Belfeld, H. Leonardus |
||
Cultusobject: | H. Leonardus | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 6 november (+ octaaf) | |
Periode: | 1842 - ca. 1965 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Urbanus | |
Adres: | Irenelaan 23, 5951 EJ Belfeld | |
Gemeente: | Belfeld | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: | In 1842 werd de verering van St. Leonardus in Belfeld ingevoerd. Uit de regio kwamen bedevaartgangers te voet en later zelfs met speciale treinen naar Belfeld om op en rond 6 november aan de hoogmis en de vespers deel te nemen. Na 1918 verminderde het aantal pelgrims en beperkte de viering zich tot een kerkelijke plechtigheid en een klein 'huiselijk' feest. Na 1965 werd alleen nog melding gemaakt van het feest op 6 november. | |
Auteur: | Frans Geerlings | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In 1839 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk in neoclassicistische stijl als opvolger van een 14e-eeuwse en nadien vele malen verbouwde en uitgebreide kapel die in 1571 tot parochiekerk was verheven. Zowel de oude als de nieuwe kerk was gewijd aan St. Urbanus. De nieuwe kerk kwam op dezelfde plaats als haar voorganger, tussen de Maas en de huidige rijksweg. Op 22 september 1842 werd ze door bisschop Paredis van Roermond geconsacreerd. Een apart St. Leonardusaltaar heeft de kerk nooit bezeten. - In 1913 werd de kerk te klein en bouwvallig bevonden en werd besloten op dezelfde plaats een grotere neoromaanse kerk te bouwen. Architect was Caspar Franssen uit Roermond. De oude kerk werd geheel afgebroken. Op 7 juni 1915 werd de nieuwe kerk door bisschop Schrijnen van Roermond ingezegend. - Van 1938 tot juli 1940 werd door kunstenaar C. Baert uit Amsterdam de kerk beschilderd met diverse apocalyptische voorstellingen uit het visioen van Johannes. Dit werk was een kort leven beschoren. Samen met de kerk werd het tijdens in de winter van 1944-1945 verwoest. Alleen de beelden, de kruisweg en enkele paramenten konden bijtijds uit de kerk gehaald worden. - Na de oorlog werd wederom besloten tot de bouw van een nieuwe kerk, ditmaal ten oosten van de spoorlijn in het nieuw te vormen centrum. Architect was Stephan Dings uit Beek (L). Op 30 juli 1950 werd de eerste steen gelegd aan de Irenelaan. Op 15 augustus 1951 zegende pastoor Egidius Stevens de kerk in. De kerktoren dateert van 1958. - De negen glas-in-loodramen in de kerk zijn door Jan Dijker in 1942 gemaakt, maar zijn pas na de oorlog in de nieuwe kerk geplaatst. Op een van de ramen aan de noordzijde van de kerk is Leonardus afgebeeld, met op het onderpaneel de voorstelling van de genezing van een lamme. - Op de grens met de gemeente Beesel liggen sinds de middeleeuwen de landerijen van de Grote Hoeve. Het terrein werd in 1909 door de paters SVD van Steijl aangekocht, die het omdoopten in St. Leonardushof. Sinds 1911 werd de heilige als beschermer van de 'Hoof' aangeroepen. - In de kapel van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, aan de zuidzijde van de kerk, is de icoon omstreeks 1980 vervangen door het kopiebeeld van O.L. Vrouw van ⟶ Geloo. Het was de bedoeling deze kopie in de kapel van Geloo te plaatsen, maar door de terugkeer van het oorspronkelijke beeld was dat uiteindelijk niet meer nodig. |
|
Cultusobject |
- Zie voor St. Leonardus ⟶ Beegden. - De kerk bezit een botreliek van St. Leonardus, geschonken in 1842 door de eerste pastoor, N.S. Sleurs. De reliek bevindt zich in een ronde theca (ø 2 cm; 'S. Leonardi'), die is geplaatst in een rond zilveren uitneembaar houdertje (ø 6 cm). Dit houdertje bevindt zich op zijn beurt weer in een reliekhouder in de vorm van een monstrans (hoogte 41,5 cm). Deze reliekhouder dateert van ca. 1850 en is van verguld koper en plaatzilver; merken: S in uitgesneden contour en W T B in ovaal. Op de reliekhouder staat onder meer de tekst: 'S. Leonardus'. Op de banderol, aan weerszijden van een bol, een geknielde putto. Rond de theca is een rand van druiventrossen en wingerdbladeren aangebracht; aan weerszijden van de theca een cherubijnkopje. Op de stralen ziet men wingerdranken en druiventrossen; boven de lunula twee cherubijnkopjes, in wolken met daarboven een kruisje. - Het gipsen St. Leonardusbeeld dat omstreeks 1900 werd verworven om een vermolmd houten beeld (135 cm hoog; staf 145 cm) te vervangen, staat in de rechterzijbeuk van de parochiekerk bij de tweede zuil (in 1971 nog aan de noordzijde bij de doopkapel). Het beeld verkeert na een grondige restauratie in 1988 in uitstekende toestand. De mantel is zwart met gouden randjes. De heilige wordt voorgesteld als een monnik met een ketting in zijn rechterhand. In zijn linkerhand houdt hij een goudkleurige staf. Het beeld staat op een vierkante ongeveer 1 meter hoge grijze piëdestal, met een kaarsenbak ervoor. |
|
Verering |
- Toen in 1840 de kerk van Belfeld was voltooid, werd kapelaan Norbertus Servatius Sleurs uit Velden geïnstalleerd als nieuwe pastoor te Belfeld. Pastoor Sleurs was in het bezit van een relikwie van St. Leonardus en schonk deze aan de St. Urbanuskerk. Niet alleen begon Sleurs met de meubilering van de nieuwe kerk, maar hij ijverde op verschillende manieren ook voor een intensivering van het geloofsleven. Voor een selecte groep, die een diep godsdienstig leven wilde leiden, stichtte hij een afdeling van de Derde Orde van St. Franciscus, die van wijd en zijd leden trok. Een meer volkse devotie voerde hij in door de instelling van het feest van St. Leonardus op 6 november 1842. Sleurs was in het bezit van een relikwie van St. Leonardus en schonk deze aan de parochiekerk van Belfeld. Tevens wist hij door bemiddeling van bisschop Paredis, de apostolisch vicaris van Limburg, bij paus Gregorius XVI een volle aflaat te verkrijgen (aangevraagd op 12 maart 1841, goedgekeurd op 18 april 1841) voor alle gelovigen, die na een waardige biecht en communie de kerk van Belfeld bezochten onder het octaaf van St. Leonardus. - Het eerste feest werd in november 1842 op grootse wijze gevierd met plechtig octaaf. Een pater franciscaan uit het hernieuwde minderbroederklooster te Weert kwam naar Belfeld voor assistentie. Zowel op het feest van St. Lindert, zoals de Belfeldenaren de heilige noemen, als op de zondag onder het octaaf was er een plechtige hoogmis met assistentie van een diaken en een subdiaken. Iedere dag onder het octaaf was er hoogmis en werden de vespers gezongen. De pater predikte zowel 's morgens als 's avonds. Het eerste feest werd een groot succes; de missen werden druk bezocht en dat zou gedurende een eeuw zo blijven. Niet alleen vierde de hele parochie Belfeld feest, maar van heinde en verre (uit Venlo, Roermond en het Duitse grensgebied) kwamen de pelgrims die vooral genezing zochten van reumatische aandoeningen. Peeters schreef in 1876 over een 'grooten toevloed van geloovigen uit de omstreken, gedurende een plechtig gevierde octaaf'. Op 6 november kwam jaarlijks een processie uit Venlo naar Belfeld, aanvankelijk te voet, vanaf 1866 met de trein. De processie werd door de overheid op een lijst van onwettige processies geplaatst, maar dat weerhield de bedevaartgangers niet in het minst. Er was niet alleen feest in de kerk maar in de hele parochie, zodat het wel een kleine kermis leek. Er waren kramen opgesteld, waar aan de pelgrims en de dorpelingen allerlei zaken te koop werden aangeboden. In 1911 stelde pastoor J. Hermens van Belfeld een bedevaartboekje samen om de bezoekers beter van dienst te kunnen zijn. Niettemin werd het Leonardusfeest na de Eerste Wereldoorlog allengs met minder luister gevierd. De groepsbedevaarten bleven stilaan weg waardoor de viering beperkt bleef tot kerkelijke plechtigheden voor de resterende individuele bedevaartgangers en de vereerders uit de parochie. - Het was de gewoonte, om met plakkaten of affiches de viering van het Leonardusfeest van te voren bekend te maken. Zij werden aangeplakt bij de ingang van vele parochiekerken in de buurt. Ook werd in de kranten een advertentie geplaatst. Een dergelijke aankondiging verscheen voor het laatst in de Tegelse Courant van 31 oktober 1947: 'GROOT OCTAAF ter ere van St. Leonardus (St. Lindert). Patroon tegen rheumatiek en ander kwalen; van 6 t/m 13 november. Elke morgen na de H. Missen verering van de reliquie van St. Leonardus. Elke avond om 7 uur Lof met Preek. Zondag 9 november om 3 uur Lof met Feestpredikatie'. In het kerknieuws van 29 oktober 1949 werd bekend gemaakt dat de octaafviering werd afgeschaft: 'De zeer geringe belangstelling van de laatste jaren bij de viering van het octaaf van St. Leonard is er de oorzaak van dat deze viering beperkt blijft tot de dag van het feest zelf: zondag 6 november. Er zal dus niet meer, zoals de traditie was, gedurende het octaaf van St. Leonardus, patroon tegen rheumatische ziekten, iedere dag lof met preek gehouden worden, of welke andere feestelijke uiting dan ook. Alleen op 6 november 's middags om 3 uur, zal een plechtig lof worden gezongen, waaronder feestpredikatie door een pater Franciscaan.' Deze franciscaan was E. Stokman uit het klooster te Weert, die gedurende vele jaren te Belfeld tijdens de Leonardusfeesten had gepreekt. Sindsdien werd het feest alleen nog maar gevierd op de zondag in het octaaf. - Werd op zondag 8 november 1964 onder de hoogmis nog gepreekt over de heilige, in 1966 werd volstaan met de afkondiging: 'Vandaag (6 november) is het feest van de heilige Leonardus, patroon van lijders aan rheuma'. In 1970 werd medegedeeld, dat het feest van St. Leonardus op 6 november viel. Op deze doordeweekse dag werd de relikwie van de heilige uitgesteld onder de avondmis van 19.00 uur. Een tiental parochianen woonde deze mis bij en vereerde na de mis de relikwie. - In de jaren negentig van de 20e eeuw vonden er in het geheel geen devotionele activiteiten meer rond de heilige plaats. Aangezien de parochianen de betekenis van de heilige en zijn vroegere devotie niet meer kenden, heeft het kerkbestuur naast het beeld van Leonardus een tekstbord laten plaatsen met uitleg over de heilige en de vroegere bedevaart. |
|
Materiële cultuur |
Devotioneel drukwerk - Litanie: 'Litanie van den H. Leonardus te Belfeld' uit 1842, op 8 november 1932 te Roermond opnieuw goedgekeurd door P. Hahn, librorum censor. Deze litanie staat onder andere ook afgedrukt in het hierna genoemde boekje. - Bedevaartboekje: J. Hermens, Korte Levensschets van den H. Leonardus, Patroon tegen de Jicht, bijzonder vereerd in de Parochiekerk te Belfeld (Venlo: Venlosche Boekdrukkerij M.C. van Grinsven, 1911; 2e? dr. 1916; impr. dr. P. Mannes, Roermond 29 oktober 1911; 10 x 14 cm; 32 p.). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Belfeld, parochiearchief: register der beraadslagingen nr. 4, 1837-1953. Beesel, archief Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal. Venlo, gemeentearchief: bedevaartboekje Hermens. Literatuur: H. Verwoert, Theorie der geregtelijke en administratieve politie etc. (Utrecht: Broese, 1860) p. 276, nr. 1029, verbod Venlobedevaart; G. Peeters, Chronologische beschrijving van Tegelen benevens aanteekeningen over Belfeld en Steyl (Roermond: Romen, 1876) p. 52; J. Hermens, Korte Levensschets van den H. Leonardus, Patroon tegen de Jicht, bijzonder vereerd in de Parochiekerk te Belfeld (Belfeld: Van Grins-ven, 1911); P.J. Meertens & M. de Meyer, Volkskundeatlas voor Nederland en Vlaams België. Commentaar, dl. 2 (Antwerpen: Standaard Boekhandel, 1965) p. 87; Th. W. J. Driessen, Geschiedenis van de St. Urbanusparochie te Belfeld (Belfeld: comité 400 jaar parochie Belfeld, 1971) p. 144-151; N. H. Douben, '"Rimmetiek"-heilige ging zolder op', in: Maas- en Swalmdal 4 (1984) p. 26-30, oorspronkelijk een krantenartikel uit 1958; E. Tielemans, Volksgeneeskunde in Limburg. Een bibliografie (Limbricht: Limburgs Volkskundig Instituut, 1986) p. 32, nr. 61; V. Delheij & A. Jacobs, Kerkenbouw in Limburg 1850-1914. Neogotische en neoromaanse parochiekerken en hun architecten (Sittard: Stg. Charles Beltjens, 2000) p. 153. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Belfeld; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |