Den Haag, O.L. Vrouw van Scherpenheuvel |
||
Cultusobject: | O.L. Vrouw van Scherpenheuvel | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Onbekend | |
Periode: | 1661 - 1768 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Schuilkerk aan de Nobelstraat (ca. 1161 -1692); schuilkerk tussen Nobel- en Juffrouw Idastraat (1692-1768?) | |
Adres: | - | |
Gemeente: | Den Haag | |
Provincie: | Zuid-Holland | |
Bisdom: | Rotterdam | |
Samenvatting: | In 1661 kwam een O.L. Vrouwebeeld, naar verluidt gesneden uit de omgehaalde eik van de bedevaartplaats Scherpenheuvel, terecht in de jezuïetenstatie in Den Haag. Toen in 1664 een pestepidemie Den Haag teisterde, bezochten vele gelovigen het Mariabeeld. In 1768 belandde het beeld in de Nijmeegse jezuïetenstatie. De huidige verblijfplaats is onbekend. | |
Auteur: | Jeroen van de Ven | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In de periode van de Hollandse Zending bedienden jezuïeten tussen 1608 en 1719 verschillende kleine staties in Den Haag en nabij gelegen dorpen in het Westland. Rond 1627 werd door de jezuïet Theodorus Tack op een zolder in een pand aan de Haagse Nobelstraat 1 een kleine bidkapel gesticht. In 1652 werd het bestaan van dit kerkje bevestigd door de apostolische vicaris Jacobus de la Torre die officieel het recht van opvolging door de jezuïeten erkende. Het oratorium aan de Nobelstraat is tot ca. 1690 in gebruik geweest. - Voor het jaar 1670 bestaan enkele korte vermeldingen over twee vrome zussen die begonnen waren met de bouw van een klein kerkje op de vierde verdieping in hun woonhuis in de Nobelstraat. Dit pand was gelegen tussen de Nobelstraat en de Juffrouw Idastraat. In 1691 werd de kapel op de vierde verdieping door meestermetselaar Jacob van Kleef bouwvallig verklaard. Men verplaatste de kerk vervolgens naar de begane grond. De bouwwerkzaamheden kwamen, met enkele onderbrekingen, in 1692 gereed. Met de voltooiing van het kerkje tussen de Nobelstraat en de Juffrouw Idastraat konden de Haagse jezuïeten hun huiskapel op de zolder aan de Nobelstraat verlaten en een eigen kerkje in gebruik nemen (30 maart 1692). In 1708 werd dit kerkje gesloten, maar in 1719 weer heropend. De kapel werd maar weinig gebruikt en in 1771 verkocht aan de stad Den Haag om dienst te gaan doen als 'collegium chirurgicum' en 'theatrum anatomicum'. - Waarschijnlijk bevond het beeld van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel zich in deze kerkjes, hoewel dit nergens als zodanig staat vermeld. Het is onbekend waar het beeldje tussen circa 1720 en 1768 huisde. - In 1768 kwam het Haagse Mariabeeld door toedoen van Willem van Wichen terecht in een jezuïetenstatie in Nijmegen (pand aan de Lage Markt op de hoek van de Vinkengas). In 1814 werd de jezuïetenorde in Nederland hersteld. In 1818 werd de tweebeukige Nijmeegse regulierenkerk aan de Molenstraat overgedragen aan de jezuïeten en omgedoopt tot Ignatiuskerk (⟶ Nijmegen, O.L. Vrouw van Nijmegen). - Op welke locatie in Nijmegen het Haagse beeldje van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel werd bewaard, is onbekend. De jezuïetenstatie aan de Lage Markt ligt in ieder geval voor de hand. Het Mariabeeld is tegenwoordig niet meer in Nijmegen aanwezig. Sedert circa 1950 is de verblijfplaats van het O.L. Vrouwbeeld onbekend. |
|
Cultusobject |
O.L. Vrouw van Scherpenheuvel - Op een heuvel in de buurt van Sichem (B) bevond zich omstreeks 1600 een beeld van O.L. vrouw in een eikenboom. De bescheiden verering van dit beeldje dijdde sterk uit nadat de aartshertogen Albert en Isabella, de bestuurders van de Zuidelijke Nederlanden, vanaf 1603 uit gelofte een stad op de 'scherpenheuvel' lieten bouwen, met een kerk voor het wonderdadige beeld. Bij de herinrichting van de heilige plaats werd de eik gekapt. De bedevaartgangers braken of sneden namelijk stukken van de als heilig beschouwde boom, die als bezweringsmiddel mee naar huis werden genomen. - Het Haagse beeld van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel zou uit een deel van de omgehakte eik zijn gesneden en moet in ieder geval ouder zijn dan 1661. Een foto uit circa 1950 toont een klein houten beeld van Maria die, staande, haar kind vasthoudt. Het Jezuskind zit op de linkerarm en raakt met de rechterarm de wang van O.L. Vrouw aan. In de rechterhand draagt Maria een scepter; op haar hoofd een kroontje van metaal. |
|
Verering |
- Een van de O.L. Vrouwebeeldjes die uit de heilige eik van Scherpenheuvel waren gesneden, werd volgens Van Hoeck omstreeks 1661 overgebracht naar 's-Gravenhage en daar in een bidkapel van de jezuïeten geplaatst. Tijdens de pestepidemie van 1664 was in alle katholieke kerken van Den Haag het Allerheiligste gedurende 40 uur uitgesteld ter aanbidding. Ook het beeld van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel werd door de gelovigen druk bezocht. De verering van dit beeld in de Haagse jezuïetenstatie heeft ongeveer een eeuw geduurd. Nadere gegevens over de verering gedurende deze periode ontbreken echter. - Bij de overplaatsing in 1768 van de jezuïet Willem van Wichen, voormalig kapelaan aan de bidkapel van de Franse ambassade in 's-Gravenhage, heeft deze, om onbekende redenen, het Mariabeeld uit een der Haagse jezuïetenstaties meegenomen naar zijn nieuwe vestigingsplaats in Nijmegen. - Gegevens over een mogelijke verering van het Haagse beeldje in Nijmegen ontbreken. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Nijmegen, archief van de Nederlandse provincie der jezuïeten: doos 127, C20o. Nijmegen, gemeentearchief: parochiearchief St. Ignatius (Molenstraat). Literatuur: J. Lipsius, Diva Sichemiensis sive aspricollis nova eius beneficia & admiranda (Antwerpen: J. Moretus, 1605) p. 17; F. Aug. Wichmans, Brabantia Mariana tripartita (Antwerpen: J. Cnobbaert, 1632) p. 480 en 507; J. de Riemer, Beschryving van 's Gravenhage etc., dl. 1 (Delft: R. Boitet, 1730) p. 423; A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 4 (Gorinchem: J. Noorduyn, 1843) p. 806; J. Deckers, Wonderdadig beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel, weldoenster van het menschdom etc. (Leuven: C.J. Fonteyn, 1859) p. 7-8; P.G. Bongaerts, De St. Theresiakerk weleer de koninklijke kapel van Spanje. Hare geschiedenis, in verband met de lotgevallen der katholieke godsdienst en de werkzaamheden der sociëteit van Jezus, in en om 's-Gravenhage ('s-Gravenhage: T.C.B. Ten Hagen, 1866) p. 33 en 43; J.d.L, 'Mededeelingen over de statie van S. Jacobus, van de paters jesuiten (Nobel- en Jufvr. Idastr.), en van S. Willibrordus te 's-Gravenhage. 1678, 1682, 1690, 1719 en 1771', in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem 9 (1881) p. 310-320; J. Sieben, Beknopt verhaal over de bedevaart tot O.L.V. van Scherpenheuvel (Scherpenheuvel z.j.) p. 3; Nieuwbarn, Officieele kerkgids van Nijmegen, dl. 2 (Nijmegen: J.F. Kloosterman, 1908) p. 223-248; J.F.H. Davidts, Scherpenheuvel en de aloude bedevaart naar Onze Lieve Vrouw (Averbode: abdijdrukkerij Averbode, 1911) p. 9-13; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, dl. 7 (Amsterdam: Bekker, 1911) p. 359; J. van Breen, 'Een vroeg-zestiende-eeuwsche woning te 's-Gravenhage', in: Bulletin van den Nederlandschen oudheidkundigen bond 5 (1912) p. 215; P. Albers, De Sinte Teresia-kerk op het Haagse Westeinde voorheen de Spaansche kapel en de kerk van Spanje te 's-Gravenhage etc. ('s-Gravenhage: A.N. Govers, 1916) p. 53; J.Fr. Pallemaerts, Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel, dl. 2 (Mechelen: wed. P. Ryckmans, 1936) p. 185; F. van Hoeck, Schets van de geschiedenis der jezuieten in Nederland (Nijmegen: Dekker & Van De Vegt, 1940) p. 51-55, 159-160; F. van Hoeck, 'Een zolder, een kapel, een kerk', in: Katholieke illustratie 76, 8 oktober 1941 p. 34-35; L.J. Rogier, Geschiedenis van het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw, dl. 2 (Amsterdam: Urbi et orbi, 1946) p. 774; A. Boni, Scherpenheuvel. Basiliek en gemeente in het kader van de vaderlandse geschiedenis (Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven: Standaard-Boekhandel, 1953) p. 28-29, 40, 114-115; A. Lantin, Scherpenheuvel. Oord van vrede. Ontstaan van de bedevaartplaats. Beschrijving van koepelkerk en kunstschatten (Retie: Kempische boekhandel, 1971) p. 64; Waar Hagenaars kerkten. Geschiedenis van de Haagse kerken gebouwd voor 1900 ('s-Gravenhage: Boekencentrum, 1983) p. 12; P. Begheyn, De jezuïeten in Nijmegen (Nijmegen: Nijmeegs museum 'Commanderie van Sint Jan' en Apostolaat van het Gebed, 1991) p. 22-23, 34 en 39, met afbeelding van het beeldje. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Den Haag-O.L. Vrouw van Scherpenheuvel |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |