Schraard, Heilig Sacrament |
||
Cultusobject: | Heilig Sacrament | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Diverse data gedurende het jaar | |
Periode: | Ca. 1410 - eind 15e eeuw (?) | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk (patrocinium onbekend; thans N.H.) | |
Adres: | - | |
Gemeente: | Wûnseradiel | |
Provincie: | Friesland | |
Bisdom: | Groningen | |
Samenvatting: | Reeds kort na de bekendmaking van een sacramentswonder dat circa 1410 in Schraard zou zijn gebeurd, togen jaarlijks veel bezoekers naar de plaatselijke parochiekerk. Op verzoek van de plaatselijke pastoor verleende de paus in 1414 een aflaat aan het kerkbezoek. Of deze pauselijke aansporing tot gevolg heeft gehad dat de bedevaart nog enige tijd is blijven voortbestaan, is niet meer bekend. | |
Auteur: | Harm Oldenhof | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Over de middeleeuwse parochie van Schraard is weinig bekend, zelfs niet de naam van de patroonheilige. Reeds in de 12e eeuw stond hier een kerk. Het later opgetrokken gotische kerkgebouw, in de 20e eeuw gerestaureerd, markeert thans nog steeds het dorpscentrum en staat ten dienste van de N.H. Kerk. |
|
Cultusobject |
- Volgens de aflaatbrief betrof het cultusobject een geconsacreerde hostie waaruit bloed was gevloeid. |
|
Verering |
- Mede om het herstel van de aan het begin van de 15e eeuw vervallen parochiekerk van Schraard te bevorderen, stond paus Johannes XXIII ('tegenpaus' tussen 1410 en 1415, in de bisdommen Luik en Utrecht als wettig erkend) op 5 april 1414 een aflaat van 5 jaar en 200 dagen toe aan degenen die, na biecht en communie, de kerk bezochten en een aalmoes voor de kerk gaven. Als data voor een dergelijk bezoek noemt hij Kerstmis, het feest van de besnijdenis (1 jan.), Epiphanie (6 jan.), Pasen, Pinksteren, Hemelvaart en Sacramentsdag, alsmede de Mariadagen O.L. Vrouw Lichtmis (2 febr.), Maria boodschap (25 maart), O.L. Vrouw Hemelvaart (15 aug.) en Maria Geboorte (8 sept.), St. Jan de Doper (24 juni), Petrus en Paulus (29 juni), Allerheiligen (1 nov.) en de kerkwijdingsdag. Bovendien stond hij tijdens negen octaven van de belangrijkste feestdagen en tijdens de zes dagen volgend op Pinksteren een aflaat van honderd dagen toe. - In de genoemde oorkonde uit 1414 wordt de aanloop tot de devotie en de aflaat uitvoerig meegedeeld. Het verhaal is hoogstwaarschijnlijk rechtstreeks uit het verzoekschrift tot verlening van de aflaat overgenomen. Gemeld wordt dat pastoor Jaricus van Schraard aan de paus heeft laten weten dat er eertijds op een van de altaren van de parochiekerk een geconsacreerde hostie gevonden werd die met bloed bespat was; hij en zijn vicaris zouden later gezien hebben hoe uit die hostie bloed vloeide, en hoe die bijna in bloed overging. Dat laatste zou ongeveer vier jaar tevoren, ca. 1410, hebben plaatsgevonden. De hostie werd volgens de oorkonde sindsdien met passend eerbetoon bewaard, en de toningen hiervan trokken jaarlijks een zeer grote menigte uit de omgeving aan heen. - Het effect van de aflaat lijkt gering geweest te zijn, mogelijk omdat Johannes in 1415 door het concilie van Konstanz weer werd afgezet. Wel verleende Eugenius IV in 1431 opnieuw een aflaat aan bezoekers, bedevaartgangers en weldoeners van de toen nog steeds vervallen kerk van Schraard. Ofschoon we ook van deze maatregel de uitwerking niet kennen, heeft het kerkgebouw in ieder geval, tot op de dag van vandaag, de tand des tijds doorstaan. Over een eventuele cultus van het sacrament na 1431 kan niets gezegd worden, omdat de bronnen hiervoor ontbreken. |
|
Bronnen en literatuur |
Tekstedities: H. Reimers ed., Friesische Papsturkunden aus dem Vatikanischen Archive zu Rome (Leeuwarden: Meijer en Schaafsma, 1908) p. 30-31, 116. Literatuur: R. Steensma, 'Geastlik libben yn Wûnseradiel', in: J.J. Spahr van der Hoek, Geakunde Wûnseradiel (Bolsward 1969) p. 142-144. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Schraard |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |