Wanroij, H. Cornelius |
||
Cultusobject: | H. Cornelius | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 16 september (+ octaaf); eerste zondag in mei | |
Periode: | 18e eeuw - ca. 1960 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Cornelius | |
Adres: | Kerkplein 1, 5446 AX Wanroij | |
Gemeente: | Sint Antonis | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: | De eerste kapel van Wanroij is voor 1441 gesticht en was toegewijd aan de heiligen Cornelius en Maria Magdalena. De oorsprong van de bedevaart is onbekend. In de 18e eeuw verwierf de kerk relieken en aflaten. In de 19e eeuw was sprake van een drukke toeloop, vooral in mei, met processies. St. Cornelius werd vooral beschouwd als beschermer tegen besmettelijke ziekten bij mensen en vee. Sinds de jaren zestig van de 20e eeuw wordt hij alleen nog binnen de parochie als patroon vereerd. | |
Auteur: | Ottie Thiers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De parochiekerk staat in het centrum op het kerkplein, vlakbij de plek waar ook de voormalige schuurkerk en de middeleeuwse kerk hebben gestaan. Wanneer de eerste kapel werd gebouwd, is niet bekend; men veronderstelt dat dit ergens tussen 1100 en 1300 is geschied. Het oudste document uit het parochiearchief, een schenkingsakte uit 1441, spreekt van een kapel, gewijd aan de heiligen Cornelius en Maria Magdalena. Deze was onderhorig aan de kerk van Mill en werd in 1551 verheven tot parochiekerk en waarschijnlijk vergroot met een laatgotisch koor. In 1586 werd de kerk door troepen van Parma bij het beleg van Grave door brand getroffen, maar niet geheel verwoest. Van 1648 tot 1795 waren de katholieken aangewezen op een kerkschuur die vlakbij de oude kerk stond, in de tuin van de huidige pastorie. Toen zij hun oude kerk in 1795 weer in gebruik konden nemen verkeerde het bouwwerk in deplorabele staat. In de loop van de 19e eeuw vonden diverse verbouwingen en vergrotingen plaats, maar uiteindelijk werd de kerk in 1910 gesloopt. De kerk telde drie altaren, waarvan het grootste aan Cornelius was gewijd. - De huidige neogotische kruiskerk is gebouwd naar een ontwerp van C. Franssen uit Roermond en werd op 9 mei 1910 door bisschop Van de Ven geconsacreerd. Eromheen werd een plantsoen aangelegd met brede dreven waar processies konden worden gehouden. Op het gedeelte voor de kerk is in 1966, na verkoop aan de gemeente, een parkeerterrein aangelegd. - De patroonheilige is in kalksteenreliëf boven de kerkdeur uitgebeeld, terwijl mens en dier aan zijn voeten neerknielen. Aan weerszijden van de ingang, waarboven zich de toren verheft, zijn kapellen gebouwd; de linker is de voormalige doopkapel, nu toegewijd aan St. Jozef, de rechter is ingericht als Lourdesgrot. Twee ondiepe dwarsbeuken boden in het verleden plaats aan altaren ter ere van Maria en St. Cornelius. - In het verlengde van het linkerlangsschip ligt de Mariakapel, waar tegenwoordig ook de doopvont staat. Aan de wand hangen twee eikenhouten gepolychromeerde reliëfs van H. van der Geld uit 1911 (65 x 60 cm en 60 x 60 cm). Het ene laat zien hoe Cornelius tijdens zijn prediking door een soldaat wordt bedreigd; op het andere geneest hij een zieke, omringd door moeders met zuigelingen en een boer met zijn koe. De reliëfs zijn afkomstig van het Corneliusaltaar, dat vroeger in de rechterdwarsbeuk stond. Het rechterschip kijkt uit op de devotiekapel voor St. Cornelius, waar, merkwaardig genoeg, twee reliëfs met Mariavoorstellingen hangen, afkomstig van het vroegere Maria-altaar. Twee gebrandschilderde glas-in-lood-ramen (F. Nicolas en Zonen, Roermond) vertellen het verhaal van Cerealis, een hoofdman die Cornelius moest bewaken. Cerealis verzocht Cornelius mee te gaan naar zijn huis om zijn vrouw te bezoeken, die een beroerte had gehad. Cornelius genas de vrouw en doopte vervolgens het hele gezin. - In 1967 is het kerkinterieur versoberd, waarbij de zijaltaren verdwenen zijn en de doopvont werd verplaatst. Twee jaar later werd in de Mariakapel een vitrine gebouwd, waarin de kerkschatten permanent tentoongesteld worden. De vitrine bevat onder andere een 15e-eeuws beeld van de patroonheilige en een dalmatiek en tuniek, deels 15e-, deels 18e-eeuws. Op het dwarsstuk van de tuniek is Cornelius afgebeeld. |
|
Cultusobject |
- De paus en martelaar Cornelius († 253) had tijdens zijn pontificaat te maken met verscheurdheid van de christelijke gemeenschap. In tegenstelling tot de tegenpaus Novatianus stond hij voor een milde boetepraktijk bij christenen die vanwege de vervolging tijdelijk van hun geloof waren gevallen. |
|
Verering |
- Cornelius wordt al sinds de middeleeuwen bijzonder vereerd in de noordoosthoek van de provincie Noord-Brabant, evenals in de aangrenzende Duitse Nederrijnstreek. Hij is de schutspatroon van verschillende oude kerken in de regio. De Wanroijse kapel, later parochiekerk, waarvan de stichtingsdatum onbekend is, was zeker al in de 15e eeuw aan hem gewijd. Ook de gemeente heeft zich onder de bescherming van de parochiepatroon gesteld. De kerk bezit tal van voorwerpen uit de 15e, 18e, 19e en 20e eeuw, die verwijzen naar haar patroonheilige. Het meer dan 500 jaar oude Corneliusbeeld heeft alle kerkverwoestingen, -verbouwingen en -verhuizingen doorstaan. Hoe oud de devotie precies is, en sinds wanneer deze een bedevaart genoemd kan worden, is niet meer te achterhalen. Uit de 18e eeuw hebben we concrete aanwijzingen met betrekking tot de verering in de vorm van relieken en aflaten. In 1731 verkreeg de parochie toestemming tot verering van de reliek. Aan het einde van de 18e eeuw had men al behoefte aan een tweede reliek, mogelijk als gevolg van de aflaatverlening van paus Pius VI uit 1784. Ook Pius VII verleende een aflaat in 1806, en Gregorius XVI deed hetzelfde in 1840. - In elk geval sinds het begin van de 19e eeuw, mogelijk al veel eerder, werd het feest van St. Cornelius in Wanroij tweemaal per jaar gevierd, in mei en in september. De aflaatbul van 1806 gold voor beide feesten. In 1879 verkreeg pastoor M.A. van de Ven toestemming van de bisschop om sacramentsprocessies met uitstelling van het H. Sacrament te houden op de druk bezochte feestdag van de H. Cornelius. Bovendien mocht voortaan op de zondag in het octaaf een kleine sacramentsprocessie gehouden worden. Of het hier de viering in mei, in september, of beide betrof is niet duidelijk. Beide processies heetten in later jaren groot te zijn. - In 1918 verzamelde A. van Rooijen gegevens over Corneliusvereringen in Nederland. Hij beschreef de Wanroijse verering ten tijde van het pastoraat van J. Glaudemans (1897-1931), en waarschijnlijk ook op basis van diens informatie. Hij noemde de viering in mei 'Klein St. Cornelis', het feest in september 'groot'. Beide feesten werden toen door bedevaartgangers bezocht. In september kwamen twee capucijnen assisteren met preken en biechthoren. De 16e september werd in de parochie als een zondag gevierd. Elke eerste zondag van de maand werd bovendien de reliek vereerd. Men vereerde Cornelius