Velsen, H. Engelmundus (Engelmond)
|
|
Cultusobject:
|
H. Engelmundus (Engelmond)
|
Open Street Maps
|
Datum:
|
21 juni
|
Periode:
|
14e eeuw - 19e eeuw (?)
|
Religieuze context:
|
Christelijk
|
Locatie:
|
Parochiekerk van St. Engelmundus te Velsen (thans N.H.); na ca. 1578 de St. Engelmunduskerk te Driehuis
|
Adres:
|
Driehuizerkerkweg 113, 1985 HB Velsen
|
Gemeente:
|
Velsen
|
Provincie:
|
Noord-Holland
|
Bisdom:
|
Haarlem
|
Samenvatting:
|
De verering van St. Engelmundus is, voor zover de bronnen ons doen geloven, in de 14e eeuw ontstaan. In de 16e eeuw bereikte de verering een hoogtepunt, vooral dank zij de activiteiten van de voorlaatste pastoor van de Engelmunduskerk te Velsen, Eylard Dirkszoon, die een heiligenleven schreef. Na de hervorming, tot in de 17e eeuw, verplaatsten de bedevaarten zich naar een 'schuilkerkje' te Driehuis. In de 19e eeuw kwam aan de verering van Engelmundus langzaam een einde.
|
Auteur:
|
Ben Speet
|
Illustraties:
|
|
Topografie
|
- De oorsprong van de verering van Engelmundus ligt in het aan het begin van de 8e eeuw door Willibrord gestichte kerkje te Velsen, dat aan Paulus was gewijd. In de 12e eeuw werd dit kerkje vervangen door een romaanse kerk. Aan de westzijde werd in de 13e eeuw een toren gebouwd. In deze toren zit nog steeds een romaans reliëf gemetseld, waarvan men nog tot ver in de 19e eeuw heeft gedacht dat het Engelmundus voorstelde. In feite betreft het een zegenende Christusfiguur. - Eind jaren zeventig van de 16e eeuw werd de kerk toegewezen aan de protestanten en moesten de katholieken uitwijken naar een schuilkerk in Driehuis ten zuiden van Velsen. In 1893-1894 werd dit inmiddels vergrote kerkje vervangen door de huidige neogotische, driebeukige kerk, een ontwerp van A. Bruning, een leerling van P.J. Cuypers. Hoewel de devotie tot Engelmundus tegen die tijd nauwelijks meer bestond, heeft men bij de inrichting van de kerk geprobeerd de herinnering aan deze heilige, aan wie de kerk was gewijd, levend te houden, door hem op een aantal gebrandschilderde ramen en in muurschilderingen af te beelden. - Boven de hoofdingang van de kerk staat een groot stenen beeld, door J.P. Maas te Haarlem omstreeks 1890 gemaakt. Het toont de heilige in monnikspij, de rechterhand opgeheven in spreekgebaar, in de linkerhand de bijbel, terwijl aan zijn voeten een bron ontspringt. In de kerk zelf, in het zuidtransept, boven het Engelmundusaltaar, trekt het stenen beeld van Albert Termote uit 1941 de aandacht. Een wandschildering in de meest oostelijke travee uit omstreeks 1900 toont de heilige in gezelschap van andere missionarissen. Een gebrandschilderd raam uit 1960, naar een ontwerp van H. Bijvoet en gebrand in het atelier Le Nobel te Haarlem, verbeeldt links het vertrek van Engelmundus uit Engeland, in het midden de verkondiging van het evangelie onder de Friezen en rechts de overtocht naar Engeland.
|
Cultusobject
|
- De voor zover bekend oudste levensgeschiedenis van pastoor Eylard Dirkszoon vertelt hoe Engelmundus, een Engelsman van Friese afkomst, op jonge leeftijd intrad in een benedictijnerklooster. Al of niet door Willibrord geïnspireerd - de verhalen spreken elkaar op dit punt tegen - stak hij het Kanaal over om de Kennemers en Friezen te bekeren. Zijn activiteiten verichtte hij voornamelijk vanuit het kerkje te Velsen, dat Willibrord aan zijn zorgen zou hebben toevertrouwd. Daar, in Velsen, liet hij op verzoek van de bevolking een bron met geneeskrachtig water (vooral tegen tandpijn) ontspringen. Later is deze bron in verband gebracht met het beekje dat uit het duingebied, langs de kerk, naar het Wijkermeer stroomde en dat bekend stond onder de naam De Engelmundusbeek. Deze naam dateert echter van het einde van de 17e eeuw. Voor die tijd stond deze beek bekend als de Egmondsbeek. Engelmundus stierf in 720. - Het oorspronkelijke cultusobject dat in de late middeleeuwen werd vereerd, was een in gouden buste vervat hoofd van Engelmundus, afgaande op Kronenburg in de eerste helft van de 17e eeuw gestolen en nooit meer teruggevonden. Volgens de overlevering werden reeds eerder tijdens de plundering van de kerk te Velsen door de geuzen de overige beenderen van de heilige over de kerkvloer geworpen, waarna zij door de koster weer bijeengeraapt werden en naar Haarlem gebracht. Kronenburg vermeldt dat deze in zijn tijd (1903) nog in de kathedraal van Haarlem werden bewaard.
|
Verering
|
- In 977 ontdekte de Utrechtse bisschop Balderik de stoffelijke resten van Engelmundus en liet een deel daarvan overbrengen naar de kerk van Velsen. Daar werden zij voorwerp van devotie, vooral voor lijders aan tandpijn. Een drietal wonderbaarlijke genezingen is hem toegeschreven, van een kind uit Gelderland dat een gezwel had in de hals (1370), van een man die niet meer kon slikken (1390) en van een man die leed aan 'een etterloop die hem ten neuze en ter ooren uyt vloeide' (1390). - Opmerkelijk is dat geen van de elementen waaruit pastoor Eylard Dirkszoon zijn heiligenleven heeft opgebouwd, terug te vinden is in bronnen ouder dan de 15e eeuw. De oudste vermelding van Engelmundus dateert uit ongeveer 1450. Op een kalender uit die tijd staat in rood aangegeven '1 februari Ingelmont confessor'. De oudste afbeelding dateert uit circa 1480 en is te zien in de kerk te Westbroek, waar Engelmundus staat afgebeeld in gezelschap van vijf andere heiligen. Velen vermoeden dan ook dat Engelmundus een mystificatie is en dat in de 15e eeuw een bewuste poging werd ondernomen om een verering van Engelmundus van de grond te krijgen. In hoeverre daarbij is teruggegrepen op een mondelinge of - thans verloren - schriftelijke traditie, of dat er sprake is van pure verzinsels, is niet duidelijk. - Na de hervorming verplaatste de verering van Engelmundus zich naar een schuilkerk te Driehuis. In 1595 wordt Engelmundus voor het eerst als patroonheilige van de schuilkerk genoemd. In 1638 schrijft de apostolisch vicaris Philippus Rovenius, die in dat jaar deze streek bezocht, in zijn verslag dat in de parochie Velsen sprake is van een 'piae peregrinationis ad S. Engelmundum pro dolore dentium' ('vrome bedevaart naar St. Engelmundus voor tandpijn'). Daarnaast wordt in 1656 melding gemaakt van 'peregrinationes [...] frequentes' (veelvuldige bedevaarten) op een open veld, waar vroeger een aan Engelmundus gewijde kapel zou hebben gestaan en waar het water van een miraculeus ontsprongen bron leniging bij tandpijn biedt. Over de locatie van dit veld en deze kapel is niets bekend. Nadere gegevens over de bedevaarten ontbreken. - In 1635 verscheen te Antwerpen het postume werk Gulde-jaers feestdagen van Joannes Stalpert van der Wielen. Hierin wordt bij 21 juni, een lofdicht gewijd aan 'Sinte Ingelmondus van Velsen, bij Haerlem'. In het laatste couplet worden de Kennemers opgeroepen om het beekje te bezoeken. Blijkbaar werd Engelmundus door de Nederlandse contrareformatoren nog beschouwd als zijnde van grote waarde. In 1640 werd door het bisdom Haarlem de 21e juni als feestdag van Engelmundus voorgeschreven en werd hij als heilige erkend, zonder dat van een officiële heiligverklaring sprake was. - Bedevaarten worden na de 17e eeuw niet meer genoemd. Men neemt aan dat in de loop van de 19e eeuw geleidelijk een einde kwam aan de verering van Engelmundus. - In 1939 werd bij opgravingen in de oude Engelmunduskerk nog een tympaan gevonden dat ouder is dan dat welke in de toren is ingemetseld. Dit opnieuw ontdekte reliëf dat in deze kerk wordt bewaard, toont een prelaat die op een troon is gezeten. Hij houdt een boek en een staf in zijn hand.
|
Materiële cultuur
|
- Liederen: 1 in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag, Familiearchief Hoeufft van Velsen, ligt een liederenbundel bestaande uit drie liederen die de lof van Engelmundus bezingen: het eerste lied 'inziende zijn Komst, Handel en Uytgang tot Velsen', bestaat uit tien coupletten; het tweede lied 'Speelende op zijn naam Engelmond' heeft eveneens tien coupletten en het derde lied 'toepassende aan den Heyligen Engelmond Deezen volgende spreuk: Hoe veel innerlyck gewond heeft hij door Kunst van zijn Engelmond en gebed haar quaal gesond gemaakt? Den H. Maximus Bisschop Homilia 59' heeft elf coupletten; 2 P.M. Verhoofstad, De Sint Engelmundus. Moederkerk van Zuid-Kennemerland (Velsen-Driehuis 1958) geeft aan het einde van zijn boekje een 'Kerklied ter ere van St. Engelmundus', ondertekend J.P.B.
- Prenten e.d.: voor zover bekend bestaan er vier 17e-eeuwse prenten van Engelmundus: 1 in 1632 werd in opdracht van het Haarlemse Kapittel een reeks van 24 gravures van heiligen van het bisdom gemaakt. Eén daarvan stelde Engelmundus voor, afgebeeld op dezelfde manier als de Christusfiguur in het romaanse reliëf in de toren van de kerk van Velsen. Het bij deze prent behorende onderschrift luidt: 'Engelmundus, abt van S. Benedictus Ordre, patroon van Velsen, wert geviert den 21en junii'. De prent is afgedrukt in J.J. Graaf, 'Het zoogenaamde S. Engelmundusbeeld der oude kerk van Velsen', in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem 22 (1897) p. 293-301, tegenover p. 295; 2 in 1650 verscheen van de hand van de graveur Cornelis Visscher en de tekenaar Pieter Soutman een reeks van veertien heiligenprenten. Eén daarvan toont Engelmundus met als onderschrift 'Engelmundus non ex numero XII discipulorum S. Egberti laboravit tamen sub S. Willibrordo cum S. Adelberto Kennemarios ad Christum convertit; proprius patronus in Velsen; colitur XXi junii. P. Soutmanno dirigente Corn. Visscher sculpebat cum privilegio P. Soutmannus inveniebat et excudebat Harlemi 1650'. Zie J.J. Graaf, idem; 3 de meest verspreide afbeelding van Engelmundus is een gravure van Frederik Bloemaert naar een tekening van zijn vader A. Bloemaert, die tussen 1650 en 1658 gedateerd moet worden. De afbeelding, de laatste uit een reeks van twaalf, stelt Engelbertus voor als abt in toog, met koorkleed en kap, met de bijbel in de rechter-, de abtsstaf in de linkerhand, staande in het open veld met aan zijn voeten een ontspringende bron. Het bijschrift vermeldt onder andere dat Engelmundus op de 21ste juni is geboren en omstreeks 720 aan de koorts gestorven en begraven is in Velsen. De prent is onder andere afgedrukt in P.M. Verhoofstad, De Sint Engelmundus Moederkerk van Zuid-Kennemerland (Velsen-Driehuis 1958), p. 16; 4 in de Generale legende der heylighen van Ribadineira en Rosweyde (6e druk, 1696) staat een klein prentje van Engelmundus als abt met bijbel en staf, onder zijn staf (in de rechterhand) ontspringt de bron; 5 een afbeelding uit 1918 is van Frans Lazarom, gemaakt ter verluchting van het boek van Th.M.P. Bekkers en E.H. Rijkenberg, Uit Hollands Paradijs. De eigen heiligen en heilige plaatsen van het Bisdom Haarlem (Leiden: Sint Bavo, 1918) p. 66.
|
Bronnen en literatuur
|
Tekstedities: Acta Sanctorum Junii V (Parijs-Rome: V. Palmé, 1867) p. 100-101; J. de la Torre, 'Relatio seu descriptio', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 11 (1883) p. 127; J. de la Torre e.a., 'Descriptio status', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 12 (1884) p. 422.
Literatuur: Petrus Ribadineira en Heribertus Rosweydus, Generale legende der heylighen met het leven van Iesu Christi ende Marie etc., dl. 1 (Antwerpen: J.B. Verdussen, 1686; 6e dr.) p. 644-645, tegenover p. 569 staan 48 kleine prenten waarvan er een (21 juni) Engelmundus voorstelt; H.F. van Heussen en H. van Rijn, Oudheden en Gestichten van Kennemerland, Noordholland en Westfriesland (Leiden 1721) p. 327-332; J.J. Graaf, 'Het zoogenaamde S. Engelmundusbeeld der oude kerk van Velsen', in: Bijdragen van de geschiedenis van het bisdom van Haarlem 22 (1897) p. 293-302, met afbeeldingen; J.A.F. Kronenburg, Neerlands Heiligen in vroeger eeuwen, dl. 2 (Amsterdam: Bekker 1903) p. 155-158; G.J. Hoogewerff, Joannes Stalpart van der Wielen. Zijn leven en keur uit zijne lyrische gedichten (Bussum: Paul Brand, 1920) p. 86-88; S. Muller, Geschiedkundigen atlas van Nederland. De kerkelijke indeeling omstreeks 1550, tevens kloosterkaart, dl. 1. Het bisdom Utrecht (Den Haag: Nijhoff, 1921) p. 305; P.M. Verhoofstad, De Sint Engelmundus Moederkerk van Zuid-Kennemerland (Driehuis-Velsen 1958). H.A. van Vessem, 'Engelmundus en het probleem van zijn historiciteit', in: Nederlands archief voor kerkgeschiedenis 50 (1969) p. 121-139; H.J. Calkoen, De Engelmunduskerk te Velsen (Velsen 1972); Een kerk en een handvol huizen. Grepen uit de geschiedenis van het dorp Velsen (Velsen: stichting Het dorp Velsen, 1975) p. 23-31; Driehuis. Uitgegeven ter gelegenheid van de restauraie van de tachtig jaar oude Sint Engelmunduskerk in 1974/1975 (z.pl. [1975]); M.P. van Buijtenen en A.K. de Meijer, Westbroeks heiligen in polderperspectief (Nijmegen: Dekker & Van de Vegt, 1981). S. Rolle, Kroniek van Driehuis. Uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het kerkgebouw van de St. Engelmundusparochie te Driehuis (Driehuis-Velsen 1994); Ada van Deijk, Romaans Nederland (Amsterdam: Zodiaque/Architectura & Natura Pers, 1994) p. 289-290, 314 (afb. 113 reliëf van de triomferende Christus), 328 (tympaan), 334 (reliëf); I. de Rijk en T. Graas ed., Inventaris van het kunstbezit van de parochie van de H. Engelmundus te Driehuis (Velsen) (Utrecht: Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland, 1996).
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Velsen
|
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar.
|