Sint Odilienberg, H. Odilia van Keulen

Cultusobject: H. Odilia van Keulen Open Street Maps
Datum: 18 juli, derde zondag in juli (+ octaaf)
Periode: 18e eeuw (?) - 20e eeuw
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Basiliek van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus
Adres: Kerkplein 11, 6077 AA St. Odiliënberg
Gemeente: Ambt Montfort
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting: Na 1686 werd in de kerk van Sint Odiliënberg behalve de drie patroonheiligen ook Odilia van Keulen, patrones tegen oogziekten, door bedevaartgangers vereerd. Thans komen op de derde zondag in juli nog ongeveer honderd bezoekers om Odilia te vereren. Incidenteel wordt zij ook op andere dagen bezocht.
Auteur: Adriaan Monna
Illustraties:
Topografie - Zie ⟶ Sint Odiliënberg, Wiro, Plechelmus en Otgerus.
- Tot aan de 13e eeuw wordt het klooster, en daarna het kapittel, in de bronnen aangeduid als 'Berg[h]'. Soms is daaraan de naam van de patroon Petrus toegevoegd (Sint Pietersberg / Petrusberg). In de 13e eeuw en later wordt daarnaast ook de naam 'Udelenberg' of 'Odelenberg', in diverse variaties, gebruikt. In 1297 komt voor het eerst in een oorkonde de aanduiding 'Mons Odiliae' voor, een naam die daarna vaker verschijnt. De gangbare opvatting is dat dit een gevolg is van latere onbekendheid met de betekenis van het toponiem 'Udelenberg' of 'Odelenberg'. Men herkende hierin ten onrechte de naam Odilia, die als heilige wel bekend zal zijn geweest. In 1437 is, in een oorkonde van de proost van Denkendorf, voor het eerst sprake van 'Montis Sanctae Odiliae'. De toevoeging 'sanctae' is daarna gebruikelijk, althans in de oorkonden van de orde van het Heilig Graf.
Cultusobject - Zie over St. Odilia van Keulen (en Odilia van de Elzas) ⟶ Baarlo. Net zoals in Baarlo, ⟶ Nieuwenhagen en ⟶ Sweikhuizen komen ook in de geschiedenis van Sint Odiliënberg twee heiligen met de naam Odilia voor. Soms is het in de vereringsgeschiedenis niet duidelijk om welke van de twee Odilia's het precies gaat.
- In een nis in het priesterkoor van de basiliek staat een reliekhouder, die een reliek bevat van Odilia van Keulen. Deze neobarokke reliekhouder van plaatzilver, die 30,5 cm hoog is en de vorm heeft van een monstrans met op de top een kruis, is in 1856 aangeschaft. De reliek bevindt zich in een rond reliekhoudertje (ø 4,2 cm) met een handvat. Via de achterzijde kan men dit uit de monstrans nemen. Ook in de Mariakapel bevinden zich in een vitrine twee relieken van Odilia van Keulen.
- In het noordelijke zijschip staat naast de zijdeur een gepolychromeerd beeld van een vrouwelijke heilige, gekleed in een rood gewaad met daar overheen een blauw overkleed. De heilige houdt in haar rechterhand een palmtak. Op haar linkerhand ligt een ge-opend boek, waarop twee ogen zijn afgebeeld. Men gaat er van uit dat dit lindehouten beeld (83 cm hoog; 18e-eeuws) Odilia van Keulen voorstelt. Gezien de palm gaat het om een martelares. Odilia van Hohenburg wordt meestal afgebeeld als abdis in een wit-zwart habijt. Meestal houdt zij een open of gesloten boek in de hand met daarop twee ogen. Toch is ook Odilia van Keulen wel met een boek afgebeeld. Men zou daarnaast nog kunnen denken aan Lucia, eveneens vereerd in verband met oogziekten (vgl. ⟶ Beek), die als attribuut een palm in de hand heeft en in de andere hand soms eveneens een boek. Gezien de mededelingen van Knippenbergh uit 1719 zal het echter wel gaan om Odilia van Keulen.
Verering Middeleeuwen
- Gedurende de middeleeuwen bestond in Sint Odiliënberg al een zekere, niet-bedevaartgebonden, verering voor Odilia. Uit een eind 15e-eeuws antifonarium, gebruikt in de priorij van Sint Odiliënberg, blijkt dat toen Odilia van Hohenburg werd vereerd. Bij het feest van de Onbevlekte Ontvangenis (8 december) staat in de marge 'Sancte Odilie Virginis semiduplex' genoteerd. In een 16e-eeuws handschrift van het vrouwenklooster van de orde van het Heilig Graf te Sint-Truiden wordt vermeld dat in Sint Odiliënberg op 13 december het feest van Odilia wordt gevierd. Het handschrift bevat een Nederlandse versie van de legende van Odilia van Hohenburg en bovendien levensbeschrijvingen van Wiro, Plechelmus en Otgerus. Gezien deze combinatie is verondersteld dat deze teksten zijn gekopieerd uit een martyrologium uit Sint Odiliënberg, dat wordt genoemd in 1481, maar verloren is gegaan.

De 17e- en 18e-eeuwse verering
- Uit de Historia ecclesiastica ducatus Geldriae (1719) van Knippenbergh blijkt dat toen Odilia van Keulen werd vereerd in Sint Odiliënberg. Volgens deze auteur heeft de plaats zijn naam ontleend aan de maagd en martelares Odilia, dat wil dus zeggen aan Odilia van Keulen. Daaraan voegde hij toe dat Reginaldus Cools (1618-1706), de bisschop van Roermond, bij de (her-) wijding van de kerk in 1686 relieken van Odilia ten geschenke heeft gegeven en dat haar feestdag op 18 juli valt. Van Odilia van Hohenburg is bij hem in het geheel geen sprake meer. Uit andere schriftelijke bronnen uit deze tijd valt overigens niet af te leiden welke Odilia werd vereerd. In de berichten over de kerkwijding in 1686 wordt alleen gemeld dat het altaar mede aan Odilia werd gewijd. Van relieken wordt niet gerept. In een pauselijke aflaatverlening uit 1704 wordt wel de feestdag van Odilia genoemd, maar wordt niet aangegeven op welke dag dit feest viel. Pas in een veel latere aflaatverlening (1837) blijkt opnieuw dat Odilia van Keulen werd vereerd.
- Tijdens de kerkwijding van 1686 werd een blind meisje genezen. Hoewel daarbij van Odilia niet wordt gerept, is er mogelijk enig verband met haar verering. Concrete gegevens over bedevaartgangers in deze periode zijn echter niet voorhanden. Bekend is slechts dat paus Clemens XI op 24 mei 1704 voor een periode van zeven jaar een volle aflaat verleende aan degenen die de kerk zouden bezoeken op de feestdag van Odilia of op een andere dag, aan te wijzen door de bisschop.

De 19e eeuw
- Toen in juli 1819, tijdens het pastoraat van Otto Winders, het 11e eeuwfeest werd gevierd, was er sprake van duizenden bezoekers, die van heinde en ver kwamen. Temidden van de vele (kerkelijke) versieringen op en rond de 'berg' van het dorp waren ook Odilia en Lucia uitgebeeld.
- Een nieuwe Odilia-aflaat werd op 19 april 1837 door paus Pius IX verleend. De kerk beschikte, zo werd verklaard, over relieken van Odilia, maagd en martelares, die veelvuldig door bezoekers werden vereerd, in het bijzonder door lijders aan oogziekten. De aflaat kon worden verleend op de derde zondag van juli. Voor het eerst werd hier verband gelegd tussen Odilia van Keulen en oogziekten. Bij de aflaatverlening in 1704 bleek hiervan niets.
- In de 19e eeuw groeide de belangstelling voor de geschiedenis van Sint Odiliënberg. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een kerkhistorische studie over de plaatselijke heiligen en de kerk van Alb.L.W. Wolters uit 1861. Een van de bijlagen in dit boek is een lang gedicht, 'De korenbloem van Herstal', van Michaël Smiets (1830-1885), professor aan het Bisschoppelijk College te Roermond. De dichter behandelde hierin een volksoverlevering. Pepijn van Herstal zou een blindgeboren dochter Odilia hebben gehad, die op voorspraak van Wiro het gezichtsvermogen kreeg. Het eerste wat zij ontwaarde, was de kerk van Wiro op de Petrusberg. Wolters noemde dit een 'gerijpte volksoverlevering' en een 'duizendjarig volksverhaal'. Een aantal jaren later stelde pastoor Willemsen vast dat er in de bronnen geen spoor van is te vinden. Het volksverhaal is vermoedelijk in de 19e eeuw ontstaan.