toen vooral als beschermer tegen besmettelijke ziekten. Langdurige epidemieën, zowel bij mensen als bij vee, waren 'sinds menschenheugenis' aan Wanroij voorbijgegaan, met als sprekend voorbeeld een toen recente uitbraak van mond- en klauwzeer in alle aangrenzende dorpen. - De herinnering van ouderen in de parochie gaat terug tot voor de Tweede Wereldoorlog, ongeveer vanaf het pastoraat van Glaudemans' opvolger G. van Erp (1931-1960). Hun verhaal komt niet helemaal overeen met Van Rooijens beschrijving. Op de eerste zondag van mei was het niet klein maar 'Groot St. Cornelis'. Familieleden van ver en anderen van buiten de parochie bezochten dit feest; de kerk was dan meer dan vol. In september was het minder druk, dan was de viering meer een parochiële aangelegenheid, ook omdat de feestdag doorgaans door de week viel - alleen in Wanroij had men dan vrij. De reliek stond de gehele dag uitgesteld op het zijaltaar en werd vereerd na de hoogmis en na de processie. De processie was aansluitend aan het lof en trok rond de kerk, met een pauze bij het rustaltaar achter de kerk onder de kastanjebomen. Daar werd het Te Deum gezongen, in mei volgde nog een lofzang ter ere van God, in september het Corneliuslied. Tijdens de Tweede Wereldoorlog mochten geen processies gehouden worden. Daarna is de draad weer opgepakt, tot in 1960 pastoor G. van Erp stierf. - Zijn opvolger pastoor J. Donkers heeft wat geëxperimenteerd met een nieuw vormgegeven processie en hield gedurende enkele jaren een kinderzegening. Vanuit het naburige St. Anthonis ging men in 1960 nog wel naar St. Cornelius in Wanroij of Vortum wanneer kinderen aan stuipen leden, maar het bleek toch een aflopende zaak te zijn. In 1997 is slechts een parochieel patroonsfeest in september overgebleven, waarbij de pastoor de parochianen herinnert aan St. Cornelius. Er worden nog wel wat kaarsjes in de devotiekapel opgestoken. Hoewel in 1997 een langdurige en omvangrijke varkenspestepidemie woedde, schijnt niemand in dit verband aan Cornelius te hebben gedacht. - Een Corneliusbroederschap heeft in Wanroij nooit bestaan. Bidprentjes en devotionalia zijn niet bekend. De kermis is altijd in augustus gehouden, los van de Corneliusfeesten. |
|
Materiële cultuur |
- Liturgisch vaatwerk: 1 kelk, zilver, begin 18e eeuw, hoogte 24 cm, voet Ø 15 cm, merken stadsteken bokje (= Boxmeer) en meesterteken RR (= Rabanus of Rutger Raab). Op de welving zijn ovale voorstellingen gegraveerd van een kruisbeeld, Cornelius en Maria Magdalena; 2 kelk en pateen, verguld zilver, 1906, hoogte 22,2 cm, voet Ø 18,5 cm, merken meesterteken JH* (= J. Hamers, Tilburg 1888-1912). Op de zes lobben van de voet zijn reliëfvoorstellingen gegraveerd van een kruisbeeld, Maria, Jozef, Cornelius, Johannes de Doper en een vrouwelijke heilige, inscriptie 'd.d. C. Laarakkers in piam memoriam uxoris suae Johannae van Kessel defunctae 7 dec. 1906' ('geschonken door C. Laarakkers in vrome herinnering aan zijn vrouw Johanna van Kessel overleden op 7 dec. 1906'). - Textiel: 1 dalmatiek en tuniek, hoogte 98 cm, breedte aurifrisiae 7 cm, dwarsstroken 15 x 20 cm; aurifrisiae en dwarsstroken van goud- en zijdedraad op blauw satijnen ondergrond, laat 15e-eeuw, omzoomd met goudgalon gezet op veelkleurige gebloemde rode zijde uit het midden van de 18e eeuw, op de 15e-eeuwse banden zijn apostelfiguren afgebeeld, op de dwarsstukken van de dalmatiek St. Hieronymus, van de tuniek St. Cornelius; 2 drie geborduurde vanen, 1916, waarvan een met St. Cornelius, hoogte 78 cm (de andere vanen met de H. Familie, hoogte 72 cm en het H. Hart dat verschijnt aan Maria Margaretha Alacocque, hoogte 70 cm). - Diversen: 1 ovaal parochiestempel, 4,3 cm x 3,6 cm; Cornelius met staf en tiara zegent een geknield meisje, randschrift 'Paroecia Sancti Cornelii Wanroy'; 2 de kleinste van de drie kerkklokken draagt de naam van Cornelius. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Wanroij, parochiearchief St. Cornelius: schenkingsakte 1441, reliekcertificaten, aflaatbrieven, rekest i.v.m. processie 1879, afroepboeken 1958-1959, Corneliuslied; het parochiememoriaal is niet aangetroffen. Grave, streekarchivariaat Land van Cuijk: krantenknipsels. 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochie St. Cornelius Wanroij, map A parochie, kerkgebouwen, vragenlijst 1850; map B Varia: krantenknipsel over prent J. de Beijer. Literatuur: L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 5 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1876) p. 894-896, geschiedenis kerk Wanroij en vermelding bedevaart; A. Scheepers, Beknopte schets van het leven, den marteldood en de vereering van den H. Cornelius etc. (Gulpen: M. Alberts, 1888) p. 27 vermelding van verering te Wanroij; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 430; Alb. van Rooijen, Vereering van den H. Cornelius (bijzonderen patroon tegen zenuwziekte) in Nederlandsche kerken en kapellen (Leiden; Futura, 1918); Matthias Zender, Räume und Schichten mittelalterlicher Heiligenverehrung in ihrer Bedeutung für die Volkskunde. Die Heiligen des mittleren Maaslandes und der Rheinlande in Kultgeschichte und Kultverbreitung (Düsseldorf: Rheinland-Verlag, 1959) p. 174; H. Douma, Gemeente Wanroij; inventaris van de wereldlijke en kerkelijke archieven van Wanroij en Rijkevoort (Wanroij-Cuijk: Gemeente Wanroij en streekarchivariaat Land van Cuijk, 1965) p. 45-51; P.J. Meertens & M. de Meyer ed., Volkskunde-Atlas voor Nederland en Vlaams-België. Commentaar Aflevering II (Antwerpen: Standaard, 1965) p. 32, vermelding als beschermheilige tegen stuipen; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen III. Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 30, genoemd bij huidige bedevaartplaatsen in Noord-Brabant; G. Lemmens ed., Beelden uit Brabant. Laatgotische kunst uit het oude hertogdom, 1400-1520 ('s-Hertogenbosch: Noordbrabants Museum, 1971) p. 81-82, 156; Piet Hendriks, Herdenkingsboek bij de gelegenheid van het 425-jarig bestaan van de parochie St. Cornelius Wanroij (Wanroij: Feestcommissie 425-jarig jubileum parochie St. Cornelius Wanroij, 1976) p. 10 en 25 verering, p. 21 foto's oude kerk; Piet Hendriks, Oud Wanroij op de foto: een indruk van leven en werken in Wanroij in de periode 1870-1940 (Boxmeer: Drukkerij Schoth B.V., [1984]) met foto's van de oude en nieuwe kerk en van processies; Parochiegids Sint Cornelius Wanroij (Wanroij: [parochie St. Cornelius], 1986) met korte levensbeschrijving St. Cornelius, geschiedenis kerk en kunstvoorwerpen; L.C.B.M. van Liebergen & W.P.C. Prins ed., Sanctus. Met heiligen het jaar rond (Uden: Museum voor Religieuze Kunst, 1997) p. 53-56, met foto van het beeld. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Wanroij; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 1959, invuller St. Anthonis; Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland dossier parochie H. Cornelius; informatie van M. van den Berg e.a. te Wanroij in 1997. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |