Oostrum, O.L. Vrouw, Behoudenis der Kranken |
||
| Cultusobject: | O.L. Vrouw, Behoudenis der Kranken |
Open Street Maps
|
|---|---|---|
| Datum: | 8 september (zondag na), overige feestdagen van maria, mei t/m okotber | |
| Periode: | ca. 1350? - heden | |
| Religieuze context: | Christelijk | |
| Locatie: | Mariakapel of Genadekapel in de parochiekerk O.L. Vrouw Geboorte | |
| Adres: | Mgr. Hanssenstraat 20 - 5807 BD Oostrum | |
| Gemeente: | Venray | |
| Provincie: | Limburg | |
| Bisdom: | Roermond | |
| Samenvatting: |
Oostrum heeft een lange geschiedenis als bedevaartoord. Er is sprake van een ononderbroken verering vanaf de middeleeuwen tot heden. Middelpunt van de devotie is het miraculeuze beeld van Maria. De bedevaart naar Oostrum kende een grote bloei in de periode 1850-1960. Bezoekers van de kapel waren vooral afkomstig uit Noord-Limburg en aangrenzende delen van Noord-Brabant. Sinds 1960 is het aantal groepsbedevaarten sterk teruggelopen. |
|
| Auteur: | Paul van Meegeren | |
| Illustraties: | ||
| Topografie |
- Ongeveer drie kilometer ten oosten van Venray-kom ligt het kerkdorp Oostrum. Tot 1798 vormde Oostrum een eigen rechtsgebied. Samen met de aangrenzende heerlijkheden Spraland en Geijsteren werd het gebied bestuurd door de heren van het kasteel Geijsteren. Vanaf genoemd jaar maakt Oostrum deel uit van de gemeente Venray. In het centrum van het dorp staat de Mariakapel of Genadekapel, thans een apart gedeelte van de parochiekerk van O.L. Vrouw Geboorte. - De kapel van Oostrum heeft lang tot de parochie van St. Petrus Banden te Venray behoord, die (vanaf 1263) ressorteerde onder de cisterciënzerinnenabdij in Roermond. Het patroonfeest van de kapel was dat van O.L. Vrouw Geboorte, de kermis van Oostrum was bepaald op de zondag na 8 september. De inkomsten van de kapel werden beheerd door twee kerkmeesters die hiervoor waren aangewezen door de schepenen. In 1803 kreeg Oostrum een vaste rector voor de hulpkapel. Aan de status van rectoraat kwam op 1 september 1938 een einde toen de bisschop van Roermond overging tot de oprichting van de parochie van O.L. Vrouw Geboorte. - De kapel van Oostrum dateert uit de 15e eeuw en is in eenvoudige gotische stijl gebouwd. Zij bestond oorspronkelijk uit een vierkante westtoren met hoofdingang, een eenbeukig schip, een koor, en een tegen het koor aangebouwde sacristie. Vanaf omstreeks 1861 werd de kapel een aantal keren verfraaid, onder meer in 1867 met twee en in 1869 met nogmaals zes glas-in-loodramen van de Roermondse glazenier Frans Nicolas. De onvoltooid gebleven toren was voor 1888 overdekt met een doorgetrokken schipdak. In 1888 werd de kapel ingrijpend gerestaureerd door de Roermondse architect J. Jorna. De westzijde kreeg een nieuwe voorgevel die in een vierkant torentje overging. Ruimtegebrek leidde tot een forse uitbreiding van het kerkgebouw. In 1936 werd de bestaande ruimte vergroot door de aanbouw van een nieuw kerkgedeelte vanuit een doorbraak van de zuidelijke kapelmuur. In het nieuwe gedeelte kwam het hoofdkoor te liggen. Het koor van de oude kapel ging dienst doen als Mariakapel. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog raakte de kerk zwaar beschadigd. Bij de restauratie werd de toren niet heropgebouwd. - In de kapel stonden twee altaren: het hoogaltaar en ter rechterzijde het H. Kruisaltaar. Het Mariabeeldje stond oorspronkelijk op het hoogaltaar. Omstreeks 1700 werd het op een afzonderlijk troontje geplaatst, naast het H. Kruisaltaar. In 1865 verhuisde het beeldje naar een nieuw altaar ter linkerzijde van het hoogaltaar, waar het kwam te staan op een console onder een neogotische troonhemel. Achter het altaar hingen zwarte gordijnen, later vervangen door houtwerk. In 1893 veranderde de situatie opnieuw. Het H. Kruisaltaar verdween en maakte plaats voor een troonaltaar met genadebeeld. In 1935-1936 werd de kerk uitgebreid door een nieuw schip te bouwen dwars op de zuidwand van het oude schip. - Na de uitbreiding van de kerk in 1936 kreeg het koor van het oude kerkgebouw de functie van Mariakapel of Genadekapel. De neogotische expositietroon werd in 1937 vervangen door een geelkoperen baldakijn, afkomstig uit het atelier van Brom te Utrecht. Het betreft een zeszijdig baldakijn, waarvan drie zijden open zijn. In 1946 werd de kapel hersteld onder leiding van architect J. Coumans uit Nijmegen. - In het begin van de 18e eeuw (en waarschijnlijk al eerder) stond midden in Oostrum, niet ver van de kapel, op een plein onder een grote linde, een kapelletje (‘heilig huisje’) dat eveneens aan O.L. Vrouw was gewijd. Het gebouwtje, in de vorm van een pilaar, was aan vier zijden door traliewerk omgeven, waarbinnen, onder een leien dak, een Mariabeeldje was geplaatst. Het kapelletje werd in 1833 gesloopt. Het beeldje kreeg een plaats in de kapel van Oostrum. Wellicht gaat het hier om hetzelfde beeldje (17e eeuw, 28 cm hoog) als hetgeen tegenwoordig in de parochiekluis wordt bewaard. Op de plek van het afgebroken kapelletje werd in 1925 een groot hardstenen Mariabeeld geplaatst, vervaardigd door Thissen uit Roermond. Het beeld, een grote kopie van O.L. Vrouw van Oostrum, raakte in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en werd in 1948 op last van pastoor Asselberghs opgeruimd. - In 1984 kreeg Oostrum een nieuw Mariabeeld in de openlucht. Het houten beeld, een eigenzinnige interpretatie van het genadebeeld, is gemaakt door O. Giellet, pastoor in het Zeeuwse Breskens. Het stond tot 1999 in een open kapel in het plantsoen naast de kerk, toen het vanwege woningbouw werd verplaatst naar het kerkhof bij het kruiswegpark. - Onmiddellijk ten zuiden van de kapel lag het klooster Bethlehem. Dit klooster werd in 1450 gesticht door ridder Jan van Broeckhuysen, heer van Geijsteren. De eerste bewoners waren augustijner kanunniken, die voor de eredienst gebruik maakten van de kapel. In 1470 verhuisden de kanunniken naar Straelen (D). In 1477 trokken augustijner kanunnikessen in het door de koorheren verlaten klooster. De koorvrouwen onderhielden eveneens banden met de kapel, ook lieten zij zich bij de kapel begraven. Pas in de 18e eeuw werden de banden wat losser, nadat de zusters in 1721 de beschikking kregen over een eigen kloosterkerk. Het klooster werd in 1802 opgeheven, omstreeks 1806 werd ook het bijbehorende gebouwencomplex gesloopt. - Aan de Meijerlaan, ongeveer 450 meter ten zuidoosten van de parochiekerk, ligt het kruiswegpark ‘Trans Cedron’, dat dateert van 1909. De naam verwijst naar de beek die Jezus overstak op weg naar de Olijfberg. Ook de pelgrims in Oostrum moesten een oversteek maken: het park lag namelijk aan de overzijde van de Molenbeek (later is de loop van de beek verlegd). Op het terrein bevinden zich een twaalftal kapelletjes en een grot die verwijzen naar de kruisweg en het graf van Christus. De kapelletjes zijn grotendeels bekostigd uit schenkingen. De giften waren veelal afkomstig van pelgrims naar Kevelaer die onderweg ook Oostrum aandeden. De afbeeldingen in de kapellen zijn vervaardigd naar een ontwerp van A. Martens uit Venray. Het kruiswegpark fungeerde niet alleen als een plek van bezinning voor de bedevaartgangers, maar ook als plaats voor slotplechtigheden van processies. |
|
| Cultusobject |
- Het genadebeeld van Maria is van eikenhout en heeft een hoogte van 35 cm. Het beeld dateert uit omstreeks 1400. Het hoofd en de nek van Maria zijn lang in verhouding tot de rest van het lichaam. Maria draagt een over het hoofd geslagen mantel, waaruit van beide zijden langs hoofd en hals lange haarvlechten te voorschijn komen. Op de linkerarm draagt zij het kind Jezus, in de rechterhand houdt zij een scepter. Het Christuskind maakt met de rechterhand een zegenend gebaar, terwijl het in de linkerhand een wereldbol houdt. Het Mariabeeldje staat, binnen een mandorla met stralen, op een houten console die met metaal bekleed is. Op de predella is de volgende tekst aangebracht: ‘Onze Lieve Vrouw / Behoudenis / der / Kranken / Bid voor ons’. - Het beeld was in de 17e eeuw geheel bedekt met kostbare statiemantels. In een inventaris uit 1665 wordt onder meer een opsomming gegeven van de aan het cultusbeeld geschonken sieraden en kledingstukken: een zilveren kroon (ook een voor het Kind), een zilveren ketting met daaraan een groot zilveren Agnus Dei, een zilveren ketting met daaraan een grote zilveren penning, twee zilveren ringen, een rozenkrans van koraal, vijf ‘rocken’ (in verschillende kleur en stof), en twee zilveren hullen of hoofdsluiers. - Op 14 september 1884 werd het beeldje door bisschop Paredis gekroond, kort nadat rector J.A. van Hegelsom het had laten herstellen en polychromeren. Vanaf die tijd werd het uitgesteld zonder mantels. Bij de herdenking van het kroningsfeest in 1934 werd het kroontje van Maria verrijkt met een edelsteen. |
|
| Verering |
Legende
|
|
| Materiële cultuur |
- Reliek: het parochiememoriaal vermeldt dat in 1862 de kapel in het bezit is gekomen van een mariale reliek afkomstig ‘uit het graf van O.L. Vrouw’. Deze reliek speelt in de cultus geen rol. De reliek zit in een theca die weer is opgenomen in een verguld/koperen en zilveren reliekhouder. Het bijschrift luidt: ‘Ex Sep. B.V.M.’ (‘Uit het graf van de H. Maagd Maria’). - Schilderij: in de Mariakapel hangt een schilderij (olieverf op linnen; 95 x 149 cm) uit 1865, vervaardigd door de kunstschilder J.A. van der Drift (1808-1883) in opdracht van rector L. Ramaekers. Het stelt de kapel te Oostrum voor, met links en rechts processies. Boven in de lucht zweven twee engeltjes die een banderol ophouden met de tekst: ‘Ziet van nu af zal ieder geslacht mij zalig heeten, Luc. I, 48’. Aan de onderzijde is een opschrift aangebracht dat verwijst naar de opdrachtgever van het doek: ‘L. Rameckers pastor ad sanctam Mariam in Oostrum’. In de collectie van het Katholiek Documentatiecentrum Nijmegen wordt een tekening (10 x 16 cm) van Van der Drift uit 1865 bewaard die als voorstudie voor het schilderij heeft gediend. Links en rechts zijn schetsen van het interieur van de kapel aangebracht. - Kelk: Janssen (1898) beschrijft een verguld zilveren kelk met pateen uit 1616; beide voorwerpen dragen het inschrift: ‘+ Maria + Cappell + Osterum + 1616 +’. -Votief- en offergeschenken: 1 de kapel beschikte oorspronkelijk over een grote collectie zilveren en gouden ex-voto’s. Deze hingen rondom de troon van het Mariabeeldje. In 1861 heeft men een groot aantal ex-voto’s (harten, armen, benen, kruisjes, kettingen, oorbellen, vaak geschonken na een sterfgeval) te gelde gemaakt voor de bouw van de rectorswoning. Aan het eind van de 19e eeuw hingen er nog votiefgeschenken achter het Maria-altaar. Dertig jaar later komen ze niet meer voor op interieurfoto’s van de kapel. De resterende ex-voto’s bevinden zich tegenwoordig in het museum ’t Freulekeshuus te Venray. De collectie omvat 61 objecten. Veel voorkomende motieven zijn harten (23), benen (19) en beesten (5); 2 onder de toren bevonden zich meerdere krukken en andere voorwerpen, geschonken uit dankbaarheid voor bewezen gunsten. Deze zijn voor 1896 uit de kapel verwijderd. Tegenwoordig bevinden zich in het noorderportaal van de kerk 14 plaquettes met teksten die verwijzen naar gebedsverhoringen. De plaquettes dateren uit de periode 1911-1986 en zijn geschonken door bedevaartgangers uit Oostrum, Venray-dorp, Sevenum, Venlo en Dahlhausen (D); 3 in de Mariakapel bevinden zich achter het altaar 24 standaards voor geofferde bedevaartkaarsen. Er stonden in 1998 nog 22 (oudere) kaarsen op; zij werden in de jaren 1960-1969 geschonken door de parochie St. Petrus Banden te Venray, de parochie St. Gertrudis te Oirlo, de parochie St. Willibrordus te Geijsteren, de communicanten van Venray, de Limburgse Boeren- en Tuindersbond ( kring Venray), de Limburgse Vrouwenbeweging (kring Venray) en de Boerinnenbond (kring Venray). Blijkbaar is sindsdien deze vorm van offergave in onbruik geraakt. - Replica’s: 1 omstreeks 1885 werden afgietsels van het beeldje van O.L. Vrouw vervaardigd op last van rector Van Hegelsom. Een exemplaar bevindt zich in de collectie van de redemptoristen te Roermond. Het gaat om een beschilderd gipsen beeldje met een hoogte van 36 cm; 2 eind 19e, begin 20e eeuw is een serie beeldjes gemaakt, die als pelgrimssouvenir werden verkocht. De parochie van O.L. Vrouw bezit een gekleurd en een ongekleurd exemplaar. De beeldjes (27 cm hoog) zijn van biscuitporselein, met kronen en scepter; 3 replicabeeldje van gepolychromeerd gips uit ca. 1950, coll. Museum Religieuze Kunst Uden, nr. MRK 1117. Devotioneel drukwerk - Bedevaartboekje: 1 [Joannes Andreas van Hegelsom], Onze Lieve Vrouw van Oostrum, troosteres der bedrukten en behoudenis der kranken (Maastricht: St. Paulusdrukkerij, 1884; 113 p.); 2 O.L. Vrouw te Oostrum-Venray. Handleiding bij het bezoek aan de aloude bedevaart O.L. Vrouw van Oostrum, vereerd als Behoudenis der Kranken, Toevlucht der Zondaren, Troosteres der Bedrukten (Oostrum-Venray: H. van Aarssen, [1909]; 180 p.). - Broederschapsboekje: broederschapsboekje O.L. Vrouw Behoudenis der Kranken te Oostrum-Venray (Venray: Gebr. Laurensse; impr. Roermond, 25 januari 1910, dr. P. Mannens) het boekje bevat: een lijst van te verdienen aflaten; het verhaal van het miraculeus beeld; een gebed van de broederschap. - Prentjes: 1 devotieprent met een afbeelding van O.L. Vrouw, en de tekst: ‘Mirakeleuse beldt van O.L. Vr. in Oostrum’ (perkament, eerste helft 17e eeuw; bewaarplaats onbekend; zie Janssen (1898) p. 9); 2 ingekleurde lithografie voorstellende ‘Oostrum (Venraij) op den Weg van Eindhoven naar Kevelaar’, met het Mariabeeld op haar troon, de kapel en enkele processies. Randschrift: ‘Die Capelle is van alden tiden een platze van groote devotie ter eeren van de H. Moeder Godts ende Magt Maria, die seer placht gevisiteerd ende gefrequenteerd te worden van alle Quartieres’; ontwerp: J.A. van der Drift (Emmerik: Romen, 1861/4; 22 x 14 cm; aanwezig in: Breda’s Museum; zie Janssen (1898) p. 22); 3 ‘Gebed der broederschap: ‘Behoudenis der kranken’ (impr. Roermond 29 januari 1884 P.J. Hoefnagels); 4 ‘Onze Lieve Vrouw van Oostrum, Troosteres der Bedrukten Behoudenis der kranken, bid voor ons’, met afbeelding van het beeld met op de achtergrond de kapel, op de voorgrond twee vazen met bloemen (Roermond, lith. F.A. Wartenbergh; 2e helft 19e eeuw); 5 prentje, zwart-wit, ‘Herinnering aan Uwe bedevaart naar O.L. Vrouw, Behoudenis der kranken, Oostrum (L.)’, met foto van het miraculeus beeldje en de genadekapel; gebed tot O.L. Vrouw ‘Behoudenis der Kranken’; gegevens over de geschiedenis van de Mariadevotie (z.p. [1935]); 6 vouwprentje, zwart-wit, ‘Herinnering aan Uw bedevaart naar O.L. Vrouw Behoudenis der kranken, Oostrum (L.)’ met foto van het miraculeus beeldje; gebed tot O.L. Vrouw ‘Behoudenis der Kranken’; gegevens over de geschiedenis van de Mariadevotie (z.p. en z.j.). Dit is het huidige gedachtenisprentje van Oostrum; 7 prentje, kleur, ‘Ter Herinnering aan de plechtige Maria-Kroning te Oostrum op 8 september 1934’; voorkant: afbeelding gezicht van Maria (’Mater Dolorosa’), achterkant: Marialied (z.pl., 1934); 8 devotieprentje in kleur ‘O.L. Vrouw van Oostrum’ met kinderen op de knieën voor een kleine Mariakapel (= ook de illustratie bij het hoofdstuk over O.L. Vrouw van Oostrum in de Lieve Vrouwkes van Limburg); 9 franstalig prentje met op de voorzijde een staande Maria omgeven door rozen met op de achterzijde "Souvenir de Notre-Dame-D'Oostrum" en een tekst over de "Origine du pèlerinage" (Impr. Rectoraat K. 38, Oostrum-Venraij, ca. 1900; 10,7 x 4,9 cm). - Diversen: 1 Programma der gouden kroningsfeesten van het miraculeus beeldje te Oostrum (L.). 1884 -8 september- 1934 (Venray: Van den Munckhof, z.j. [1934]); 2 Feestgids en programma bij de viering van het zesde eeuwfeest van Oostrum (L.) als bedevaartplaats van Onze Lieve Vrouw. 1350-1950 (Venray: Van den Munckhof, z.j. [1950]); 3 twee prentbriefkaarten in kleur, een van de kapel en een van het van beeld en het kruiswegpark (Oostrum: kadoshop Verhaegh, ca. 1990). |
|
| Bronnen en literatuur |
Archivalia: Oostrum, parochiearchief O.L.Vrouw Geboorte. Roermond, bisdomarchief: parochiedossier Oostrum. Tekstedities: G. Bannenberg, A. Frenken & H. Hens ed., De oude dekenaten Cuijk, Woensel en Hilvarenbeek in de 15de- en 16de-eeuwse registers van het aartsdiakonaat Kempenland, 2 dln. (Nijmegen: Gebrs. Janssen, 1968-1970) dl. 1, p. 118, vermelding kapel in 1400-1442, dl. 2, p. 276, kapel in 1485-1566. Literatuur: H. Welters, ‘Het miraculeus beeld en de genadekapel van O.L.V. te Oostrum, (Venray)’, in: Maria’s heiligdommen in Nederland en België (’s-Hertogenbosch: De Katholieke Illustratie, 1881) p. 246-251; Neerlandia Catholica of Het Katholieke Nederland. Ter herinnering aan het gouden priesterfeest van Z.H. Paus Leo XIII (Utrecht: P.W. Van de Weijer, 1888) p. 461; Jos. Habets, Geschiedenis van het tegenwoordig bisdom Roermond en van de bisdommen die het in deze gewesten zijn voorafgegaan, dl. 3 (Roermond: Romen & Zonen, 1892) p. 688-689; Mart. Jos. Janssen, ‘Historie der aloude heerlijkheid Spraeland-Vossum (Venray) van de O.L. Vr.-kapel met het mirakuleus beeld en het gilde aldaar’, in: Publications S.H.A. Limbourg 33 (1897) p. 3-134; Mart. Jos. Jansssen, ‘Geschiedenis van de O.L.Vr. Kapel te Oostrum (onder de parochie Venray) met het daarin berustende miraculeus beeld’, in: Publications S.H.A. Limbourg 34 (1898) p. 3-202; A.B. & L.O., Meimaand der genade-oorden, of Maria’s-Grootheden, Leven en Bevoorrechte Heiligdommen (Cuyk: J. Van Lindert, 1897/1901) p. 183; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 541-542; J.A.F. Kronenburg, Maria’s heerlijkheid in Nederland, dl. 6 (Amsterdam, F.H.J. Bekker, 1909) p. 213-218; ‘Een wonderbeeld’, in: Limburgsch Jaarboek 19 (1913) p. 211-216, vermelding van verdwenen ex-voto’s; Pierre Kemp, Limburgsch Sagenboek (Lutterade: Fonds voor Heemkunde, 1925) p. 33; F.H.H. Drehmanns, De Gouden Marialegenden (Maastricht: ‘Ernest van Aelst’, 1928) p. 260-262; J.H.A. Mialaret, De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V. De provincie Limburg, tweede stuk Noord-Limburg (Den Haag: Algemeene Landsdrukkerij, 1937) p. 207-211, ill. nrs. 394-397; J.R.W. Sinninghe, Limburgsch Sagenboek (Zutphen: Thieme, 1938) p. 107; Michael Schoengen, Monasticon Batavum, dl. 2 (Amsterdam: Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1941) p. 148-149; A. Welters, De lieve Vrouwkes van Limburg (Maastricht: E. van Aelst, 1941) p. 61-66; Gerard Lemmens, Maria in Limburg. De legendenkrans voor Maria (Maastricht: ‘Veldeke’, 1947) p. 182-191; A.J. Munsters, ‘Verkenning van de Middeleeuwse kerk in Limburg’, in: E.C.M.A. Batta e.a. ed., Limburgs verleden, dl. 2 (Maastricht: LGOG, 1967) p. 510; J.M. Gijsen, Joannes Augustinus Paredis (1795-1886), bisschop van Roermond en het Limburg van zijn tijd (Assen: Van Gorcum, 1968) p. 445, kroning beeld; H.P.H. Camps, Venray in oude ansichten (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1976) p. 65, 68, foto’s processie en kapel ca. 1920; Charles Genders, Langs de oude Limburgse kerken. Midden- en Noord-Limburg (Baarn: Bosch en Keuning, 1977) p. 133-134; Gerard Lemmens & Leo Herberghs, Maria in Limburg. Sprakeloze vertellingen (z.p.: Corrie Zelen, 1978) p. 63-64, naar Lemmens (1947); J.J. Antier, De pelgrimage weer ontdekt. In het Nederlands vertaald, ingeleid en wat de Benelux betreft aangevuld door Th.G.A. Hendriksen, bisschop (Utrecht: Zaken die God raken, [1980]) p. 411-412; Sef Derkx, Pelgrimstochten. bedevaarten vanaf de middeleeuwen (Venlo: Goltziusmuseum, 1986) p. 13; Jubileumfeesten Oostrum 1988. 50 jaar parochie O.L. Vrouw Geboorte. 70 jaar muziekvereniging harmonie Sub Matris Tutela. 40 jaar dorpsraad Werkcomité Oostrum (Venray: Van den Munckhof, 1988) p. 5-35; J.M.A. van Cauteren, Maria in Limburg. Vroomheid rond miraculeuze beelden (Weert: museum Jacob van Horne, 1989) p. 10-11; ‘Onze Lieve Vrouw van Oostrum’, in: De Sleutel 21 (1993) nr. 9, p. 4-5; Herman Andriessen e.a., Kapellen onderweg. Hedendaagse spiritualiteit in Limburgse Maria-legenden (Baarn: Gooi & Sticht, 1996) p. 95-100; W. Meulenkamp & P. de Nijs, Buiten de kerk. Processieparken, Lourdesgrotten en Calvariebergen in Nederland en België (Nieuwegein: Aspekt, 1998) p. 156-158; Peter Jan Margry, Teedere quaesties. Religieuze rituelen in conflict. Confrontaties tussen katholieken en protestanten rond de processiecultuur in 19e-eeuws Nederland (Hilversum: Verloren, 2000) p. 115, 136. Overige bronnen: PJMI BiN-dossier Oostrum. |
|
| Laatste mutatie | 05-08-2024 | |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |
||














