bij welke gelegenheid de Nijmegenaar tevens werd uitgeroepen tot kerkleraar. De festiviteiten in september van dat jaar duurden verschillende dagen. Van de plechtige optocht op 6 september waarmee de overbrenging van de relieken uit Fribourg door mgr. M. Besson (bisschop van Genève, Lausanne en Fribourg) gepaard ging, en die in de stromende regen verliep, werd katholiek Nederland op de hoogte gehouden door middel van een fotoreportage in De Katholieke Illustratie. - In september 1925 werden er bedevaarten gemeld vanuit Rotterdam, Den Haag, Maastricht, Utrecht, Venlo, Helmond, Venray, Horst, Reek en Beers (ca. 2500 mannen), Tilburg, Roermond en verschillende Maasdorpen (ca. 1200 mannen), Amsterdam (450 mannen), Groningen, Huissen en Angeren, kleinere groepen en individuele pelgrims uit Limburg, en 300 studenten uit het Amsterdamse Ignatiuscollege. In de tweede helft van de jaren twintig werd de toen recent naar Canisius vernoemde kerk aan de Molenstraat ook bezocht door groepen bedevaartgangers tijdens hun reis naar Kevelaer. In de jaren dertig en veertig was er sprake van een jaarlijkse bedevaart van leerlingen van het Nijmeegse Canisiuscollege, de fraters s.j. van het Berchmanianum en de novicen s.j. van Mariëndaal (Grave). De bedevaart uit Mariëndaal is blijven bestaan tot circa 1965. De in 1934 ingewijde Canisiuskapel functioneerde tijdens haar tienjarig bestaan overigens niet goed als plaats van aankomst; mogelijk omdat ze te klein was. - In 1927 werd in het Nijmeegse Hunnerpark een bronzen standbeeld van Canisius onthuld, ontworpen door Toon Dupuis. - Ondanks alle pogingen om de Canisiusverering binnen en buiten Nijmegen meer ingang te doen vinden - zo werd vanaf 1926 Canisius in alle Nederlandse bisdommen op zijn feestdag herdacht met een eigen officie en mis - is deze persoon geen 'volkse' heilige geworden. Wel werd zijn naam verbonden aan het katholieke verenigingsleven, zoals met de `Canisiusvereniging voor rooms-katholieke onderwijzers', met het 'Petrus Canisius Genootschap tot Behoud en Uitbreiding des Geloofs', en met de katholieke geheelonthoudersvereniging 'Sobriëtas'. Ook werd gepoogd meer aandacht aan Canisius en zijn geschriften te geven middels de uitgave van biografische geschriften en vooral, in 1925, door middel van de editie van een Nederlandstalige bloemlezing uit zijn werk, In de leerschool van den H. Petrus Canisius. In 1971 werd, bij gelegenheid van zijn 450e geboortedag, nog een tentoonstelling in het Nijmeegse gemeentarchief aan Canisius gewijd. De devotie voor deze heilige in zijn geboortestad was echter in feite reeds spoedig na de teloorgang van de Canisiuskapel in 1944 weggezakt. Op 29 augustus 1968 werd Nijmegen bezocht door een groep van 200 pelgrims uit Augsburg en München, die vergeefs zochten naar resten van zijn geboortehuis. Het Kanishuis was immers verwoest bij het bombardement in februari 1944, en de gedenksteen op deze locatie werd pas in 1971 aangebracht (zie boven bij topografie, Kanishuis). Dat zijn echte geboortehuis nog steeds bestaat aan de Lage Markt konden de Duitse pelgrims nog niet weten. - In de algemene feestkalender van de katholieke kerk wordt Canisius herdacht op 21 december, in Nederland en Duitstalige landen op 27 april. - Bij gelegenheid van zijn 400e sterfdag in 1997 kwam Petrus Canisius in Nederland (geconcentreerd in Nijmegen) en in het buitenland weer volop in de belangstelling te staan: onder meer met een tentoonstelling in het Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint-Jan' (15 maart - 5 mei 1997), en een kranslegging op 26 april bij het monument van Canisius in het Hunnerpark te Nijmegen met toespraken van P.-H. Kolvenbach s.j. (algemeen overste van de jezuïeten), E. d'Hondt (burgemeester van Nijmegen) en H. van Leeuwen (provinciaal overste van de jezuïeten in Nederland). |
|
Materiële cultuur |
- Portretten: voor zover bekend is Petrus Canisius tijdens zijn leven tweemaal geportretteerd: eenmaal als vijfjarige jongen, samen met de andere gezinsleden, op een triptiek dat sinds 1975 bewaard wordt in het Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint Jan'; eenmaal tegen het einde van zijn leven als een oude afgeleefde man. Dit laatste portret heeft sterk bijgedragen tot de beeldvorming van Canisius: via kopergravures van de Antwerpenaar Dominicus de Coster († 1612) werd het tot model van latere portretten (eveneens kopergravures) vervaardigd door Philips Galle (1608), Raphaël Sadeler (1614), Hieronymus Wierix (vóór 1619), Karel van Mallery (ca. 1630), Johannes Sadeler jr. (1634), J. Somer (1652), Klemens Ammon (1652), Elias Hainzelmann (1683) en Johann Andreas Pfeffel (1697). Kopieën (en varianten daarvan) van enkele van deze prenten werden vervaardigd tot in de eerste helft van de 20e eeuw. Uit de portretten (met uitzondering van dat van de vijfjarige) komt Canisius steevast naar voren als een strenge asceet. Als meest geslaagde exemplaar (in artistiek opzicht) binnen deze portrettentraditie wordt beschouwd de tekening die Jan Toorop in 1925 maakte ter gelegenheid van de heiligverklaring (28,5 x 22 cm, sinds 1996 kunstbezit van de Nederlandse jezuïeten); een reproductie hiervan is te zien op de omslag van de catalogus van de herdenkingstentoonstelling, 'Petrus Canisius, beeldvorming van een heilige' welke in 1997 in Nijmegen gehouden werd (zie bij bronnen, B). - Behalve deze meer bekende portretten circuleerden na zijn dood ook andere afbeeldingen van Canisius binnen de kring van zijn medebroeders en verwanten. Deze afbeeldingen zijn later (waaarschijnlijk) alle verloren gegaan. In een vita van Canisius uit 1652 wordt bijvoorbeeld melding gemaakt van een Canisiusbeeld dat telkens op wonderlijke wijze tevoorschijn komt nadat het eerder is weggeborgen (over dit beeld en andere voorwerpen, zie bij bronnen, B, over de Nijmeegse tentoonstelling in 1997). - Medailles: bij de opening van de Canisiuskapel in 1934 werd een aluminium medaille gemaakt (kunstenaar onbekend), 3,2 x 2 cm; voorzijde Canisius, achterzijde ingang Canisiuskapel. Eerder al, zowel bij zijn zalig- als bij zijn heiligverklaring zijn diverse medailles en gedenkpenningen geslagen. Daarnaast liet de Nijmeegse Canisiuscongregatie legpenningen maken in verschillende uitvoeringen. - Kunst bij gelegenheid van het vierde eeuwfeest: 1 ter herdenking van de 400e sterfdag van Canisius is door Jan Verhallen een glas-in-loodraam (89 x 53 cm) vervaardigd waarop de heilige staat afgebeeld als pelgrim met hoed, een boek in de linkerhand, een reisstaf in de rechterhand. Op de achtergrond zijn in letters aangegeven de plaatsen in Europa die Canisius tijdens zijn leven heeft bezocht. Randschrift: 'Sint Petrus Kanis; de eerste Nederlandse jezuïet; pelgrim in Europa; meten met de maat van mildheid; 1997' (Nijmegen, kunstbezit Nederlandse jezuïeten); 2 de Amerikaan William Hart McNichols s.j. schilderde een icoon, waarop Canisius is afgebeeld, terwijl hij wordt geïnspireerd door de Hagia Sophia, die als een engel op zijn schouder gezeten hem influistert wat hij moet doen. Op zijn schoot ligt de bijbel opengeslagen bij de aanvang van het Johannes-evangelie. De icoon beeldt uit hoezeer actie en contemplatie in het leven van Canisius verweven waren (Nijmegen, kunstbezit Nederlandse jezuïeten); 3 gedenkpenningen werden geslagen door Koen Meens s.j. en het Duitse bedrijf Euromint. Devotioneel drukwerk - Devotieprentjes: 1 de eerste Nijmeegse proeve voor een prentje, vermoedelijk uitgegeven door de parochie, dateert uit ca. 1883. In de jaren 1916-1932 werden in verschillende plaatsen (o.a. Nijmegen, Den Bosch, Breda, Utrecht, Valkenburg) bij diverse gelegenheden prentjes uitgegeven; 2 o.m. een prent (6,8 x 11,2 cm; appr. ord. München 1923, evulg. J. Pompen, Vic. Gen. Den Bosch 1925) waarop in zwart-wit een schilderij is afgedrukt van Leo Samberger; 3 en een prentje, gedrukt bij gelegenheid van de wijding van de nieuwe Canisiuskapel in 1934 een prentje waarop Canisius staat afgebeeld met kinderen die kaarsen opsteken (op de achtergrond de toren van de Stevenskerk en silhouet van Nijmegen, tekst: 'H. Petrus Canisius, bescherm de jeugd in vurig geloof en hechte deugd'). - Boekjes: talloze boekjes met gebeden en een korte levensbeschrijving van Canisius werden, vooral in de eerste helft van de 20e eeuw, verspreid (onder meer verschenen binnen de reeks van het Geert-Groote-Genootschap); 1 reeds in 1865 werd in Den Haag een litanie met een levensschets uitgegeven; 2 ten gerieve van de bedevaartgangers verscheen in 1925 een vademecum: Bedevaarten voor het behoud des geloofs ter eere van den H. Petrus Canisius naar de reliquieën van den H. Kerkleeraar te Nijmegen. Dit boekje bevatte o.m een litanie, gebeden en een Canisiuslied. - Hymnen: diverse Canisiushymnen zijn samengesteld, o.a. door de Nijmeegse musicus W. van Kalmthout en de Amsterdamse musicus Theo van der Bijl (uitgebreid over devotioneel drukwerk etc., zie Marc Lindeijer, in: Numaga 44 (1997)). Frederik van Eeden maakte een gedicht op Canisius (zie hierover Fried Pijnenborg, in: Numaga 44 (1997)) |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Nijmegen, archief Nederlandse Jezuïeten: o.m. eigenhandige brieven, documentatie over Canisius, familie, verering, afbeeldingen, etc.; binnen dit archief ook het archief Petrus Canisiuskerk en het residentiearchief van de Petrus Canisiuskerk (in residentiearchief de nrs. 1b, 8b en 9g met gegevens over de bedevaarten e.d. aan het begin van de 20e eeuw). München, archief Zuidduitse Jezuïeten: o.m. autografen waaronder een schoolschrift, iconografische collectie. Rome, Archivum Romanum Societatis Iesu: o.m. talloze eigenhandige brieven en geschriften, iconografische collectie. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: afdeling KLiB, Canisiusprentjes. Tekstedities: Pius IX, Petrus Canisius, priester van de orde der Jesuiten, gelukzalig verklaard den 20 november 1864 (Antwerpen: Van Dieren, 1865); Otto Braunsberger ed., Beati Petri Canisii Societatis Jesu, epistulae et acta, 8 dln. (Fribourg: Herder, 1896-1923); Leo XIII, Epistola encyclica de memoria saeculari B. Petri Canisii (Freiburg im Breisgau: Herder, 1899); Werken van Petrus Canisius. Uitgegeven bij gelegenheid van zijn heiligverklaring (Tilburg: W. Bergmans, 1925) ook uitgegeven onder de titel: In de leerschool van den H. Petrus Canisius v/d Sociëteit van Jesus (Maastricht: Gebrs. Van Aelst, 1925); Titus Brandsma, De Canisiusvaart, in: De Maasbode, 30 juli 1925; F. Streicher ed., S. Petri Canisii Ecclesiae catechismi Latini et Germanici, 2 dln. (Rome: Pont. Universitas Gregoriana, 1933-1936); F. Streicher ed., S. Petri Canisii Ecclesiae meditationes seu notae in evangelicas lectiones, 3 dln. (München: Officina Salesiana, 1955-1961); J. Barten, 'De brieven van sint Petrus Canisius in de Molenstraatspastorie te Nijmegen', in: Numaga 18 (1971) p. 104-109; Paul J. Begheyn, 'Een nog onuitgegeven akte betreffende Petrus Canisius', in: Numaga 18 (1971) p. 110-120; Paul J. Begheyn, 'Een nieuwjaarsbrief van Petrus Canisius uit 1595', in: Numaga 26 (1979) p. 7-13; Paul J. Begheyn, 'Six unpublished letters of Saint Peter Canisius to his relatives', in: Archivum Historicum Societatis Iesu 55 (1986) p. 129-144; Paul J. Begheyn, 'Een onbekende brief van Petrus Canisius aan zijn vader Jacob Kanis', in: Numaga 38 (1991) p. 41-44; Paul J. Begheyn, Petrus Canisius. Een samenspel van geloof en liefde. Brieven en geestelijk testament van de eerste Nederlandse jezuïet (Kampen: Kok, 1997). Literatuur: Aubertus Miraeus, Fasti Belgici et Burgundici (Brussel: Ioannes Peperman, 1622) p. 752-753; C. Willems, Tot aandenken aan de feestviering der zaligverklaring van den zaligen Petrus Canisius van Nijmegen, belijder der Sociëteit van Jesus. Feestrede uitgesproken in de St.-Franciscus Xaveriuskerk te Amsterdam ('s-Gravenhage: Ten Hagen, 1866); H.J. Allard, 'Franciscus L. de Sanguessa over den Zaligen Petrus Canisius (22 juli 1729)', in: Studiën 27 (1887) p. 160-165; J.R. van der Lans, 'Petrus Canisius', in: Katholieke Illustratie 31 (1897/1898) p. 153-156; 'De geboortekamer van den Zaligen Petrus Canisius', in: Katholieke Illustratie 31 (1897/1898) p. 304; H.J.A.M. Schaepman, Petrus Canisius (Nijmegen: Van Vlijmen, 1898) lofdicht op de persoon van Canisius; J.A.F. Kronenburg, Neerlands heiligen in later eeuwen, dl. 2 (Amsterdam: Bekker, 1902) p. 37-129; M.C. Nieuwbarn, Officieele kerkgids van Nijmegen (Nijmegen: J.F. Kloosterman, 1908) p. 223-248; Otto Braunsberger, Leven van den zaligen Petrus Canisius (Bussum: Uitgeversmaatschappij v/h Brand, 1918; vert. uit het Duits); S. Bruijsten, Van de wieg naar het graf. Korte beschrijving der pelerinage naar het graf van den zaligen Petrus Canisius te Freiburg in Zwitserland in augustus 1921, op het eeuwfeest van de geboorte des zaligen ('s-Gravenhage [ca. 1921]); G. Gorris, 'Een opvallende gebedsverhooring door de voorspraak van den zaligen Petrus Canisius', in: Studiën 95 (1921) p. 408-411; F. van Hoeck, 'De vereering van den Z. Canisius te Nijmegen te Nijmegen', in: De Heraut van het H. Hart 53 (1921) p. 151-154; J.R. van der Lans, Petrus Canisius. Ter gelegenheid van zijn vierde eeuwfeest (Utrecht: Wed. J.R. van Rossum, 1921) op p. 63 een oproep om in Nijmegen een gedenkteken van Canisius op te richten; Katholieke Illustratie 59 (1924-1925) p. 621-628, enkele korte artikelen over de verering in binnen- en buitenland, op p. 626-627 een foto-rapportage van de Canisius-feesten te Nijmegen, meer bijzonder de overbrenging van de reliekschrijn naar deze stad; Catalogus van de tentoonstelling in het Universiteitsgebouw te Nijmegen ter eere van den H. Canisius, 6 tot 10 september 1925 (Nijmegen 1925); Jac. van Ginneken, Sint Petrus Kanis van Nijmegen. Een voorlooper onzer Gouden Eeuw (Rijswijk: Kruisvaarders van St. Jan, 1928); 'Uit het Rijke Roomsche Leven', in: Katholieke Illustratie, 15 augustus 1928, p. 1067, over de Alkmaarse processie naar Kevelaer die een bedevaart houdt ter ere van Petrus Canisius; 'Uit het Rijke Roomsche Leven', in: Katholieke Illustratie, 5 september 1928, p. 1143, idem over de Amersfoortse processie naar Kevelaer; Marie Koenen, Quem mittam? Uit het levensverhaal van Petrus Canisius Noviomagus ('s-Hertogenbosch: Geert-Groote-Genootschap, [ca. 1930]); W. de Veer, Petrus Canisius. Drie voordrachten ('s-Hertogenbosch: Geert-Groote-Genootschap, 1931); J.H.M. Tesser, Petrus Canisius als humanistisch geleerde (Amsterdam: H.J. Paris, 1932); 'Petrus Kanis S.J. - 1521-1597', in: Katholieke Illustratie 75 (1941) p. 624; J. Barten, 'Pater Matthias Wolff s.j., pater Joannes Roothaan s.j. en de zaligverklaring van de H. Petrus Canisius', in: Bossche bijdragen 22 (1955) p. 261-275; M.P.M. Daniëls, 'Het Kanishuis en twee andere in verband hiermede te behandelen voorname huizen', in: Numaga 2 (1955) p. 85-103; F. Gorissen, Stede-atlas van Nijmegen (Brugge 1956) p. 116; J. Brinkhoff, Rondom de Stevenstoren, Zwerftochten door de geschiedenis van Nijmegen (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1966); Numaga 18 (1971) p. 45-160, themanummer over Petrus Canisius met o.a. J.M.G.M. Brinkhoff, 'Petrus Canisius Noviomagus' (p. 121-158), idem, 'Herinneringen aan het Kanishuis' (p. 159-160); L.J. Rogier, 'Canisius' actuele betekenis', in: Numaga 19 (1972) p. 1-6, ook in, L.J. Rogier, Herdenken en herzien (Bilthoven: Ambo, 1974) p. 194-200; P.J. Begheyn en G.Th.M. Lemmens, Het drieluik van de familie Kanis. Een werk van Aertgen van Leyden in Nijmegen? (Nijmegen: Nijmeegs Museum 'Commanderie van St. Jan', 1975); P.J. Begheyn, Petrus Canisius, een Nederlandse heilige (Nijmegen 1981); Getijdenboek. Gebeden voor elke dag. Algemene inleiding. Eigen teksten voor de heiligen van de Nederlandse bisdommen (Zeist: Nationale Raad voor Liturgie, 1990) p. 137N-139N; P. Begheyn, De jezuïeten in Nijmegen (Nijmegen: Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint Jan' & Apostolaat van het Gebed, 1991) p. 8-18, vooral p. 13-18, 'De verering van Canisius te Nijmegen'; P. Begheyn, 'Petrus Canisius (1521-1597)', in: Die Gesellschaft Jesu und ihr Wirken im Erzbistum Trier (Mainz: Gesellschaft für mittelrheinische Kirchengeschichte, 1991), p. 159-165; B.H.J. Kooij, 'De bouwgeschiedenis van de 'oude' Ignatiuskerk, voorheen de regulierenkerk van St. Catharina, aan de Molenstraat te Nijmegen', in: Numaga 40 (1993) p. 44-64; P.J. Begheyn, 'Een ontwerp van Jan Toorop voor een Canisius-zegel', in: Numaga 41 (1994) p. 130-134; E.M. Buxbaum, 'Canisius, Petrus', in: Lexikon für Theologie und Kirche 2 (1994) k. 923-924; Julius Oswald & Peter Rummel ed., Petrus Canisius - Reformer der Kirche. Festschrift zum 400. Todestag des zweiten Apostel Deutschlands (Augsburg: Sankt Ulrich Verlag, 1996) hierin vooral van belang: Paul Begheyn, 'Die Familie Kanis aus Nijmegen' (p. 9-20), Alois Schmid, 'Die Vita Petri Canisii des P. Matthäus Rader SJ' (p. 223-243), Sybille Appuhn-Radtke, 'Petrus Canisius im Bild. Entwicklungsstadien einer Heiligenikonographie' (p. 244-274), Paul Begheyn, 'Canisiusliteratur im 20. Jahrhundert' (p. 287-294); Paul Begheyn, Petrus Canisius. Beeldvorming van een heilige in de Nederlandse kunst van de negentiende en twintigste eeuw (tentoonstellingscatalogus, Nijmegen: Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint-Jan', 1997); Petrus Canisius (Nijmegen, 1997 = De Heraut 128, nr. 4); Pierre Flueler, Saint Pierre Canisius et Fribourg (Fribourg: Imprimerie Saint-Paul, 1997); 'Herdenking Petrus Canisius', in: Katholiek Nieuwsblad, 2 mei 1997, p. 14-17; Paul Begheyn, 'Het geboortehuis van Petrus Canisius staat aan de Lage Markt', in: Nijmeegs katern 28 (2014) p. 52-55. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Nijmegen-Canisius; Petrus Canisius [Diaprogramma met 42 dia's] (München: Institut für Kommunikation und Medien, 1996); TV-documentaire 'De jezuïet Petrus Canisius, de kerkhervormer', productie van de Duitse ZDF en de RKK/KRO (1997); mondelinge informatie van P.J. Begheijn, Amsterdam. Documentatie over P. Canisius, uit de collectie J.A. Bomans, opgenomen in BiN-dossier (acquisitie 2012). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |