Roosendaal, H. Cornelius

Cultusobject: H. Cornelius Open Street Maps
Datum: 16 september (+ octaaf); tweede of derde weekend van september
Periode: 1916 - ca. 1960
Religieuze context: Christelijk
Locatie: H. Kruiskerk van de parochie Roosendaal-West
Adres: Brouwerstraat 2, 4703 CB Roosendaal
Gemeente: Roosendaal
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: Breda
Samenvatting: De verering voor de H. Cornelius in Roosendaal dateert van de oprichting van de Corneliusparochie en -broederschap in 1916. De broederschap telde omstreeks 1930 ruim 6000 leden. De heilige werd aangeroepen tegen stuipen, vallende ziekte, jicht en zenuwkwalen. De verering heeft tot omstreeks 1960 een uitstraling gehad naar omliggende parochies. Sinds de opheffing van de Corneliusparochie vindt de nu nagenoeg lokale verering plaats in de H. Kruiskerk.
Auteur: Hans de Jong
Illustraties:
Topografie - De Corneliuskerk, in 1916-17 gebouwd onder architectuur van J. van Groenendael, was gelegen op de splitsing van de Wouwseweg en de Hulsdonksestraat. De kerk werd op 8 januari 1918 geconsacreerd door P. Hopmans, bisschop van Breda.
- In de kerk stonden twee zijaltaren, een ter ere van O.L. Vrouw, het andere ter ere van Cornelius. In 1940 schilderde Wijnand Geraedts onder meer de voorstellingen rond het Corneliusaltaar, waarvan een wat cryptische omschrijving luidt: 'H. Corn[elius] celebreert als Paus i[n] d[e] Catacomben Marteldood'.
- Op 16 september 1954 werd achterin het gebouw, aan de zijde van de Hulsdonksestraat, een devotiekapel ter ere van Cornelius ingewijd. Deze had een tegenhanger in een kapel toegewijd aan O.L. Vrouw van de Wonderdadige Medaille, die in 1952 was ingericht.
- Op 13 mei 1956 werden nieuwe luidklokken gewijd, waarvan de grootste de naam van Cornelius kreeg.
- In 1970 werd de parochie opgeheven en samengevoegd met de H. Kruisparochie, die in 1962 was opgericht om te voorzien in de pastorale zorg voor het uitbreidingsplan Westrand. De zo ontstane nieuwe parochie heet tegenwoordig Roosendaal-West. De Corneliuskerk is in 1973 afgebroken.
Cultusobject

- De paus en martelaar Cornelius († 253) had tijdens zijn pontificaat te maken met verscheurdheid van de christelijke gemeenschap. In tegenstelling tot de tegenpaus Novatianus stond hij voor een milde boetepraktijk bij christenen die vanwege de vervolging tijdelijk van hun geloof waren gevallen. 
De verering van Cornelius (14 september; later 16 september), groeide in West-Europa gedurende de 7e tot in de 10e eeuw door middel van de verspreiding van diens relieken. Kornelimünster, nabij Aken, is vanwege de aanwezigheid van enkele belangrijke relieken (het grootste deel van het hoofd, rechterarm en drinkhoorn) thans nog een van de drukst bezochte bedevaartplaatsen in Duitsland. Cornelius is een van de vier heilige maarschalken (de overige drie zijn Quirinus, Antonius Abt en Hubertus). Hij is patroon van de boeren en het (hoorn-)vee. Iconografisch wordt Cornelius afgebeeld als paus met een hoorn in de hand. Met name in Noord-Brabant was Cornelius een populaire heilige die in de 19e en 20e eeuw in tal van plaatsen met behulp van relieken en broederschappen als nieuwe cultus is geïntroduceerd.
- De H. Kruiskerk bezit een reliek van de H. Cornelius, gevat in een ronde koperen reliekhouder die is voorzien van een kristallen venster. De reliek bestaat uit botfragmenten, die met een rood draadje bijeengehouden worden. Op 25 juni 1911 gaf bisschop P. Leijten van Breda toestemming om deze relieken in zijn diocees te vereren. De reliek is afkomstig uit de Corneliuskerk en vermoedelijk geschonken door Mej. Dina Dekkers-Dierckxsens, die hem op haar beurt op 1 januari 1912 had ontvangen van de redemptorist M. van Diejen.
- Een kleine ronde zilveren theca bevat een botpartikel en de tekst 'Coernel. P.M.'.
- De Corneliuskerk bezat vanaf de ingebruikname een beeld van haar patroonheilige, dat waarschijnlijk eerst op het zijaltaar stond en vanaf 1954 op een standaard in de devotiekapel. Tegenwoordig staat dit Corneliusbeeld achterin de H. Kruiskerk. Het betreft een gepolychromeerd gipsen beeld (hoogte 1,25 m) uit het begin van de 20e eeuw.
 

Verering - Cornelis van Aken (1877-1938), voorheen kapelaan in Oosterhout, werd aangesteld als bouwpastoor van de in 1916 opgerichte parochie. Hij koos voor de H. Cornelius als patroon van parochie en kerk om een drievoudige reden: omdat Cornelius ook zijn persoonlijke patroon was, omdat er in het dekenaat nog geen Corneliuskerk bestond, en omdat de heilige 'de blijkbare Beschermer is der kinderen van jeugdigen leeftijd, en der lijders aan zenuwziekte, de kwaal van onzen tijd'. In Oosterhout had hij bovendien het succes van de Corneliusbedevaartplaats ⟶ Den Hout van nabij meegemaakt.
- Op verzoek van pastoor Van Aken richtte bisschop Hopmans in oktober 1916 een broederschap op ter ere van de patroonheilige van de nieuwe parochie. Doel was om de verering van de H. Cornelius te bevorderen, de zegen over de kinderen door zijn voorspraak af te smeken, en de genezing van stuipen, jicht, vallende ziekte en zenuwkwalen te verkrijgen. Aan de leden van de broederschap, die biechtten, communiceerden en baden 'volgens de mening van de paus' op de dag van de inschrijving, op het feest van St. Cornelius of tijdens het octaaf van dit feest, werd een volle aflaat verleend. De broederschap telde naar schatting omstreeks 1930 (de periode van de hoogste inkomsten) ruim 6000 betalende leden, waarschijnlijk afkomstig uit de eigen en omliggende parochies.
- Door bemiddeling van zijn vriend pater Lambertus van Rooij, die te Rome verbleef, verkreeg pastoor Van Aken van de Heilige Congregatie der Riten de faculteit tot het wijden van water, brood, zout en medailles ter ere van de H. Cornelius. De faculteit werd verleend voor tien jaar en is in 1926 vernieuwd. Deze ceremonie geschiedde met behulp van een speciale formule en met gebruikmaking van de hoorn of een relikwie van de heilige.
- De feestdag van de heilige, 16 september, werd voorafgegaan door een noveen en een triduum, en gevierd met een octaaf. Via aankondigingen aan de deuren van verschillende kerken in de omgeving werden gelovigen uitgenodigd naar de Corneliuskerk te komen. Tijdens het octaaf was de kerk de gehele dag open. Volwassenen en kinderen konden zich laten overlezen tegen elke zenuwkwaal, zij konden gewijd water en zout en gewijde medailles verkrijgen en zich laten inschrijven in de broederschap. Tevens waren in de sacristie devotieboekjes en prentjes voorhanden. Er waren bijzondere missen voor de levende en overleden broederschapsleden en missen ter ere van Cornelius met een bijzondere intentie. Elke middag werd een lof gevierd.
- Zeker tot circa 1960 werd de Corneliusverering in Roosendaal mede gedragen door vereerders uit andere parochies. De broederschap heeft tot de sluiting van de kerk gefunctioneerd, maar in de jaren zestig daalde het ledental.
- Vanaf 1970 is de verering voortgezet in de H. Kruiskerk. Het patroonfeest van deze kerk valt op 14 september (het feest van de Kruisverheffing). De viering van het feest van H. Cornelius wordt hiermee gecombineerd in het tweede of derde weekend van september. Na de eucharistieviering wordt de mogelijkheid geboden de Corneliusreliek te vereren. De meeste deelnemers komen uit de eigen parochie.
- In 1923 werd de Corneliusschool voor jongens opgericht.
Materiële cultuur - Joannes F.J. Klep, De H. Cornelius patroon van de H. Cornelius-parochie te Roosendaal (Bisdom Breda) in 't bijzonder aangeroepen voor alle gevallen van zenuwkwalen en zenuwlijden, alsmede bij vallende ziekte, stuipen en jicht (Roosendaal: J. van Poll-Suykerbuyk, 1919), Coll. D. Gooren.


Bronnen en literatuur Archivalia: Roosendaal, gemeentearchief: parochiearchief St. Cornelius, inv. nrs. 70, 82, 162, 165, 181, 280, 282-289 en documentatiemap Corneliuskerk (zie: B.M. Weetink, De archieven van de parochie van de H. Cornelius te Roosendaal: 1916-1970 (Roosendaal: Gemeentearchief Roosendaal en Nispen, 1986)). Eindhoven, Regioarchief: archief Stichting Brabants Heem, enquête r.k. gebruiken (1980).
Literatuur: St. Cornelius-boekje of beknopte schets van het leven [...] van den H. Cornelius [...] door een pater redemptorist (1e dr. 1888; 7e 10.000-tal, 's-Hertogenbosch: G. Mosmans Zoon [impr. 1938]); Alb. van Rooijen, Vereering van den H. Cornelius (Bijzondere Patroon tegen Zenuwziekte) in Nederlandsche kerken en kapellen (Leiden: Futura, 1918) p. 3 en 46-53; in: De Grondwet van 8 en 19 september 1925, aankondigingen van vieringen in de Corneliusparochie; J.P. Bik, Feest- en vierdagen in kerk- en volksgebruik, dl. 3 (Velsen: Th.F. Wolfs, 1958) p. 113; M. Zender, Räume und Schichten mittelalterlicher Heiligenverehrung in ihrer Bedeutung für die Volkskunde. Die Heiligen des mittleren Maaslandes und der Rheinlande in Kultgeschichte und Kultverbreitung (Düsseldorf: Rheinland-Verlag, 1959) p. 171; Gids voor de parochie van de H. Cornelius te Roosendaal (Roosendaal: Kerkbestuur, 1966) p. 7, 9 en 23, dezelfde tekst wordt aangetroffen in de gids van 1969; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen III. Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 30, Cornelius wordt te Roosendaal vereerd zonder bedevaart; P. van Haperen & W.M. Heijnen, 'Van kerk tot flat', in: Heemkundekring Roosendaal en Nispen 3 (1982) p. 20-29; J.C.M. de Jong, 'Kleine devoties in Roosendaal en Nispen', in: Jaarboek 'De Ghulden Roos' 56 (1996) p. 107-116.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Roosendaal-Cornelius; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 23 (1959), 64a (1993).

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.