Westkapelle, H. Willibrord (Willibrordus)

Cultusobject: H. Willibrord (Willibrordus) Open Street Maps
Datum: 4 juli
Periode: 11e eeuw (?) - ca. 1573
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Willibrord
Adres: Zuidstraat 1, 4361 AA Westkapelle
Gemeente: Westkapelle
Provincie: Zeeland
Bisdom: Breda
Samenvatting:

Westkapelle is het oudste christelijke bedevaartsoord van Walcheren. Hier is volgens de overlevering Willibrord geland en begonnen met zijn verkondiging van het christendom op het Europese vasteland. In de voormalige Willibrordkerk vereerden pelgrims eeuwenlang bloedsporen van de heilige en relieken die door de abdij van Echternach waren geschonken. De cultus werd in de late middeleeuwen overvleugeld door de Mariavereringen in ⟶ Oost-Souburg en ⟶ Vrouwenpolder, maar bleef tot de hervorming in stand.

Auteur: Huub de Jonge; bew. Peter Jan Margry
Illustraties:
Topografie - Westkapelle behoorde tot de vijf moederparochies van Walcheren (tezamen met Westmonster en Noordmonster te Middelburg, West-Souburg en Oostkapelle). Tot voor kort werd aangenomen dat de parochie een afsplitsing was van de parochie van een later door de zee verzwolgen handelsplaats die ten noorden van Domburg lag. Uit recent onderzoek is echter gebleken dat de parochie Westkapelle hoogstwaarschijnlijk is voortgekomen uit de oude Middelburgse St. Maartensparochie, die later in West- en Noordmonster uiteenviel. Tussen 1000 en 1050 stichtte deze parochie twee kapellen in Noord-Walcheren: een in Westkapelle en een in Oostkapelle. Beide gebedshuizen waren aan Willibrord opgedragen.
- Westkapelle lag in die tijd gedeeltelijk buiten de huidige zeewering. Uit angst voor overstromingen werden nieuwe bouwwerkzaamheden voor deze plaats - die in 1233 stadsrechten kreeg - in de loop der tijd meer landinwaarts gedaan. Om te voorkomen dat ook de kerk door de zee zou worden verzwolgen, werd in de tweede helft van de 15e eeuw in het uiterste oosten van het stadje een nieuwe kerk gebouwd. Deze laatgotische Willibrordkerk bestond uit een toren, een dwarsschip en een driedelig hallenschip met koor. Rond 1573 vernielden de Spanjaarden deze kerk. De herbouwde, maar kleinere, protestantse kerk brandde in 1831 af. Van de oude kerk is alleen de, inmiddels vele malen gerestaureerde, toren gelegen aan de Zuidstraat nog over. De vuurtoren functioneert vanouds als baken voor de scheepvaart. In 1816 werd ze met een kustlicht uitgerust.
Cultusobject

- Zie voor Willibrord ⟶ Bergschenhoek.
- Westkapelle ontving een of meer botrelieken van Willibrord, welke in de 11e eeuw in de kerk, naast de bebloede altaarsteen, werden vereerd. Het is volgens Peter Henderikx aannemelijk dat de relieken van de heilige ooit door de abdij van Echternach aan de kerk van Westkapelle zijn geschonken. Volgens overlevering was het lichaam van Willibrord eind negende eeuw in verband met het Noormannengevaar op een veilige plaats in de abdijkerk weggeborgen. Daar raakte het in de vergetelheid en werd pas weer gevonden in de tijd dat de in 1016 afgebrande abdijkerk werd herbouwd. Bij de wijding van de herstelde kerk in 1031 vond een plechtige translatio plaats van het lichaam van Willibrord naar zijn nieuwe rustplaats. Abt Humbert had toen, alvorens de doodskist te sluiten, het boetekleed van de heilige eruit genomen, samen met enige delen van het lichaam, met name een rib, om die in delen als relikwieën te kunnen wegschenken. Van de vermeldingen in schriftelijke bronnen van plaatsen waar zich Willibrordrelieken bevonden stammen de meeste uit de tweede helft van de elfde eeuw en later tijd. De kans bestaat dus dat na 1031 ook relieken aan de kerk van Westkapelle zijn geschonken, mogelijk bij de verheffing van de kapel tot zelfstandige parochiekerk waarbij een reliek van de patroonheilige benodigd was.
 

Verering

Missie van Willibrord
- Het is verre van zeker of Willibrord in Westkapelle, is geweest. Niettemin wordt Walcheren nadrukkelijk genoemd in de Vita Sancti Willibrordi van de hand van Alcuin (ca. 786). In hoofdstuk veertien staat:
'Toen dus de eerbiedwaardige man eens zoals gewoonlijk op een missiereis was, kwam hij bij een zekere plaats die Walichrum heette, waar nog een afgodsbeeld van het oude bijgeloof stond. Toen de man Gods [Willibrord] dit in zijn vurige geloofsijver verbrijzelde voor de ogen van de bewaker van dit heiligdom, sloeg deze, in zeer grote woede ontstoken, alsof hij het onrecht zijn god aangedaan wilde wreken, in een vlaag van drift met zijn zwaard op het hoofd van de priester van Christus. Maar omdat die zijn dienaar beschermde, liep hij geen enkel letsel op van die slag. Toen zijn metgezellen dit echter zagen, kwamen zij aanrennen om dit brute geweld van deze goddeloze man met de dood te straffen. Maar door de vroomgezinde man Gods werd de schuldige uit hun handen bevrijd en hij liet hem gaan.'

Het in de tekst genoemde Walichrum wordt echter nu door de wetenschap geïdentificeerd met de villa Walichrum die ten noordoosten van Domburg lag en niet met Westkapelle. Het in dit Vita vernietigde 'afgodsbeeld' kan volgens Margry daarom beter met een uit (Oud) Domburg afkomstig Nehalenniabeeld in Walichrum worden geïdentificeerd. Dit zijn nieuwe inzichten. In de middeleeuwen leefde echter het geloof dat Willibrord in Westkapelle had huisgehouden en was aangevallen, hetgeen daar gedurende enkele eeuwen een bedevaart tot gevolg had.
- Volgens Thiofried, de abt van de St. Willibrordabdij van Echternach, die omstreeks 1104 een nieuwe levensbeschrijving van Willibrord schreef, raakte Willibrord bij zijn actie wél gewond. Hij schrijft daarover: 'Testis est usque hodie sanguis eiusdem in basilica que Westcapella appellatur, fusus et conspersus in altaris crepidine.' Het met bloed besmeurde deel van het stuk geslagen heiligdom zou namelijk, volgens de abt, daarna als een reliek in de kerk van Westkapelle zijn geplaatst en in de voet van het altaar zijn verwerkt. Een altaar behoorde immers een reliek van de kerkpatroon in zich te dragen. De (bloed-) vlekken zouden nog lang zichtbaar zijn geweest.
- Volgens de middeleeuwse kroniekschrijver Melis Stoke was het object dat Willibrord vernielde, gewijd aan Mercurius. Hij vulde echter voor het heidense afgodsbeeld een vrij willekeurige Romeinse godennaam in (zoals in andere oudere publicaties ook wel de Germaanse naam van Wodan wordt genoemd). In zijn Rijmkroniek van Holland (eind 13e, begin 14e eeuw) beschreef hij Willibrords komst als volgt: 
'Tote Westcappel dat hi quam, Daer hi aenbeden vernam, Mercuriuse over enen god. Dat beelde doer ons heren gebod, Brac hi, ende hevet tfolc ghescouden; Maer dat hevet hi swaer ontgouden, Want een, de Mercuriuse wachte, Sloeghen in sijn hoeft onsachte, Dat hi storte daer sijn bloet. Nochtan predicte hi metter spoet.' 

Middeleeuwse bedevaart
De vermeende bloedsporen groeiden uit tot een object van devotie en stimuleerden de groei van Westkapelle als centrum van Willibrordverering op het eiland. Thiofried's versie was overigens niet vrij van eigenbelang. De abdij waarvan hij hoofd was, was door Willibrord zelf gesticht, vormde een bedevaartplaats rondom diens gebeente en bezat een groot aantal goederen op Walcheren. 
- Thiofried vertelt ook dat in de 11e eeuw Walchenaren zich in de kerk verzamelden alvorens de strijd tegen graaf Robrecht de Fries aan te binden. De eilandbewoners, sterk in de minderheid, gingen daarop biddend ‘driemaal, viermaal door de door het bloed van Willibrord gewijde kerk van Westkapelle’, en deden daarbij de gelofte om levenslang een jaarlijkse cijns aan Willibrord te betalen wanneer zij door Willibrords tussenkomst de overwinning zouden behalen. Bij hun vertrek naar het strijdperk hingen ze een doosje (pyxis) met relieken van hun schutspatroon aan het vaandel. Daarop slaagden zij er er op wonderbaarlijke wijze in het Vlaamse leger van het eiland te verdrijven. Als dank aan Willibrord voor de behaalde overwinning stuurden zij twee op de Vlamingen buitgemaakte vaandels naar Echternach, het klooster waar Willibrord was begraven, om daar te worden bewaard in de abdijkerk. 
- Een bijna identieke voorbereiding zou ook plaats hebben gehad in 1253, toen Floris V ten strijde trok tegen het Vlaamse leger van Gui van Dampierre dat Zeeland was binnengevallen. Willibrord liet zijn aanhangers niet in de steek. De beslissende slag werd op 4 juli in de buurt van Westkapelle zelf geleverd. Nog lang daarna droegen gelovigen elk jaar op die dag dit kistje met gebeente van Willibrord in een ommegang over het gehele eiland rond, hetgeen een indicatie is voor de grote betekenis van de cultus in de middeleeuwen.
- De pastoors van de Willibrordkerk waren sinds de tweede helft van de 11e eeuw afkomstig uit de abdij van Middelburg. Een deel van de offeranden 'van het groot altaar' van de kerk (waarop de bloedsporen zaten) kwamen toe aan de abdij. In de week van Hemelvaart, de kruisweek, stuurde de Westmonsterparochie jaarlijks een kruis naar de dochterparochie in Westkapelle. Tussen 1498 en 1503 bestond er een geschil tussen de moeder- en dochterkerk over de 'perceptie' of afdracht van offeranden op het hoofdaltaar in Westkapelle. In 1566 kreeg een boer van het kerkbestuur van de parochie Westmonster voor zeven jaar de pacht van een stuk grond onder de nevenconditie dat hij jaarlijks met paard en wagen het kruis naar de dochterkerk vervoerde. 
- Historici vermoeden dat Westkapelle een pelgrimsoord van betekenis is geweest, zij het dat in de late middeleeuwen de Willibrorddevotie op Walcheren vermoedelijk in de schaduw kwam te staan van de Mariaverering elders op het eiland. Echter, veel concrete gegevens over die bedevaart zijn er verder niet.
- In de 17e eeuw was er nog een zoetwaterbron, genoemd naar St. Willibrord, in het duingebied aanwezig ( ⟶ Heiloo, Willibrord).

Relaties met Zoutelande en Vlissingen
- De herinnering aan Willibrord in Westkapelle is aan het einde van de 20e eeuw vrijwel vervaagd. De heilige wordt er zelfs niet met een straatnaam herdacht. Merkwaardig genoeg associeerde de Walcherse bevolking Willibrord toen vooral nog met het naburige Zoutelande. Menige Walchenaar meende dat hij daar aan land is gekomen. De plaatselijke St. Catharinakerk, een dochter van de kerk van Westkapelle, heet daarom in de volksmond de Willibrordkerk. Ze ligt aan het Willibrordusplein, waar ook, aan de voet van de duinen, een Willibrordput ligt. Het verhaal dat de put na aankomst door de heilige is gesticht, is een latere toevoeging aan de Willibrordlegende, hoogstwaarschijnlijk uit de 18e of de eerste helft van de 19e eeuw. Het verzinsel is een eigen leven gaan leiden, wat opmerkelijk mag heten in een protestants dorp als Zoutelande. In 1945 was de put in Zoutelande bijna geheel onder het duinzand bedolven. In 1958 is de put, althans de resterende bouwelementen, wegens versterking van de kust in het kader van het Deltaplan een honderd meter verplaatst en in mei 1981 herbouwd. De volgende tekst is er nu op aangebracht: 'Deze put is volgens overlevering gesticht door Willibrordus in 690; herbouwd in 1981'. Ansichtkaarten en stickers van de put zijn er te koop.
- Over het nabije Vlissingen wordt nog verhaald dat Willibrord er een fles zou hebben achtergelaten waaraan de gehele bevolking zich zou hebben kunnen laven. Een kruik in het stadswapen is een reminiscentie aan deze legendarische wijnvermenigvuldiging. De stad bezat eveneens een aan Willibrord toegewijde kerk.

 

Bronnen en literatuur

Archivalia: Middelburg, Rijksarchief in Zeeland: archief van de N.H. gemeente te Westkapelle, inv. no. 341.1; collectie Zelandia Illustrata.
Tekstedities: J. de la Torre, 'Relatio seu decriptio', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 11 (1883) p. 168-169; Alcuin, ‘Vita Willibrordi’, in: B. Krusch en W. Levison (ed.), Monumenta Germaniae Historica. Scriptores Rerum Merovingicarum, dl. 7 (Hannover/Leipzig 1896), 113-138, caput 14, 443;Thiofried van Echternach, ‘Vita sancti Willibrordi’, in: A. Poncelet (ed.), Acta Sanctorum, Nov. 3 (Brussel 1910), 458-483.
Literatuur: M. Smallegange, Nieuwe Cronyk van Zeeland (Middelburg: J. Meertens, Amsterdam: A. van Someren, 1696) p. 99, 88-101; H.F. van Heussen, Oudheden en gestichten van Zeeland, dl 1 (Leiden: Christiaan Vermey, 1722) p. 230-241; Pieter Boddaert, Johannes Plevier, Nikolaas van der Schatte e.a., Tegenwoordige Staat van Zeeland, dl. 2 (Amsterdam: Isaak Tirion, 1753) p. 211-218; D. Buddingh, Mirakel-geloof en mirakelen in de Nederlanden (Den Haag: H.C. Susan, 1845) p. 28; M.F. Lantsheer en F. Nagtglas, Zelandia Illustrata, dl. 1 (Middelburg: J.C. & W. Altorffer, 1879) p. 630-639; Van der Horst, 'De kerken en parochiën op Walcheren', in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem 6 (1878) p. 436-460; W.G. Brill, Rijmkroniek van Melis Stoke, dl. 1 (Utrecht: Kemink & Zoon, 1885) p. 5-6, passage uit de Rijmkroniek van Holland; 'Het kerkje te West-Kapelle aan den H. Willibrord toegewijd?', in: Sancta Maria 17 (1940) p. 130-132; C. Dekker, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen (Assen: Van Gorcum, 1971) p. 48-52, 76-78; A. Teunis e.a., Encyclopedie van Zeeland, dl. 3 (Middelburg: Koninklijk Genootschap der Wetenschappen, 1984) p. 317-320, 413-414; M.P. de Bruin, 'Willibrord, de apostel der Friezen', in: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken 24 (1990) p. 15-18; L. H. Vogel-Wessels Boer, 'De Sint Catharina kerk te Zoutelande', in: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken p. 19-28; A.G. Weiler, Willibrords missie. Christendom en cultuur in de zevende en achtste eeuw (Hilversum: Gooi en Sticht, 1989) p. 201, passage over de aanslag op Willibrord; P.A. Henderikx, 'Walcheren van de 6e tot de 12e eeuw. Nederzettingsgeschiedenis in fragmenten', in: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. ([1993]) p. 113-156, met bijlage over de Willibrordverering op Walcheren; I.H. Vogels-Wessels Boer, 'Een baken in zee, de laatgotische Willibrordkerk te Westkapelle', in: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken 35 (1995) p. 13-19; Peter A. Henderikx, ‘Walcheren en de Vita sancti Willibrordi van Thiofried van Echternach’, in: Hildo van Engen, Han Nijdam en Kaj van Vliet (red.), Macht, bezit en ruimte. Opstellen over de noordelijke Nederlanden in de middeleeuwen (Hilversum: Verloren, 2021) p. 38-40.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Westkapelle; Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg, Zeeuws Documentatiecentrum

 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.