Topografie
|
Algemeen - De Loretokapel is gelegen in het buitengebied van Thorn, op ongeveer een kilometer ten noordwesten van het stadje, niet ver van de hoofdverkeersroutes A2 en Napoleonsweg naar Venlo. De situering is niettemin geheel landelijk: temidden van akkers op een met grote lindebomen begroeide ruimte langs de Heerbaan, waaromheen enkele boerderijen staan. De toegangswegen (Heerbaan, de Boekenderweg, Sint-Annapad, Sanfort) waarover de bedevaarten naar de kapel trokken en trekken, kennen een bredere sacrale structuur door de aanwezigheid van diverse devotiekapellen (Hubertus-, Antonius-, Rochus-, Barbara-, Anna- en Nepomucenuskapel; echter geen staties). De omgeving rond de kapel is landschappelijk beschermd gebied. - De Kapel onder de Linden is gesticht door Clara Elisabeth van Manderscheidt-Blankenheim, een adellijke kanunnikes van het stift Thorn. De Mariakapel (rijksmonument nr. 35513) is tussen 25 augustus 1673 en 8 september 1674 gebouwd onder leiding van de Roermondse bouwmeester Willem Boyens. Het gebouwtje is gesticht op een veldje tussen twee linden, de plaats waar, naar verluidt, indertijd voor de Thorner sacramentsprocessie ook het rustaltaar werd opgesteld. Tot 1769 heeft er een kluizenaar naast de kapel gewoond. - Naast de kapel staat het 'Kapelhoes', de oude (1676) rectorswoning. Het was tot 1971 de woning van Sjang Corbey, landbouwer en parttime koster voor de kapel. Het functioneerde tevens als café voor de bedevaartgangers. Het wordt ook wel het kannunikhuis genoemd. Op de open ruimte tussen dit huis en de Heerbaan werden in het verleden bij de Mariafeesten de neringkramen opgesteld. - In de Lambertuskapel van de Abdij- of St. Michaëlskerk van Thorn geven de door Max Weiss gemaakte glas-in-loodramen uit 1946 de doop van Christus door Johannes de Doper weer. Het raam in het abdissenkoor (direct boven de Lambertuskapel gelegen) is eveneens van Max Weiss. Het werd aangeboden door de dankbare parochianen bij het 60-jarig priesterfeest van pastoor G. Wouters op 20 april 1952. Op dit raam uit 1953 staat links onderaan het wapen van de familie van Manderscheidt-Blankenheim, met daaromheen de tekst: Clara Elisabeth van Manderscheidt-Blankenheim. Daarnaast staat het 'onjuiste wapen' van Thorn - drie torens - en het randschrift: 'kanunnikes te Thorn 23 juni 1640 - 7 april 1688'. Het raam geeft de ingebruikname van de Loreto kapel weer, samen met het Mariabeeld en Kind met mantel en kroon, conform het beeld in de kapel zelf. Voorts ziet men een schare zieken de kapel bezoeken, met in hun midden Clara Elisabeth.
Kapelexterieur - De huidige kapel bestaat uit drie hoofdonderdelen: de oude kapel, een uitbreiding uit 1811 naar het westen toe en een 19e-eeuwse biechtkapel aan de noordzijde. De huidige toegang geschiedt via de biechtkapel; de deuren aan de straatzijde zijn gesloten. Tezamen heeft het geheel een oppervlakte van 21 x 9,5 meter. De oorspronkelijke kapel, een eenvoudig rechthoekig gebouw met zadeldak, is in vorm een replica van het huis van Nazareth in Loreto (Italië) en meet 12,60 x 6,70 m (het origineel meet 9, 5 x 4,1 m). Het is gebaseerd op opmetingen in 1673 van bouwmeester Boyens van de Loretokapel te Baarle-Nassau (en niet in Loreto zelf), alwaar het stift zelf ook bezittingen had. - De kapel is in 1811 westwaarts uitgebreid met een hoger gedeelte, waarmee de maatvoering van de casa santa werd doorbroken. De vergrote kapel heeft sindsdien twee dakruiters en is voorzien van in hardsteen uitgevoerde ingangen en vensteromlijstingen. De sobere biechtkapel is verdeeld in een entreeruimte, een gebeds- annex kaarsenruimte en de sacristie. - Restauraties, in opdracht van de Stichting Abdijkerk Thorn, werden door H.M.J. Palmen uit Sittard uitgevoerd in 1972, in 1984-1985 en 1992. Bij de laatste restauratie werden oude teksten op medaillons en wanden blootgelegd en is een kleuronderzoek verricht. Vanwege de kosten van restauratie en conservering en vanwege het behoud van het interieur, is de liturgische ruimte aangepast. Om de walm en de warmte van kaarsen te reguleren en ook tijdens missen geen hinder te hebben van degenen die alleen kaarsen willen opsteken zijn in 1992 de kaarsenstandaards naar de biechtkapel overgeplaatst. Daarin is tegelijk een glaswand aangebracht die als afscheiding tussen entree en kaarsenkapel fungeert. In de entreeruimte zijn een doopvont, de oude voet van de preekstoel van de Abdijkerk, een beeld van de H. Jozef en de devotionaliatafel geplaatst. In de kaarsen- en devotiekapel is sindsdien ook een icoon van Maria opgehangen. - In de jaren 2009 en 2014/2015 werden respectievelijk exterieur en interieur gerestaureerd. Het voegwerk en schilderwerk werden als eerste aangepakt. Vanaf 2014 werd het interieur, met name het altaar, het stucwerk en de geschilderde medaillons, van roet en kaarsenvet ontdaan en beschadigingen geretoucheerd. Om de vervuiling door het kaarsenbranden binnen de perken te houden en de brandveiligheid te vergroten ontwierp Frank Verscheijden een edelstalen kaarsenplateau (met plaats voor circa 600 kleine en noveenkaarsen) met afzuiging. Kapelinterieur - Het oudste kapelgedeelte wordt gedomineerd door een schuinoplopend plafond (pseudogewelf) van stucco-reliëf waarin zes met olieverf beschilderde medaillons met voorstellingen van de oorspronkelijke Loretokapel en de mirakelen die daar plaatsvonden, alsmede zes geschilderde Mariasymbolen zijn aangebracht. Franciscanen uit het nabije Maaseik (B) hebben het uitgevoerd: pater Vicarius nam het stucco voor zijn rekening en broeder Cornelius deed de schilderingen en het verguldsel. Hun activiteit verklaart ook de afbeeldingen van Clara en Franciscus in het plafond. - In de kapeluitbreiding is empirestucwerk aangebracht met zes schilderingen van de hand van V.D. Dambacher uit Roermond uit 1813. Het zijn uitbeeldingen van de vijf belangrijke Mariafeesten en een van de in 1811 uitgebreide kapel, waarbij de kapel in een vlak landschap is getekend terwijl vier processies de kapel benaderen. - Achter het altaar staat een rijkgesneden barok altaarscherm, naar een vergelijkbare afscheiding in Loreto, van de hand van de Antwerpse meester G. Kerricx uit 1681 (2 x 7,60 m). Het scherm is voorzien van twee deurtjes en is in het midden verlaagd om bezoekers een beter zicht op het Mariabeeld te geven. Daar bevindt zich ook een betegelde haard, de Santo Camino, met op de haardkap een schildering van de H. Familie. Daarboven bevindt zich het Mariabeeld en een wapenschild van de stichteres. Een houten tabernakel is in de 20e eeuw verruild met een stalen exemplaar. Het oorspronkelijke altaar is in 1733 door een barok exemplaar, een geschenk van een kanunnikes, vervangen. - Achter in de kapel is een koor ingebouwd dat rust op twee marmeren zuilen en voorzien is van een chronogram op de balustrade: 'CresCente aCCVrsV CresCebat forMa saCeLLI' ('Door de groei van de bedevaartgangers nam de kapel in omvang toe' [in 1811]). In 1983 werd op het koor een nieuw orgel geplaatst.
Beheer en eigendom - De stichtster zorgde in 1674 tevens voor een fundatie voor de aanstelling van een rector en voor de betaling van het onderhoud van de kapel zelf. Voor de rector werd naast de kapel een woning gebouwd. Twee kapelmeesters beheerden de bezittingen. Zij moesten hierover verantwoording afleggen aan de abdis van het stift Thorn en de rector van de kapel. - In 1796 werd door de Fransen een beslag op de kerkelijke goederen gelegd. In 1803 is echter weer een kerkbestuur opgericht dat de goederen ging beheren. De kapel werd vervolgens op last van de abdis gekocht door kanunnik J.R. Broeckmeulen uit handen van de overheid. Na de dood van rector Broeckmeulen in 1822, kwam de kapel in bezit van de parochiekerk. - Op 12 maart 1963 is de Stichting Abdijkerk Thorn opgericht, die de kerkelijke goederen van de abdijkerk ging beheren. In 1979 werden de statuten herzien en werd ook de kapel Onder de Linden daartoe gerekend. De parochie St. Michaël bleef evenwel eigenaar. De stichting heeft als doel het meehelpen aan het instandhouden, onderhouden, herstellen, verrijken van de kunstschatten en bezienswaardigheden.
|
Verering
|
Oosprong - De genoemde Clara Elisabeth van Manderscheidt-Blankenheim (†1688; grafmonument in de abdijkerk), kanunnikes van het stift Thorn, heeft een decennialang ziekbed gekend en bezat een 'singuliere devotie' voor Maria. In die 17e eeuw had ook de Loretaanse devotie, die zich concentreert op de Heilige Familie van Nazareth, een grote vlucht genomen. Daarom besloot Clara Elisabeth een kapel in de vorm van het 'Nazareth'-huisje in het Italiaanse Loreto te bouwen. Volgens de legende zou het huisje van Maria en Jozef in een kerkvervolgingsperiode door engelen vanuit Nazareth naar Loreto zijn overgebracht. Volgens de traditie is een huis uit Palestina per schip door de familie Degl'Angeli meegenomen en omstreeks 1250 steen voor steen in Loreto weer opgebouwd. Aangezien binnen de Loretodevotie de Mariaverering centraal staat, sloot dat goed aan bij de wensen van de stichteres. De bouw en inrichting van de kapel werden ook gestimuleerd door andere kanunnikessen, in het bijzonder haar zuster Anna-Salomé en verdere familieleden. - In latere teksten over het ontstaan van de kapel is apocrief toegevoegd dat de zieke Clara Elisabeth zou hebben beloofd een kapel te bouwen als zij eenmaal zou kunnen lopen naar de twee linden. Toen zij genas zou ze deze gelofte zijn nagekomen. Ook het verhaal als zou de gekozen locatie een schuilhoek van zondaars zijn, is een latere, pastoraal-strategische toevoeging.
Bedevaarten - De kapel is ingezegend op 9 februari 1675 en werd op 9 juli 1681 geconsacreerd door de franciscaanse suffragaanbisschop Jan Blavier van Luik. Franciscanen uit Maaseik, met wie de stichtster goede betrekkingen had, bedienden de kapel op feestdagen. Reeds in 1676 werden de eerste gebedsverhoringen opgetekend. Een aantal daarvan staat opgeschreven in de lijst Designatio miraculorum quae contigerunt ad capellam de Thorne ad Tilias, met wonderen die tussen 1676 en 1759 hebben plaatsgevonden en die in 1759 door de toenmalige rector Maes zijn beschreven voor de noodzakelijke erkenning van de mirakelen door de bisschop van Luik. In 1773 werd gesproken over vele gebrekkige, lamme, kreupele en zich in nood bevindende mensen (onder meer afkomstig uit Panheel, Grathem, Ohé en Laak) die in de kapel werden vertroost en geholpen. In de 19e eeuw hingen de getuigenissen van die steun in de vorm van afgelegde krukken, windsels en banden en zilveren votiefgeschenken nog in de kapel. - Het eeuwfeest in 1773 (gerekend vanaf de eerstesteenlegging van de kapel) werd uitgebreid gevierd. Velen uit het land van Thorn namen er aan deel. Het feest, waaraan een aflaat was verbonden, duurde acht dagen en werd besloten door een historisch-gekostumeerde optocht. - Tijdens het Franse bewind stond het gebouwtje ook bekend als de kapellanie 'Thornlinden'. Nadat de kapel in 1801 weer mocht worden geopend, kwam allengs opnieuw een stroom bedevaartgangers op gang, die leidde tot de vergroting van de kapel. Ook de latere bisschop Paredis deed onder begeleiding van zijn moeder daar toen zijn eerste mariale ervaringen op. Later, vlak voor zijn dood, in 1885, zou hij het beeld nog persoonlijk kronen. - In 1819 kaartte de gouverneur van Limburg het noodzakelijke onderhoud van de kapel bij de regering aan. Burgemeester Vanderschoor van Thorn schreef in dat verband:
'Le concours des fidèles y a été toujours très fréquent et très nombreux, et augmente tous les ans pour y vénérer l'image qui passe pour miraculeux de la Sainte Vierge. Aussi depuis 1806 les Messes et autres services y ont été célébrés sans la moindre opposition de la part du gouvernement (...)'.
- In 1823 vond de 150-jarige herdenking van de stichting van de kapel plaats met een indertijd geschat aantal van 20.000 bedevaartgangers. De grote groepen bedevaartgangers kwamen ook in het zicht van de centrale overheid, die controle moest uitoefenen op mogelijke overtredingen van het processieverbod. De deken van Weert tekende in 1857 in dat verband op dat in Thorn op de Mariafeesten 15 augustus en 8 september en gedurende de octaven:
'komen ingezetenen en vreemdelingen sommigen bij wijze van processie met vertoon van godsdienstige teekenen, sommigen troepsgewijze zonder dat vertoon, maar ook toch onder den weg en voor den kapel luid biddende en ook zoo huiswaarts keerende. Ook wordt op gemelde dagen buiten de kapel gepredikt en dit alles is van onheugelijke tijden in gebruik.'
- Jaren later werden er nog steeds predicaties bij de kapel gehouden. Op Maria Hemelvaart 1862 sprak daar pater Bernard Hafkenscheid tijdens een volksmissie. Er kwamen gedurende het octaaf dagelijks processiebedevaarten uit omliggende dorpen: Weert, Beegden, Ell, Geistingen, Heel, Herten, Hunsel en Stramproy. Ook processiebedevaarten, zoals vanuit Roosteren en Susteren, op weg naar andere bedevaartplaatsen als Sittard, deden Thorn als statieheiligdom aan (1882). De processiebedevaart van Grathem die elk jaar in september naar de kapel Onder de Linden toog werd in 1879 door de Roermondse officier van justitie K. Cornelis gesommeerd niet met religieuze tekenen en processiegewijs naar de kapel te gaan. De verbolgen pastoor Smidts voldeed deels aan die eis. Luidop biddend, maar zonder kruis en vaandels en de pastoor zonder superplie, toog men dat jaar en in 1880 naar de kapel. De politie was aanwezig, maar greep niet in. Louis Tijssen (1865-1929), de 'heilige' deken van ⟶ Sittard, verklaarde op latere leeftijd, dat hij zijn priesterroeping te danken had aan O.L. Vrouw van Loreto. Aan het einde van de 19e eeuw vonden de hoofdfeesten in de meimaand, op Maria Hemelvaart en Maria Geboorte (met octaven) plaats. Er was dan een dagelijkse hoogmis met lof. Vanuit Thorn zelf werd tweemaal processie gehouden, waarvoor men zich verzamelde bij de Annakapel en vanuit de Boekenderweg via het Sint Annapad richting Heerbaan trok. De rol van muziek en in het bijzonder de Thorner harmonieën is in de 19e en 20e eeuw belangrijk geweest. De kerkelijke Harmonie St. Michaël (en incidenteel ook de 'Koninklijke Harmonie') begeleidde processies naar de kapel tijdens de Mariafeesten. - Tijdens het tweede eeuwfeest in 1873 kwamen er gedurende twee weken veertig processiebedevaarten met, 'naar verluidt', zo'n 80.000 (?) bedevaartgangers. Enige jaren later, op 31 mei 1885, werden Maria en kind gekroond door mgr. J.A. Paredis. Het [tweehonderd-] vijfentwintig-jarig jubileum in 1898 werd tussen 8 en 18 september gedurende tien dagen gevierd. De arriverende processiebedevaarten werden plechtig afgehaald. Tevens werden medailles van de H. Benedictus gezegend. In de oostcrypte van de Michaëlskerk bevindt zich sedert eeuwen een grote armreliek van deze heilige. - Op 2 september 1923 werd het oprichtingsjubilé met mgr. Laurentius Schrijnen gevierd en verbond de paus nieuwe aflaten aan een bezoek aan de kapel. Thorn was geheel versierd met bloemen, erebogen en sierzuilen, en een nagebootste Lourdesgrot was bij het klooster Groenenburg opgericht. 's Middags was er een historisch-religieuze stoet naar de kapel met vooral uitbeeldingen van het rijke verleden van het stadje en de kapel (de optocht werd herhaald op 8 en 9 september en op 14 oktober). In de optocht werd ook het kopiebeeld van ⟶ O.L. Vrouw Sterre der Zee meegedragen. Op 9 september werden ongeveer 15.000 bezoekers geteld. Groepsbedevaarten kwamen er dat jaar uit Maaseik, Roosteren, Swalmen, Maasniel, Melick, Herkenbosch, Vlodrop, Posterholt, St. Odiliënberg, Weert, Stramproy, Tungelroy, Swartbroek, Roermond, Horn, Beegden, Wessem, Hunsel. - Op 30 mei 1935 werd de kroning van 1885 herdacht, maar vanwege de regen kon geen processie worden gehouden, zodat het beeld naar de parochiekerk werd gebracht en daar in het hoogkoor opgesteld. Mgr. Lemmens riep bij die gelegenheid op tot grotere verering van de H. Maagd. In 1952 deed het kopiebeeld van O.L. Vrouw Sterre der Zee Thorn opnieuw aan. Een bijzondere vorm van verering kreeg in 1956 gestalte toen een wielerbedevaart of 'Bedevaartronde', met als inzet de 'Bisschopstrofee', naar de kapel werd georganiseerd. Eerder waren dergelijke wielerbedevaarten gehouden naar Maastricht, Roermond, Hoensbroek en Sittard. Individuele rituelen zijn er uit die periode ook opgetekend. P.A.N. Ewals herinnerde zich bijvoorbeeld dat hij in 1963, als pastoor van Thorn, een tweetal eieren op het altaar in de kapel aantrof die als offer fungeerden om Maria in te roepen bij het zindelijk maken van kinderen. De eieren schonk hij aan de armen. - Op 5 mei 1985 werd door mgr. J.M. Gijsen het beeld opnieuw gekroond. Bij die gelegenheid werden nieuwe relaties met het Italiaanse Loreto gelegd: in juni 1985 werd naar aanleiding van het eeuwfeest van de kroning van het beeld vanuit Thorn een groepsbedevaart naar Loreto, Padua en Assisi ondernomen. Dit feest werd in Thorn gevierd met bisschop Gijsen die tevens nieuwe kronen op de hoofden van Maria en het Jezuskind plaatste. De gehele meimaand waren er feestelijkheden en dagelijks eucharistievieringen. In het kader van een re-evangelisatie waarbij de hulp van Maria werd ingeroepen, kwam op 3 mei 1992, net als in 1952, het Maastrichtse beeld van O.L. Vrouw Sterre der Zee naar Thorn. - De Mariadevotie had in de laatste jaren van de 20e eeuw nog een bijzonder levendig karakter, maar werd voornamelijk op een individuele wijze uitgeoefend. Daarnaast kwam er jaarlijks nog een aantal processiebedevaarten naar de kapel. De grote spits toelopende en in de jaren negentig van de 20e eeuw geschonken bedevaartkaarsen (ca. 1,5 m hoog), geplaatst op 21 speciale kaarsendragers in de kapel, getuigen van bedevaarten vanuit Hunsel, Neeritter, Grathem en Heel, Kessenich (B) en Beegden en van de broederschap van de Levende Rozenkrans te Thorn, van huize St. Anna te Heel en van het dekenaat Thorn. Daarnaast werd de kapel steeds vaker gebruikt om, in een romantische setting, huwelijken te sluiten en was de plek ook in de toeristische circuits van het 'witte stadje' opgenomen. Op een avond per week vindt er een mis plaats in de kapel; gedurende de meimaand is dat vrijwel elke avond het geval. Jaarlijks wordt deze maand - in de nacht van 30 april op 1 mei - 'ingeluid' door de harmonie St. Michaël. - In 2005 zou het naburige Wessem het Oud-Limburgs Schuttersfeest organiseren. Om goed weer af te smeken trok in juni van dat jaar voor het eerst sedert jaren weer een processie vanuit Wessem naar Thorn. Zo'n 150 mensen liepen mee, voorafgegaan door schutterij Sint-Joris. Deze bedevaartprocessie handhaafde zich en werd in 2023 gehouden op 17 mei. - Het genadebeeld verlaat de kapel vrijwel nooit, maar op 19 mei 2010 bracht het beeld een bezoek aan Ouderencentrum Sterrebosch te Thorn. De lichamelijk beperkte ouderen die er woonden, konden niet meer naar hun vertrouwde O.L. Vrouw gaan, dus kwam Maria naar hen.
|
Bronnen en literatuur
|
Archivalia: Thorn: parochiearchief; Thorn, gemeentearchief: oud-archief tot 1938, inv.nr. 1284, 1782; modern archief gemeente -1.733.21 (dossiers inzake de restauratie). Maastricht, Rijksarchief in Limburg: archief van het kapittel der kanunikessen, inv. [d'Hoop] nr. 19060, kapelregister van E. Winckens, nr. 19191; bisdomarchief Roermond 1840-1940, inv.nr. 39-40, opgave dekenaat Weert 1857. Den Haag, Algemeen Rijksarchief: archief departement Rooms-Katholieke Eredienst 1815-1870, inv.nr. 63, dossier nr. 4225, dd. 1819. Tekstedities: Gerardus van Herdegom, Op de bres voor de Kerk en Enclave. Annales et documenta pastoratus de Baerle ab anno 1648 usque ad anno 1667...uit het latijn vertaald door Pieter van Eijck (Baarle-Hertog-Nassau, 1998) p. 117-125, 137-138, Loretokapel te Baarle. Literatuur: Horatio Tursellini & Petrus Mallants, De Historie ende Mirakelen van O.L. Vrauwe van Loretten (Brugge: wed. I. Clouwet, 1666) dit boek is in de Thornse Loretohistoriografie (vgl. Droogenbroeck) gebruikt; Hermannus Petri, Seraphinschen Sterren-Hemel waer in beschreven zyn de levens van de heylighen, salighen etc., 4 dln. (Brussel: Judocus de Grieck, 1692-1693), bevat in deel twee een biografie van de stichteres van de kapel; Balthasar van Droogenbroeck, Beschrijving van de verciering en toestel bestaende in Zinnebeelden, Jaerschriften, arken, opgeregt ter gelegentheyd van het honderd-jaerig jubilé van de Lauretaense kapelle, gelegen aen de Linden tot Thorn etc. (Maastricht: J. Lekens, [1773]); Maas- en Roerbode 30 augustus 1862, missie van B. Hafkenscheidt bij de kapel; A. Grillot, La Sainte Maison de Lorette (Tours: A. Mame, 1865); Joseph Habets, De genaderijke kapel van O.L. Vrouw aan de Linden te Thorn beschreven in haren oorsprong, bloei en vooruitgang (Roermond: z.n., 1870; 4e dr. 1949); M, 'Onze Lieve Vrouw te Thorn aan de Linden (1673) en Haar 200-jarig jubilé in 1873', in: H. Welters, Limburgsche Legenden, Sagen, Sprookjes en Volksverhalen, dl. 1 (Venlo: Wed. H.H. Uyttenbroek, 1875) p. 31-37; P.A. Smidts, 'Volkslied voor het tweede eeuwfeest van O.L.V. van Lorette te Thorn', in: H. Welters, Limburgsche Legenden, Sagen, Sprookjes en Volksverhalen, dl. 1 (Venlo: Wed. H.H. Uyttenbroek, 1875) p. 36-37; Jos. Habets, 'Aan de Linden te Thorne', in: Maria's heiligdommen in Nederland en België ('s-Hertogenbosch: De Katholieke Illustratie, 1881) p. 182-195; Neerlandia Catholica of Het Katholieke Nederland. Ter herinnering aan het Gouden priesterfeest van Z.D. Paus Leo XIII (Utrecht: P.W. van de Weijer, 1888) p. 461; Josef Habets & A.J.A. Flament, De archieven van het Kapittel der vorstelijke Rijksabdij Thorn, 2 dln. (Den Haag: Algemeene Landsdrukkerij, 1899) p. LXVI (+ plaat 4), 671-672; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, dl. 7 (Amsterdam: Bekker, 1911) p. 379-382; [foto Thorngroep in optocht bij Mariacongres te Maastricht], in: Katholieke Illustratie 46 (1912) p. 749; Henri Roumen, 'De kapel van O.L. Vrouw aan de Linden te Thorn. De viering van het 125-jarig jubilé', in: De Nieuwe Koerier Maas- en Roerbode, 13 oktober 1923, 2e blad; Pierre Kemp, Limburgsch Sagenboek (Lutterade: Fonds voor Heemkunde, 1925) p. 36-37 Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII. De provincie Limburg (Den Haag: Algemeene Landsdrukkerij, 1926) p. 468-469; W. Lenaers, 'De Loretto-kapel', in: De Nedermaas 6 (1928-1929) p. 78-81, 87-89; J.W. Omloo, 'Het bestuur van Thorn en het kanton Maeseyck in 1796', in: Publications S.H.A. Limbourg 69 (1933) p. 256-258; A. Welters, De Lieve Vrouwkes van Limburg (Maastricht: E. van Aelst, 1937) p. 51-58; J.R.W. Sinninghe, Limburgsch Sagenboek (Zutphen: Thieme, 1938) p. 117-118; Gerard Lemmens, Maria in Limburg. De legenkrans voor Maria (Maastricht: 'Veldeke', 1947) p. 115-119; L. Heere, 'Onze Lieve Vrouw ter Linde te Thorn', in: Kruistriomf 27 (1947) p. 167-168; L. Heere, 'O.L.V. ter Linde te Thorn', in: Clairlieu 6 (1948) p. 79-80; C.J.M. van der Veken, 'Kapellen in Limburg en Noord-Brabant', in: Het Gildeboek gewijd aan kerkelijke kunst en oudheidkunde 32 (1950) p. 41; Ad. Welters, De Lieve Vrouwkes van Limburg (Maastricht: E. van Aelst, 1951) p. 103-110; J.J. Jongen & Ch. Thewissen, 'Thorn', in: Katholieke Encyclopaedie, dl. 23 (Amsterdam: Joost van den Vondel / Antwerpen: Standaard Boekhandel, 1954) k. 104; 'Wielerbedevaart naar Kapel onder de Linden', in: Maas en Roerbode, 28 juli 1956, p. 15; S. Tijssen, 'Uit het leven van deken Tijssen', afl. 2, in: De Limburgse Post, 12-7-1957; 'Onder de Linden te...', in: Credo 12 (5 augustus 1960) p. 127; P. Hermesdorf, 'De Stiftkerk en de Loretto-kapel te Thorn', in: De Bronk 8 (1960-1961) p. 300-307; J. Engelbregt, 'Stucco's en plafondschilderingen in de Loretokapel te Thorn', in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 15 (1964) p. 229-246; P. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw, dl. 3 (Hilversum: P. Brand, 1968) p. 180, kluizenaar in 1769; J.M. Gijsen, Joannes Augustinus Paredis (1795-1886) bisschop van Roermond en het Limburg van zijn tijd (Assen: Van Gorcum, 1968) p. 435, bedevaart Paredis, p. 445; L. Heere, 'Balthazar van Drogenbroeck en de schilderingen in de Loreto-kapel te Thorn', in: De Maasgouw 90 (1971) p. 19-34; A.J.J. Mekking, 'De kapel van Onze Lieve Vrouw van Loreto onder de Linden te Thorn', in: Publications S.H.A. Limbourg 111 (1975) p. 233-340, deze studie is de standaardstudie inzake de (kunsthistorie van de oude) kapel; [diefstal Mariabeeld], in: De Limburger 16 juli 1977; Ch. Genders, Langs de oude Limburgse kerken. Midden- en Noord-Limburg (Baarn: Bosch & Keuning, 1977) p. 83-84; Gerard Lemmens & Leo Herberghs, Maria in Limburg. Sprakeloze vertellingen (z.p.: Corrie Zelen, 1978) p. 43-45; Ed. Loffeld, Kempisch Baarle. Gids van Baarle-Hertog-Nassau (Baarle-Hertog-Nassau: VVV, 1979) p. 46-47, vermelding Loretokapellen in Thorn en Baarle; J.J. Antier, De pelgrimage weer ontdekt. In het Nederlands vertaald, ingeleid en wat de Benelux betreft aangevuld door Th.G.A. Hendriksen, bisschop (Utrecht: Zaken die God raken, [1980]) p. 413; De Limburger jubileum-uitgave oktober 1981 [terugkomst Mariabeeld]; Willem Sangers & Roger Jansen, Thorn het witte stadje (Thorn 1982) p. 37-39; NCRV Kerkepadgids 1982 (Hilversum: NCRV, 1982) p. 92; Stramproyer momentopnamen uit heden en verleden (Stramproy: gemeentebestuur, 1983), vermelding van Thorn als voornaamste bedevaartplaats voor het dorp; [kroningsfeest], in: Limburgs Dagblad 4 en 6 mei 1985, De Limburger 4 mei 1985; Alfons Bruekers, Nederweerts verleden de kerk in het midden (Nederweert: Stg. Geschiedschrijving, 1987) p. 41, vermelding van Thorn als bedevaartdoel voor het dorp; John van Cauteren & Aart Mekking, De Abdijkerk te Thorn (Zutphen: Walburg Pers, 1987); J.M.A. van Cauteren, Maria in Limburg. Vroomheid rond miraculeuze beeltenissen (Weert: Museum Jacob van Horne, 1989) p. 34-36; 'Loreto', in: R. Bäumer & L. Scheffczyk, Marienlexikon, dl. 4 (St. Ottilien: Eos Verlag, 1992) p. 151-155; Thorn wandeling nr. 3 'een ommetje Thorn' (Stg. Limburg Natuurlijk, [ca. 1993]), met opname van de kapel in de toeristische route; Jos Venner, 'Ontvoogding van de katholieken. De parochie Grathem in de negentiende en twintigste eeuw' en Jan Coolen, 'Geloof en gebruiken gedurende het kerkelijk jaar' in: Jos Venner ed., Ter kerke in Grathem. Parochiegeschiedenis ter gelegenheid van 750 jaar parochie Sint-Severinus (Grathem: Stichting jubileum 750 jaar parochie H. Severinus Grathem, 1996) p. 69, 152-153, vervolging van de bedevaartprocessie van Grathem naar Thorn; Herman Andriessen e.a., Kapellen onderweg. Hedendaagse spiritualiteit in Limburgse Maria-legenden (Baarn: Gooi & Sticht, 1996) p. 56-59; Rien van Heesewijk & Peter Jan Margry, Processies. België, Nederland en Luxemburg (Heeswijk: Abdij van Berne, 1997) p. 142-150, foto's van de processie; Guido Elias & Berst Stienaers, Bedevaarten. Voor pelgrim en toerist (Roeselaere/Baarn: Globe/De Fontein, 1997) p. 147-148; Th.M. Oberdorf, 'Bedevaarten naar Sittard in 1882', in: Historisch jaarboek voor het Land van Zwentibold 18 (1997) p. 13, Thorn als bedevaartstatie naar Sittard; M. Ronger, Kruisen- en kapellenroute Thorn (Thorn: Stg. Kruisen en kapellen, 1998); J. Renes, Landschappen van Maas en Peel. Een toegepast historisch-geografisch onderzoek in het streekplangebied Noord- en Midden-Limburg (Leeuwarden: Eisma, 1999) p. 317-318; Petra Schwarz: 'Translatio Lauretana. Zeugnisse marianischen Pilgerwesens in den südlichen Niederlanden', in: Annali dell' istituti italiano per gli studi storici 17 (2000) p. 367-608; Wil Lindelauf (eindred.), Kapel onder de Linden Thorn (Thorn: Geschied- en Heemkundige Kring Land van Thorn, 2023). De uitgave van de vereniging 'Vrienden van Thorn' Thorner Nieuwsbrief 1 (1979) - heden, bevat veel (kopie-) artikelen inzake de kapel. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Thorn-O.L. Vrouw; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); gemeentearchief Thorn: fotoserie processie i.v.m. 250 jaar kapel in 1923. Zie ver ook de webpagina www.kruisenenkapellenthorn.nl.
|