Vlierden, O.L. Vrouw, O.L. Vrouw in het Kraambed

Cultusobject: O.L. Vrouw, O.L. Vrouw in het Kraambed Open Street Maps
Datum: Onbekend
Periode: 13e eeuw (?) - begin 17e eeuw
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Mariakapel
Adres: Oude Torenweg, Vlierden
Gemeente: Deurne
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting: Volgens Wichmans was Vlierden in de 13e eeuw een bekend Mariaheiligdom dat toen door vorstelijke personen werd bezocht. Dankzij de voorspraak van O.L. Vrouw van Vlierden zouden vele wonderen bij vrouwen in barensnood zijn geschied. Daarop betrekking hebbende votiefgeschenken zouden tot in de 17e eeuw in de kapel aanwezig zijn geweest. In de loop van de 17e eeuw is de verering verdwenen en is de kapel in onbruik geraakt.
Auteur: Henk Beijers
Illustraties:
Topografie - De O.L. Vrouwekapel van Vlierden dateerde uit de 13e eeuw en is aan het begin van de 17e eeuw vervangen door nieuwbouw. In 1648 werd de kapel in gebruik genomen als gereformeerde kerk. De kapel is in het midden van de 18e eeuw ingrijpend verbouwd na de gedeeltelijke instorting tijdens een storm in december 1748. De houten toren werd vervangen door een stenen exemplaar die tegen het koorgedeelte werd aangebouwd. Dit koorgedeelte - vermoedelijk in 1608 of omstreeks 1648 gebouwd - had dienst gedaan als kosterhuis maar deed na 1748 dienst als schip van de kapel. In 1798 kwam de kapel weer in katholieke handen. Toen in 1846 een nieuwe parochiekerk gereed kwam, gewijd aan St. Willibrord en gebouwd op de plaats van de voormalige schuurkerk, werd de kapel verlaten en raakte zij in verval. Aan het einde van de 19e eeuw stond alleen de toren nog overeind. Samen met de restanten van het schip werd de toren in 1902 gesloopt. Op de plaats waar de kapel stond, ligt het voormalige kerkhof van Vlierden.
- In de jaren vijftig en zestig bestonden plannen om op het kerkhof een gedenkteken van O.L. Vrouw van Vlierden te plaatsen. De stuwende kracht hierachter was de Helmondse geestelijke F. Allard die in 1961 dit onderwerp enkele malen in een aantal artikelen in het Weekblad van Deurne onder de aandacht bracht. Allard trachtte bovendien het beeld van O.L. Vrouw van Vlierden op te sporen. Er kwam een plan om op de plaats van de toren een klein gedachteniskapelletje naar een ontwerp van architect Hurkmans uit Deurne te laten bouwen. De grondeigenaar, de Belgische familie De Maurissens, gaf hiervoor toestemming. Het plan is echter nooit uitgevoerd.
- In Vlierden herinneren nog twee straten aan de oude cultus: het Schooteind en de Schooteindseweg. Het woord 'schoot' verwijst volgens een lokale overlevering naar de verering van Maria als O.L. Vrouw in het Kraambed.
Cultusobject - In 1547 wordt gesproken over een beeltenis van O.L. Vrouw in de kapel van Vlierden. Waarschijnlijk betrof het een sculptuur van O.L. Vrouw in het Kraambed (zie Verering). Het beeld zal in de 17e eeuw verloren zijn gegaan.
Verering - De norbertijn Wichmans, die in 1630 was benoemd tot pastoor van Mierlo en deken van het district Helmond, levert de belangrijkste getuigenis (1632) over de Mariaverering in Vlierden. In de vertaling van D. Gooren luidt zijn vermelding van de verering als volgt:

'Tot niet geringe lof van haar vrijgevigheid, die het gevolg was van haar eerbied voor en godsvrucht tot de maagdelijke Moeder Gods, wordt van diezelfde keizerin [Maria, weduwe van keizer Otto IV, dochter ven Hendrik I van Brabant] verteld, dat zij, toen zij in het dorp Vlierden, dat twee mijl van het klooster [de abdij van ⟶ Binderen, O.L. Vrouw] gelegen is, bepaalde bezittingen ter plaatse, die ze van Hendrik II, haar broer en hertog van Brabant, voor dat doel gekregen had, aan dit convent vermaakte, zij er de verplichting aan verbond om wekelijks drie missen te lezen in het heiligdom, dat ze in datzelfde dorp ter ere van de Moeder Gods had gesticht. Dit heiligdom wordt 'H. Maria-in-het-kraambed' ('S. Maria in Puerperio') genoemd en er zijn, door de hulp en voorspraak van die zeer zuivere Kraamvrouw, vroeger zeer veel wonderen geschied, getuige de constante overlevering van de voorvaderen en de ter plaatse opgehangen ex-voto's. Maar er zijn daar ook, voordat ketters de kerken plunderden, lange tijd zeer kostbare sieraden bewaard, die dezelfde keizerin aan haar zeer geliefde patrones en bevrijdster had toegewijd, zoals men duidelijk kan zien aan de vorm, de kleur en andere kentekens, die volledig overeenkomen met sieraden van de abdij van Binderen'.

- Wichmans' verslag wekt de indruk dat er in zijn tijd nog votiefgeschenken in de kapel hingen. Opvallend zijn de verwijzingen naar keizerin Maria die in het midden van de 13e eeuw de Vlierdense kapel zou hebben gesticht. Bovendien zou zij 'juwelen' als votiefgeschenken aan de kerk hebben gegeven. Het patronaat 'O.L. Vrouw in het kraambed' wijst op de hulp die Maria zou verschaffen bij vrouwen in barensnood (⟶ Reimerswaal).
- Waarschijnlijk bevestigt een akte uit 1541 de aanwezigheid van kostbare votiefgeschenken. In dat jaar drongen dieven de VIierdense kapel binnen. Behalve stukken uit de 'comme', de kist waarin het toenmalige dorpsbestuur het archief bewaarde, namen zij ook 'eenen kelck [...] lijwaet ende juwelen' mee. Waarschijnlijk doelt Wichmans hierop wanneer hij het heeft over de zeer kostbare juwelen die geschonken waren door de keizerin.
- In de akte die over de diefstal is opgemaakt, wordt priester Jan van der Heze genoemd die op dat moment waarschijnlijk de bedienaar is van de kapel. In zijn eigenhandig geschreven testament van 1547, dat door notaris Gerardus Nouts uit Deurne openbaar werd gemaakt, vermaakt hij aan de kapel vier Carolusguldens om daarmee de beeltenis van O.L. Vrouw te versieren.
- Dat er in de 17e eeuw een einde kwam aan deze verering is niet verwonderlijk, want thema's als 'O.L. Vrouw in het kraambed' werden door vertegenwoordigers van de katholieke reformatie afgewezen als cultusobject. Ook de parochiekerk van Deurne beschikte blijkbaar over een dergelijk beeld: in 1617 moest de pastoor van Deurne aan de bisschop van 's-Hertogenbosch, Nicolaas van Zoes, beloven dat hij het beeld van de H. Maagd in het Kraambed uit zijn kerk zou verwijderen.


Bronnen en literatuur Tekstedities: A.M. Frenken, 'De latere kerkvisitaties', in: Bossche bijdragen 27 (1963-1964) p. 133.
Literatuur: Augustinus Wichmans, Brabantia Mariana tripartita (Antwerpen: J. Cnobbaert, 1632) p. 654; H.N. Ouwerling, Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden (Helmond: Boekdruk. Helmond, 1933) p. 708-717; D. Gooren, 'Onze Lieve Vrouw van Vlierden', in: Brabants heem 24 (1972) p. 104-106; D. Gooren, 'Onze Lieve Vrouw van Vlierden II', in: Brabants heem 25 (1973) p. 3233; G.J. van Bussel, 'De vorming van het eerste kloosterdomein en de verwerving van financiële inkomsten door de Helmondse cisterciënserinnenabdij Locus Imperatricis (Binderen), 1237-1263', in : De Vlasbloem. Historisch jaarboek voor Helmond 7 (1986) p. 31-47, en de daar genoemde literatuur; H. Beijers en P. Koolen, Vlierdens verleden 721-1926. Historische opstellen over de oude heerlijkheid en de zelfstandige gemeente (Vlierden: St. Willibrordusparochie, 1996) p. 257-274.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a+b (1993); Tilburg, KU Brabant: Brabant-collectie, top. afb. Vlierden: nrs. 4658-4665, kapel; de oudst bekende tekening van de Vlierdense kapel dateert van 1685 als Jan de Beijer Vlierden bezoekt. Hendrik Spilman baseert zich in 1738 op deze tekening als hij een kopergravure van de kapel vervaardigt. De gravure krijgt de toevoeging 'Oude kapel te Vlierden'.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.