Son, H. Cornelius |
||
Cultusobject: | H. Cornelius | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Eerste zondag van mei | |
Periode: | 1906 - heden | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Petrus' Banden | |
Adres: | Nieuwstraat 27, 5691 AA Son | |
Gemeente: | Son en Breugel | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
In de 19e eeuw bestond in de parochie al een zekere verering voor de H. Cornelius. Met zekerheid sinds de oprichting van een Corneliusbroederschap in 1906 komen in mei bedevaartgangers naar Son om Cornelius te vereren als beschermer tegen kinderziekten. Ondanks de brand van 29 december 1958, waarbij de kerk, het devotiebeeld en nagenoeg de gehele inventaris verloren gingen, bestaat de verering anno 1998 nog steeds. |
|
Auteur: | Walther van Halen | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De 16e-eeuwse kerk van Son werd in 1648 aan de katholieke eredienst onttrokken, maar in 1810 weer door de katholieken in gebruik genomen. Pastoor A.J. Dobbelsteen (1860-1905) liet de kerk tijdens zijn pastoraat grondig verbouwen in neogotische stijl. In 1958 brandde de kerk af. Op dat moment bestonden al plannen voor nieuwbouw, aangezien de oude kerk te klein geworden was. In 1959 werd op het feest van Sint Petrus' Banden (1 augustus), de kerkpatroon, de eerste steen van de nieuwe parochiekerk gelegd. De Bossche bisschop Bekkers verrichtte de plechtige consecratie van kerk en altaar op 12 juni 1960. Het ontwerp van de kerk, met 914 zitplaatsen, was van het Eindhovense architectenbureau Geenen en Oskam. Het rechterzijaltaar werd aan St. Cornelius toegewijd. - Eind 1930 werd een nieuw patronaatsgebouw of parochiehuis in gebruik genomen. Het verkreeg als opschrift 'St.-Corneliushuis'. Een beeld van de heilige sierde de gevel. De bouw- en inrichtingskosten werden voor ruim een tiende deel, ⨍3000,-, bekostigd uit het Corneliusfonds. |
|
Cultusobject |
- De paus en martelaar Cornelius († 253) had tijdens zijn pontificaat te maken met verscheurdheid van de christelijke gemeenschap. In tegenstelling tot de tegenpaus Novatianus stond hij voor een milde boetepraktijk bij christenen die vanwege de vervolging tijdelijk van hun geloof waren gevallen. |
|
Verering |
- Bij de oprichting van de St. Corneliusbroederschap in 1906 werd verklaard, dat Cornelius 'sedert onheugelijke tijd' op een bijzondere wijze in de parochiekerk van Son vereerd werd. De precieze oorsprong van de devotie is onbekend. Sinds 1817 heeft de parochie een Corneliusreliek in bezit, die publiek vereerd mag worden. Pas in 1869 is er een devotiebeeld in de kerk opgesteld, als onderdeel van een zijaltaar. Schutjes vermeldt omstreeks 1875 een grote verering op de feestdag, 16 september, en in het octaaf. Of er toen al sprake was van bedevaarten, is echter niet duidelijk. - Met de oprichting van de broederschap op 11 maart 1906 begon te Son de georganiseerde verering van de H. Cornelius, 'vooral om door zijne welwillende tusschenkomst bevrijding te verkrijgen voor de kinderen van vele en vooral gevaarlijke ziekten en wel in het bijzonder van de stuipen'. Op 15 maart 1906 werd door paus Pius X aan de verering van St. Cornelius op de eerste zondag van mei en op zijn feestdag 16 september en in beider octaaf een volle aflaat verleend. Op beide feestdagen werd ook de reliek vereerd. Als devotionalia waren in de kerk medailles en buiten in een kraampje onder meer een beeldje van Cornelius te koop. - Het broederschapsbriefje vermeldde, dat er jaarlijks 'heele processies' naar de H. Cornelius te Son kwamen. Meer precies ging het om groepen bedevaartgangers uit enkele omliggende dorpen en uit Eindhoven. Dat er 'zeer vele pelgrims' kwamen was zeker het geval tot in de jaren veertig. Al die tijd kon van een succesvolle devotie gesproken worden. In 1913 schreef de pastoor dat er wegens de grote drukte op de eerste zondag van mei sinds enige jaren vier bestelde missen waren, waarbij assistentie werd verleend door twee paters. De broederschap telde toen 'vele zelatricen', die allen op die feestdag gastvrij onthaald werden: 'voor zoveel zij willen kunnen zij bij mij in de keuken dan de hele dag van alles gebruik maken, ontbijt, middagmaal, na de Hoogmis en na het Lof chocolade of wijn enz'. Tegelijkertijd stemde de bisschop toe met het verzoek om water te mogen wijden, zoals dat ook in de parochie ⟶ Zeeland bij de Corneliusverering verkrijgbaar was. Door de meeste bedevaartgangers werd hierom gevraagd, aldus de pastoor. Anno 1997 werd er in Son geen Corneliuswater meer gewijd. - In het begin van de jaren twintig bleef jaarlijks een saldo van ongeveer ⨍800,- over. Dit geld werd gestoken in het Corneliusfonds. Pastoor M.A.H. van Esch (1921-1944) kreeg toestemming van de bisschop voor een jaarlijkse tegemoetkoming van ⨍130,- uit het broederschapsfonds om de kosten te dekken die hij had tijdens het eerste weekend van mei, als hij drie capucijnen en een twintigtal zelatrices te gast had. Voor zover bekend kon in het begin van de jaren dertig jaarlijks een saldo van ⨍1300,-, inclusief de rente op het belegde kapitaal, in het fonds bijgeschreven worden. - Pastoor M.N.M. van Hussen (1944-1958) hield in de jaren veertig een schriftje bij 'Zelatricen Cornelius Broederschap'. Hieruit is op te maken, dat een wisselend aantal van ongeveer dertig zelatrices jaarlijks ongeveer ƒ900,- aan contributie afdroeg op de eerste zondag in mei. De zelatrices waren afkomstig uit een twintigtal parochies, die alle binnen een straal van vijftien tot twintig kilometer van Son lagen. In 1944 werd de meeste contributie opgehaald in Veldhoven, Geldrop, Zeelst en Sint-Oedenrode, met ieder ongeveer ⨍70,-, terwijl in Eindhoven de opbrengst maar liefst het dubbele daarvan bedroeg. - Van pastoor Pulskens (1958-1975) is bekend dat hij in de nieuwe kerk geen aparte St. Corneliuskapel wilde, omdat de belangstelling voor de bedevaart toch al tanende was. Het devotiebeeld was bij de brand verloren gegaan en hij vermoedde dat dat ook het einde van de verering zou zijn. Toch schafte hij de bedevaart niet af. In 1959 en in 1960 werden de festiviteiten op de tweede zondag van mei gehouden, omdat beide keren het Corneliusbeeld van ⟶ Bokhoven werd geleend. De bestelling van '10 gros medailles' in 1962 wijst ook niet op een fatalistische visie. - In de door Pulskens aangelegde 'ledenlijst der broederschap van de H. Cornelius, sinds 1 mei 1958' is de achteruitgang wel te volgen. Aanvankelijk werden er drie registers in de sacristie neergelegd om de leden tegen 25 cent in te schrijven. In 1958 geschiedde dat door 227 bedevaartgangers met vermelding van naam en woonplaats. In 1961 waren het er 341. Daarna liep het aantal snel achteruit tot 70 in 1966. In 1964 waren er nog zelatrices in Aarle-Rixtel, Geldrop, Nederwetten, Oirschot, Olland en Stiphout. In 1967 hield de laatste zelatrice, uit Aarle-Rixtel, ermee op. Sinds 1970 ligt er nog maar een ledenregister, waarin tot 1990 jaarlijks 20 tot 35 namen werden ingeschreven. In 1975 waren dat er 36. De totale opbrengst aan contributies, inschrijvingen en medailles (sinds 1974 elk à 50 cent) bedroeg dat jaar bijna ⨍300,-. Het kaarsengeld bracht ruim hetzelfde bedrag op, terwijl de opbrengst van de schaalcollecte het dubbele was van een gewoon weekend. De middenstand hield destijds de winkels nog open voor de bedevaartgangers op Corneliusdag; in 1978 werd dat door de gemeente verboden. - Pastoor P.J. Bakermans (sinds 1975) houdt nog steeds de eerste zondag van mei als Corneliusdag in ere. Tijdens de mis wordt over de heilige gepreekt en zingt men onder meer het Corneliuslied van F. van der Putt, dat de strofen bevat: 'houd ons de stuipen van het lijf en alle andere kwalen; opdat we lenig, fit van lijf, de laatste dag ooit halen' en 'H. Cornelius behoed ons voor de zonden; dit vragen bij uw beeltenis, wij zieken en gezonden'. Na de mis kan de reliek vereerd worden en kan men in de sacristie een medaille kopen of het ledenregister tekenen. Bijna alle bedevaartgangers komen uit gemeenten binnen een straal van vijftien kilometer. |
|
Materiële cultuur |
- Medailles: 1 ovale aluminium medaille 'H. Cornelius, bid voor ons' met een zijaanzicht van de buste van de heilige met tiara op een zijde en een afbeelding van een hoorn op een standaard met daarboven een palmtak in een ring op de andere zijde (19 x 26 mm; vgl. ⟶ Esbeek); 2 ovale medaille 'H. Cornelius bid voor ons' met een afbeelding van de heilige in vol ornaat met tiara, hoorn en pausstaf aan ene zijde en 'O Maria zonder zonde ontvangen bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen' en een afbeelding van Maria, zoals op de wonderdadige medaille, op de andere zijde. Devotioneel drukwerk - 1 Vouwprentje (8 x 12 cm; 4 p.; Best: Druk. J. Dekkers; impr. Den Bosch W. van de Ven, 11 maart 1906) 'Broederschap van den H. Cornelius. Opgericht in de Parochiekerk te Son'. Met vermelding van 'Reglement', 'Litanie van den H. Cornelius, Paus en Martelaar' en 'Gebed', coll. D. Gooren; 2 ansichtkaart met afbeelding van het reliëf (Foto: Aartsen te Best; ontwerp: René Smeets). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochiedossier Son; inventaris kerkelijk kunstbezit Son. Son, parochiearchief: broederschapsarchief. Literatuur: L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 5 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1876) p. 669-675; B. Janssen, 'Ter beevaart naar Son', in: Sint-Jansklokken, maart 1957; Ruud Groen, 'Onder ons gezegd en geschreven', in: Eindhovens Dagblad, 3 juli 1978; B. van der Dennen & H. Hutten, 'St. Petrus Banden Son', in: Heem Son en Breugel 1.2 (1986) p. 11-12; 'Son en Breugel ..... zoals 't was' (Son 1988) p. 45-46. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Son; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 23 (1959) + 64a+b (1993); mondelinge informatie in 1996 door pastoor Bakermans. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |