Reusel, O.L. Vrouw, Sterre der zee |
||
Cultusobject: | O.L. Vrouw, Sterre der zee | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Eerste maandag in mei | |
Periode: | Middeleeuwen - ca. 1600 / 1938 - ca. 1954 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk O.L. Vrouw Tenhemelopneming | |
Adres: | Kerkstraat 1, 5541 EM Reusel | |
Gemeente: | Reusel | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: | In de middeleeuwen werd te Reusel een miraculeus Mariabeeldje vereerd. Op 15 augustus kwam men vanuit de omgeving naar de Reuselse kerk. Het oorlogsgeweld in de Meierij van 's-Hertogenbosch vanwege de Nederlandse Opstand omstreeks 1600 betekende de doodsteek voor de bescheiden bedevaart. Omstreeks de Tweede Wereldoorlog herleefde de verering op lokaal niveau. Jaarlijks wordt op de eerste maandag van mei nog een stille omgang gehouden. | |
Auteur: | Ottie Thiers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Reusel ligt aan de Belgische grens, ruim twintig kilometer ten zuiden van Tilburg. Acht kilometer verder, aan de andere kant van de grens, ligt de abdij van Postel, waartoe Reusel vroeger grotendeels behoorde. De middeleeuwse kerk van Reusel lag vlakbij de huidige kerk, aan de overzijde van de weg Turnhout-Eindhoven. De kerk was, blijkens registers uit de 14e en 15e eeuw, een 'quarta capella'. In 1997 zijn opgravingen begonnen op het terrein van de oude kerk. Het gebouw bestond uit een schip met vier traveeën, waaraan vermoedelijk in 1530 twee hoge kruisarmen zijn toegevoegd. In 1520 was een van de twee altaren in de kerk gewijd aan Maria. - In 1648 werd de kerk toegewezen aan de protestanten waarna ze in verval raakte. De katholieken kerkten aanvankelijk over de grens in Arendonk (B); na 1672 in een schuurkerk in Lensheuvel. Deze stortte in 1747 in, werd na enige strubbelingen herbouwd, maar brandde in 1795 af, waarna toestemming werd verkregen om de oude middeleeuwse kerk weer in gebruik te nemen. In 1823 werd deze kerk grondig hersteld. In 1895 is tenslotte vlakbij de oude kerk een nieuwe driebeukige neogotische kruiskerk opgetrokken naar ontwerp van de architecten P.J. Bekkers en A. Bruning. - De Mariakapel bevindt zich linksachter in de kerk, aangebouwd tegen de zijgevel. In 1946 besloot men de kapel te verfraaien; ter vervanging van een vernield raam werd een nis aangebracht voor een O.L. Vrouwebeeld; het beeld zelf zal spoedig daarna geplaatst zijn. In 1952 voltooide Ninaber van Eijben uit Boxtel drie nieuwe ramen voor de kapel. Het linkerraam stelt de annunciatie, de geboorte van Christus en de vlucht uit Egypte voor; het middenraam, boven de nis met het beeld, verbeeldt de Sterre der Zee en de drieëenheid en het rechter de kruisiging, de bewening en de hemelvaart van Maria. - In de kerkhofmuur naast de kerk is een steen ingemetseld met een afbeelding van Maria met haar gestorven zoon. Deze steen is oorspronkelijk omstreeks 1950 aangebracht bij een voormalig congregatiehuis door het Brabants Studentengilde. De bedoeling was dat de parochie nadien nog zes stenen zou plaatsen langs de processieroute van O.L. Vrouw van Reusel, maar dat is er nooit van gekomen. |
|
Cultusobject |
- Het middeleeuwse Mariabeeldje is niet bewaard gebleven. Het is - waarschijnlijk enige tijd voor het verdwijnen van de verering omstreeks 1600 - vervangen door een nieuw exemplaar, omdat het oorspronkelijke door ouderdom was aangetast. Dit vervangende beeld is eveneens verdwenen. Hoe oud het eerste beeldje was en hoe het eruit zag, is niet bekend. Welvaarts (1877) oppert dat de afbeelding op het zegel van Reusel mogelijk gelijkenis vertoont met dit wonderdadige beeld. Ovaalvormige zegels uit de 12e eeuw tonen volgens hem een zittende gekroonde Maria (type 'Sedes sapientiae' of 'Zetel der wijsheid'), met het kind op de linkerarm en een scepter in de rechterhand. Het randschrift luidt: 'Stella Maris, Sancta Maria' ('Sterre der Zee, H. Maria'). Het is echter de vraag of het door hem beschreven zegel wel van Reusel kan zijn, aangezien de laatbank (het gerecht) van Reusel, die aangesteld werd door de abdij van Postel, pas in 1435 het recht kreeg een zegel te gebruiken. Deze laatbank werd in 1689 opgeheven. Uit de tussenliggende periode zijn vijf verschillende zegels bekend, waarvan slechts twee, uit 1628 en 1636, een afbeelding van O.L. Vrouw tonen, bovendien staande. Reusel was in die jaren al geen bedevaartplaats meer. - Het huidige Mariabeeld, uit 1946, is een uit hout gesneden 'Sedes sapientiae'. De gekroonde, zittende Maria draagt het kind op de linkerarm; in de rechterhand houdt zij een scepter. Het beeld is gemaakt door Albert Meertens uit Berg en Dal en is 75 centimeter hoog. |
|
Verering |
- De kerk van Reusel is van oudsher toegewijd aan Maria en wordt al genoemd in bronnen uit het midden van de 12e eeuw, toen heer Fastradus van Uitwijk een derde deel van de goederen van deze kerk aan de pas gestichte norbertijnenvestiging in Postel schonk. In de loop der tijd verkreeg de abdij van Postel meer dan 80 procent van de gehele parochie van Reusel. - De oudste en enige berichten over de verering zijn gepubliceerd in het bekende werk Brabantia Mariana van de norbertijn Augustinus Wichmans, dat uitkwam in 1632. Twee getuigen hebben hem schriftelijk verhaald van de Reuselse Mariaverering. De eerste, Henricus Fabri, norbertijn en pastoor te Duizel, was van 1608 tot 1619 pastoor te Reusel. Zijn getuigenis is uit de tweede hand; wat hij weet heeft hij van oude mensen gehoord. De ander is de voormalige secretaris van de laatbank die veertig jaar tevoren ook de functie van koster uitoefende. Hij put uit eigen herinnering. Zij verhalen dat in het verleden het volk de kerk van Reusel bezocht omwille van de talrijke wonderen die er geschiedden. Het begin van de verering is onbekend. Op het feest van Maria Hemelvaart (15 augustus) was de toestroom van pelgrims zo groot dat in de omgeving van de kerk alle wegen verstopt waren met wagens en rijtuigen. Bij het altaar hingen breukbanden, krukken, ijzeren boeien van gevangenen en soortgelijke geschenken. Tijdens de Nederlandse Opstand is het dorp kort na 1580 verwoest en een tijdlang verlaten geweest, waarna er ook geen wonderen meer worden vermeld. Toch schijnt het oorlogsgeweld niet de enige oorzaak voor het verdwijnen van de bedevaart te zijn geweest. Het oorspronkelijke, door ouderdom aangetaste beeld, werd aan het einde van de 16e eeuw vervangen door een nieuw exemplaar, waarin het volk geen vertrouwen had. - Latere schrijvers gaan uiteindelijk allemaal terug op Wichmans. Op het eerste gezicht lijkt de prior en archivaris van de abdij van Postel, Th. Welvaarts, in 1877 andere archiefbronnen te hebben aangeboord. Het is echter vrijwel zeker dat hij een handgeschreven kopie van enkele pagina's uit Wichmans' werk heeft gebruikt. De extra informatie die hij geeft bestaat vooral uit een mooie aankleding van het verhaal; aan de krukken en breukbanden voegt hij nog met dankschriften behangen muren en gouden en zilveren geschenken toe. Latere schrijvers hebben dit overgenomen. - Het is moeilijk na te gaan in hoeverre de oude verering in de parochie voortleefde; Maria werd als patrones van de parochie voortdurend vereerd. Dit uitte zich bijvoorbeeld in 1849, toen de parochianen massaal bijdroegen in de kosten van een troon voor een O.L. Vrouwebeeld in de parochiekerk. De geschiedenis werd niet volledig vergeten; een streekgeschiedschrijver was het verhaal rond 1825 op het spoor gekomen. Onder de ouderen in Reusel zijn er nu nog die van het verdwijnen van de middeleeuwse verering zeggen dat 'het Lievevrouwke van Reusel te voet naar Scherpenheuvel [een bekende Belgische bedevaartplaats van Maria] is vertrokken'. Gelovigen uit de omgeving die behoefte hadden aan een Mariabedevaart konden inderdaad in de Zuidelijke Nederlanden terecht, vanaf 1645 zelfs vrijwel 'naast de deur'. In 1646 liet Augustinus Wichmans in het gehucht Werbeek bij Retie de eerste bedevaartkapel bouwen. Het miraculeuze beeldje in deze kapel was bij ⟶ Chaam in de omgeving van Breda gevonden. Norbertijnen van Postel, die in de omgeving vaak als pastoor werkzaam waren, stimuleerden de bedevaart. Vanuit Eersel en andere dorpen trok men via Postel naar O.L. Vrouw ter Sneeuw van Werbeek, die talloze gunsten en genezingen op haar naam stelde. De reputatie van Werbeek geraakte zo stevig verankerd dat de bedevaarten tegenwoordig nog worden gehouden. - Kort voor de Tweede Wereldoorlog ontstond, op initiatief van pastoor Bijnen, een hernieuwde belangstelling voor 'O.L. Vrouw van Reusel', zoals zij toen werd aangeduid. Aanvankelijk overwoog hij een oude verering van de H. Barbara te herstellen, van wie de parochie een reliek bezat, maar uiteindelijk viel de keuze toch op O.L. Vrouw van Reusel. - Pastoor W. van Mierop, die Bijnen opvolgde in 1943, heeft eveneens zijn steun gegeven aan de Mariaverering. In 1947 is al een devotieprentje van O.L. Vrouw van Reusel gedrukt. In 1948 werd op initiatief van de R.K. Werkliedenvereniging voor de eerste keer een stille omgang gehouden ter ere van O.L. Vrouw van Reusel, met als intenties de behouden thuiskomst van de jongens in Indië en het welzijn van de zieken in de parochie. Vertrekpunt was de pastorie, vanwaar men via de Lindestraat, de Schoolstraat en de Hoofdstraat naar de kerk trok. De route was zo gekozen dat deze langs het fraterhuis kwam; in de buurt daarvan lag vroeger volgens de overlevering het 'Lievevrouwebosje'. Alle katholieke verenigingen waren uitgenodigd zich met hun vaandels aan te sluiten. Deze vaandels vormden de enige 'uitwendige praal'. Kinderen deden niet mee; het was de bedoeling in stilte te bidden. In de kerk volgde een kort slotwoord, het Tantum Ergo, de zegen met het H. Sacrament en tot slot een lied van O.L. Vrouw. De deelname was overweldigend, zodat men besloot voortaan ieder jaar een omgang te houden. - De eerstvolgende jaren was de intentie van de omgang 'de geestelijke en tijdelijke bloei der parochie'. In 1949 dacht men bij het tijdelijke vooral aan de dreigende werkeloosheid. Dat jaar werden onder het octaaf van Maria ten Hemelopneming drie nieuwe klokken gewijd; de grootste kreeg de naam van O.L. Vrouw. In het Mariajaar 1954 kwam de parochie Hooge Mierde in processie naar Reusel ter verering van O.L. Vrouw Sterre der Zee, de titel die tegenwoordig het meest gebruikt wordt (mogelijk is de naam Sterre der Zee in 1954 geïntroduceerd naar aanleiding van de rondgang die in dat jaar door het bisdom Roermond werd gemaakt met het ⟶ Maastrichtse beeld van O.L. Vrouw Sterre der Zee). Daarna volgde de Werk-liedenvereniging, die ook afdelingen uit de omgeving had opgeroepen. Als gevolg van het slechte weer viel de opkomst wat tegen. - De stille omgang wordt nog steeds ieder jaar gehouden. Voorop gaat het kruis met flambouwen, gevolgd door de deelnemers, merendeels ouderen. Ook worden enkele vaandels meegedragen. - In 1996, bij de viering van het honderdjarig bestaan van de kerk, is een historische optocht gehouden. Het thema van de middeleeuwse bedevaart werd tweemaal uitgebeeld; de naoorlogse stille omgang was ook opgenomen. |
|
Materiële cultuur |
- Devotieprentjes: 1 zwart-wit prentje (7 x 11 cm) met op de voorzijde een afbeelding van het nieuwe beeld met tekst 'O.L. Vrouw van Reusel, bid voor ons' en op de achterzijde een tekst i.v.m. de missieweek van 22 tot 30 november 1947, gegeven door drie capucijnen; 2 Prentje (7,2 x 11,8 cm) met op de voorzijde een afbeelding van O.L. Vrouw van Reusel en op de achterzijde een herinnering aan het zilveren priesterfeest (1918 - 25 mei - 1948) van L. Bijnen pastoor te Reusel; coll. Museum Religieuze Kunst Uden; 3 prentje, afgebeeld in Brabers (1977): Maria in zittende houding met kind en scepter, omgeven door een gekroonde boog op twee zuilen met aan haar voeten een bak gevuld met bloemen en de tekst 'Stella Maris, Sancta Maria'. Onderschrift 'O.L.Vrouw van Reusel, b.v.o.'; 4 dubbele ansichtkaart met op de voorzijde een foto van het Mariabeeld in de kapel met het onderschrift 'Het Mariajaar met Onze-Lieve-Vrouw van Reusel 1988' en aan de binnenzijde een gebed; op de achterzijde 'Maria, klare sterre' en 'Angelus' (10 x 15 cm; 4 p.). - Vlugschrift: stille omgang 1948 (Reusel, Jan Tielemans, [1948]; 21 x 29 cm; 1 p.) |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Postel, archieven van de abdij van Postel: lias 8, Reusel, waarschijnlijk 17e-eeuwse handgeschreven kopie uit Wichmans, Brabantia Mariana, p. 418-420 (zie B); de zegels die Welvaarts beschrijft zouden in het Postelse archief moeten berusten, maar zijn nauwelijks te vinden omdat ze ooit zijn losgemaakt van de stukken. Reusel, parochiearchief: memoriaal p. 14-20; notulen kerkbestuur 1 maart 1946. 