Bedevaarten onder pastoor Willemsen
- In kleine notitieboekjes legde pastoor M.A.H. Willemsen (1878-1904) van dag tot dag het kerkelijk leven in zijn parochie vast. Uit deze boekjes blijkt dat, vooral dankzij hem, het aantal bedevaartgangers naar de kerk sterk toenam. Door het drukken van affiches en litanieën werd de devotie voor de kerkpatronen en ook voor Odilia weer gestimuleerd. Niet alleen georganiseerde groepen maar ook vele individuele bedevaartgangers bezochten de basiliek, in het bijzonder lijders aan oogziekten, die genezing kwamen zoeken bij Odilia. Op 5 juli 1885 verleende paus Leo XIII in verband met de restauratie en vergroting van de kerk een nieuwe aflaat op het feest van Odilia. Sedertdien kon men deze niet alleen verdienen op de derde zondag van juli maar ook gedurende het octaaf. Dagelijks was er dan gelegenheid tot verering van haar reliek. De zieken werden gezegend en men kon aan Odilia gewijd water verkrijgen. Het feest werd ook aangekondigd in de krant, bijvoorbeeld in De Nieuwe Koerier van zaterdag 14 juli 1888 en zaterdag 18 juli 1910.
- In 1887 werd herdacht dat in 1287 relieken van Odilia waren overgebracht van Keulen naar het moederklooster van de kruisheren in Hoei. Ter gelegenheid daarvan verscheen in Roermond een boek over Odilia, waarin wordt gemeld dat zij in Sint Odiliënberg 'thans nog met buitengewonen toeloop wordt vereerd'. Het voorwoord van het boek werd geschreven in het klooster te ⟶ Sint-Agatha, waar Odilia eveneens werd vereerd.

De 20e eeuw
- Behalve in 1910, toen men het 12e eeuwfeest van de kerk vierde, werd Sint Odiliënberg ook in andere jaren bezocht door bedevaartgangers voor Odilia. Vooral tussen de derde en vierde zondag in juli kwamen veel pelgrims, soms 'van verre streken'. De kanunnikessen van de priorij Thabor, die deelden in de zorg voor de pelgrims, moesten tot aan de Tweede Wereldoorlog het Odiliawater jaarlijks in grote hoeveelheden voor de bedevaartgangers aanvoeren. Volgens de overlevering zou rond 1908 een wonder zijn geschied. Van vlak over de Duitse grens kwam een familie met een klein meisje, dat een ernstige oogziekte had, in een rijtuig naar Sint Odiliënberg. Na de mis werd in een winkel (!) Odiliawater gekocht, dat na enige tijd genezing bracht. Later kwamen zij nogmaals om te danken voor de genezing. Zij namen toen heilig water mee naar huis in een kruikje dat de vorm had van een heiligenfiguur. In 1909 stichtte een familie uit Roermond een hoogmis ter ere van Odilia.
- In de jaren twintig en dertig trok elk jaar een processie uit Herten naar Sint Odiliënberg. Het verzamelpunt was de Michaëlkerk van Herten. Via de Offerkamp en de Veestraat trok men langs de boerderij van de familie Slangen en de boerderij 'Aovere' ('Hoverenhof') naar de parochiekerk van Sint Odiliënberg. De vaste voorbidster van deze processie was 'Berb vanne bekker' (Barbara 'van de bakker' Niessen) uit het Hertense gehucht Ool. Na de mis zocht men de café's op, om bij een koffietafel weer op verhaal te komen van de tocht. Na een laatste bezoek aan de kerk ging men processiegewijs weer volgens dezelfde route huiswaarts.
- Ook na 1945 werd Odilia nog jaarlijks in juli bezocht. De meeste bezoekers waren afkomstig uit plaatsen in de omgeving en ook uit het aangrenzende Duitsland, zoals uit Selfkant, de streek ten zuiden van Sint Odiliënberg, uit Brüggen en Wassenberg. Zo kwam eind jaren zeventig een Duitse grootmoeder bij Odilia genezing zoeken voor haar kleinkind. Een jaar later kwam zij opnieuw. Incidenteel kwamen bezoekers uit Sittard en Maastricht, en zelfs uit Utrecht. In deze gevallen bestond meestal een familieband met het dorp. Tot halverwege de jaren zestig zat de kerk op de derde zondag in juli vol bedevaartgangers. Gedurende het middaguur was het een drukte van belang aan de oevers van de Roer.
- In de jaren negentig van de 20e eeuw is het bezoek afgenomen, mede door de herleving van de Odiliaverering in ⟶ Baarlo. Toch wordt de kerk jaarlijks op de derde zondag van juli nog bezocht door ongeveer 100 bedevaartgangers. Al is aan de viering van het octaaf al voor de Tweede Wereldoorlog een eind gekomen, het beeld van Odilia staat dan gedurende een week in het priesterkoor. Er wordt water gewijd ter ere van Odilia en er is gelegenheid tot verering van haar reliek. Ook gedurende het jaar komen er incidenteel bezoekers; vaak nemen zij een flesje Odiliawater met zich mee.
Materiële cultuur - Basiliek: 1 een processievaandel (230 x 140 cm) van rode en blauwe zijde met daarop een beschilderde linnen rechthoek, voor het eerst vermeld in 1835, mogelijk vervaardigd ter gelegenheid van het 1100-jarig bestaan. Op de ene zijde is op de rechthoek Odilia van Keulen afgebeeld, met in haar hand een kruisbanier met daarop het kruisherenkruis; op de andere zijde zijn Plechelmus et Otgerus afgebeeld; 2 tussen 1954 en 1969 heeft Joep Nicolas gebrandschilderde ramen voor de kerk vervaardigd. In de noorderzijbeuk is Odilia afgebeeld. Nicolas heeft bewust gekozen voor een afbeelding van Odilia van Hohenburg. Zij is echter niet gekleed als abdis. Wel draagt zij een kroon, hetgeen wijst op haar adellijke afkomst. In haar hand draagt zij een bord met twee ogen; 3 in 1992 vervaardigde R. Marschall (Erftstadt-Liblar, D) een stenen beeld van Odilia en schonk het aan de kerk. Aanleiding vormde de beschadiging van de kerk als gevolg van een aardbeving op 13 april van dat jaar. Het beeld, thans in het Roerstreekmuseum, is 83 cm hoog. Odilia is afgebeeld met de rechterhand bij haar ogen.
- Priorij Thabor: 1 een (eind 19e-eeuws?) beeld in gips van Odilia (106 cm hoog) met een knielend kind (54,5 cm hoog); 2 een mozaïek van Odilia van Hohenburg (92,7 x 44 cm), gekleed als abdis, met in haar ene hand een staf, in de andere hand een boek waarop een oog, in 1980 vervaardigd door Frans Hamers te Maastricht.

Devotionalia
- 1 Noveenkaarsen ter ere van Odilia; 2 sinds 1989 plastic Odiliaflesjes met opdruk voor gewijd Odiliawater.

Devotioneel drukwerk
- Devotieboekjes en dichtwerken: 1 Eenige jaarschriften betrekkelyk op het jaar der komste van onze H.H. Apostelen 706 en dit loopende Jaar 1819. als meede eenige zinnebeelden, Rymen en Spreuken (Roermond: G. Gruyters, z.j.; impr. Weert, 4 juni 1819, J.G. Claassens; 23 + 16 p.); 2 M. Smiets, De korenbloem van Herstal. Legende van St. Odiliën-berg, VIII eeuw (Roermond: Romen, 1862; 16 p.); 3 H.L. [= L. Honhon], De Heilige Odilia, maagd en martelares, patrones van de orde der Kruisheren, uitgegeven ter gelegenheid van het zesde Eeuwfeest; de voorrede is geschreven in Sint-Agatha (Roermond: Romen, z.j.; impr. Roermond, 15 sept. 1887, P.J.H. Russel; 221 p.); 4 De H. Odilia, maagd en martelares en hare vereering (Roermond: H. van der Marck, 1893; impr. Roermond, 13 juli 1893, P. Mannens; 32 p.).
- Litanieën: 1 Litanie van de H. Odilia, maagd en martelares, wier Feest, op den 3den Zondag van Juli, met Octave en vollen Aflaat te St.-Odiliënberg gevierd wordt (13,5 x 8,2 cm; Roermond: H. van der Marck, z.j.; impr. Roermond, 19 juli 1892, P. Russel; 4 p.); 2 Litanie van de H. Odilia (voor privé-gebruik) (14,6 x 9 cm; z.pl., z.j.; impr. Roermond, 9 juni 1991, R. Maessen; 4 p.), op de eerste bladzijde een afbeelding van het beeld van Odilia.
- Affiches: 'Plechtige Feestviering met altijddurenden vollen aflaat, ter eere van den Heiligen Plechelmus, Bisschop-Belijder en Apostel van Nederland en van de Heilige Odilia, Maagd en Martelares, Patrones tegen oogziekten, in de parochialekerk van St. Odiliënberg' (63 x 42 cm; Roermond: Romen, [1886]), opgave van de missen gedurende het octaaf van Plechelmus en Odilia; datering op grond van de vermelding 'woensdag 14 juli', wat in 1886 het geval was.
- Muziek: Gezangen ter ere van de Heilige Odilia (Sint Odiliënberg, 1998; 11 p.), bevat een sequens ter ere van Odilia van de Elzas, een hymne ter ere van Odilia van Keulen en een Odilialied op tekst van M. Steffanie met muziek van G. Sars.
Bronnen en literatuur Archivalia: Sint Odiliënberg, parochiearchief. Sint Odiliënberg, priorij Thabor: documentatie Odilia.
Tekstedities: Zie ⟶ Sint Odiliënberg, Wiro, Plechelmus, Otgerus.
Parochie-kroniek 1885-1903, naar het handschrift van kanunnik M.A.H. Willemsen, Pastoor van de Parochie van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus Sint Odiliënberg (Sint Odiliënberg: Kanunnikessen van het Heilig Graf, 1988).
Literatuur: Zie ⟶ Sint Odiliënberg, Wiro, Plechelmus, Otgerus.
J. Knippenbergh, Historia ecclesiastica ducatus Geldriae (Brussel: Franciscus Foppens, 1719); A. Wolters, De Heiligen Wiro, Plechelmus en Odgerus en het kapittel van Sint Odiliën-berg (Roermond: Romen, 1861); H. Welters, Limburgsche legenden, sagen, sprookjes en volksverhalen, dl. 1 (Venlo: Wed. H.H. Uyttenbroeck, [1875]) p. 87-92; A. Lesage, Nouvelles observations concernant Se Odile d'Odiliën-berg (Hollande) et Se Adèle d'Orp-Le-Grand (Belgique) (Roermond: Romen, [1916?]); St. Odiliënberg. Historische schets over het oudste pelgrimsoord in Midden-Limburg (Roermond: H. Timmermans, 1955); zr. Hereswitha, 'Het verband tussen Sint-Odilia, Sint-Odiliënberg en de daar gestichte priorij van het Heilig Graf', in: De Maasgouw 84 (1965) k. 145-154, 161-174; zr. Matthea, 'Hoe komt "Odilia" in Berg', in: Roerstreek Jaarboek H.V.R. 2 (1969) p. 16-18; P.H.H. Beenen, Dialect en volkskunde van Herten (Roermond: Uitgeverij Poell, 1973) p. 450-451; A. van Pol & P. Nissen, 'De Roerstreekgemeenten, hun heraldische wapens en de betekenis ervan, de herkomst en betekenis van de plaatsnamen', in: Roerstreek. Jaarboek H.V.R. 10 (1978) p. 16-17; P. Wilms, 'Een bedevaart naar Sint Odiliënberg', in: Roerstreek. Jaarboek H.V.R. 24 (1992) p. 121-122.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Sint Odiliënberg-Odilia van Keulen; Bonn, Amt für Rheinische Landeskunde: 'Wallfahrt (Prozession) im Rheinland-Umfrage' uit 1979, formulier Wassenberg.
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.