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: dossier parochie Reusel, stukken m.b.t. vroegere Maria-altaar 1580 en 1581; map B fundaties, schenkingen; map C liturgica. Tekstedities: Jan van Laarhoven, Het schetsenboek van Hendrik Verhees ('s-Hertogenbosch: Merlijn, 1975) p. 84-85; G.C.A. Juten, Kerkelijke beneficiën in het voormalige dekenaat Hilvarenbeek. Consilium de Beke ([Bergen op Zoom]: [Juten], [1910]) p. 238-239; Peter Meurkens ed., De dagboeken van P.N. Panken, 1819-1904. Memorieboek van een Brabantse schoolmeester, 6 dln. (Eindhoven: Kempen Uitgevers, 1993-1997) dl. 5, p. 115. Literatuur: Augustinus Franciscus Wichmans, Brabantia Mariana tripartita (Antwerpen: J. Cnobbaert, 1632) p. 164, 418-420; J. Hanewinkel, Geschied- en aardrijkskundige beschrijving der stad en Meijerij van 's-Bosch (Nijmegen: J.C. Vieweg, 1803) p. 419; [Antonius van Gils], Katholyk Meyerysch memorieboek ('s- Hertogenbosch: J.J. Arkesteyn, 1819) p. 482, volgens Wichmans; A.C. Brock, Historische beschrijving van de Meierij. Handschrift vervaardigd in de jaren rond 1825 (Schijndel: streekarchief, 1978; facsimile van A.C. Brock, De Stad en Meyerij van 's Hertogenbosch of derzelver beschryving. Tweede Afdeeling) p. 243-244, naar Wichmans; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's-Hertogenbosch etc., dl. 4 ('s-Hertogenbosch: J.F. Demelinne, 1840) p. 172-173, volgens Wichmans; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. 5 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1876) p. 570, volgens Wichmans; Th.Ign. Welvaarts, Reusel, naar de archieven van Postel's abdij (Turnhout: Splichal-Roosen, 1877) p. 111-117; Th.Ign. Welvaarts, Werbeek, zijne kapel en bedevaart. Uittreksel van het Kempisch Museum, 1891, Geschied- en oudheidkundig maandschrift (Turnhout: Joseph Splichal, 1891) p. 5-16; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, 9 dln. (Amsterdam: Bekker, 1909-1913) dl. 3, p. 155-157, dl. 5, p. 478 en 538, deze baseert zich vnl. op Wichmans en Welvaarts; [C.J. Zwijsen], 'Onze Lieve Vrouw van Reusel', in: Sint-Jansklokken 1 (1923) p. 137; 'Onze vragenbus; oud Maria-genadeoord', in: Sint-Jansklokken nr. 572, 16 december 1933, p. 614; Edward Sneyers, Bijdrage tot de geschiedenis van Retie ([Retie?]: Uitgavecomité GVR, 1972); P.G. Bins, Prisma toeristengids Zeeland Brabant Limburg (Utrecht-Antwerpen: Het Spectrum, 1972) p. 56-57; H. Brabers e.a. ed., Onze Lieve Vrouwkes van Brabant (['s-Hertogenbosch]: Provinciaal Genootschap, [1977]) p. 56-57; Harrie Franken, 'De Eerselse bedevaart naar Werbeek', in: Kroniek van de Kempen 2 (Hapert: De Kempen, 1983) p. 12-13; Fr. J.A.W. Smulders, Enige wetenswaardigheden uit de geschiedenis van de parochie en kerk van O.L. Vrouw Tenhemelopneming te Reusel (Reusel 1985); Jan Melssen, 'Wapens en zegels, Reusel', in: Kroniek van de Kempen 6 (Hapert: De Kempen, 1988) p. 108-110; Jahoi (= de schrijvers Joan Jansen, Hein Horsting & Sjef Imants), 'Reuselse geschiedenis', in: De Schééper (Reusel; Heemkunde Werkgroep Reusel) 1 (1990) nr. 4, p. 5-7, artikel overgenomen uit De Brug 2 (1948) nr. 10, met aanvulling; Wies van Leeuwen, 'Reusel', in: Kroniek van de Kempen 13 (Hapert: De Kempen, 1994) p. 80; J.W. Hagen & Graard Janssen, Acht eeuwen kerken in Reusel (Reusel: H[eemkunde] W[erkgroep] R[eusel], 1995); Fons Jansen e.a., Programmaboekje historische optocht en dorpsfeest, Reusel, 16 juni 1996 (Reusel: Werkgroep optocht en dorpsfeest, 1996). Overige bronnen: Meertens Instituut BiN dossier Reusel; Utrecht, Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland dossier parochie O.L. Vrouw Tenhemelopneming; mededelingen van dhr. W. Jansen te Reusel in 1997. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |