Beugen, H. Cunera

Cultusobject: H. Cunera Open Street Maps
Datum: 24 juni (zondag voor )
Periode: Eind 19e eeuw (?) - ca. 1965
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van Maria Tenhemelopneming
Adres: Kerkplein 5, 5835 AT Beugen
Gemeente: Boxmeer
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting: Cunera is bekend als patroonheilige tegen zowel keel- als veeziekten. De verering van Cunera in de parochiekerk van Beugen is vermeld in 1892. Een broederschap van de H. Cunera is in 1894 opgericht. De feestdag op de zondag voor St. Jan de Doper werd tot de jaren zestig plechtig gevierd. Een enkele vermelding is er van een processie in de eerste helft van de 20e eeuw. Zeker vanaf 1968 heeft er geen collectieve verering van de heilige meer plaatsgevonden. Alleen de prominente plaats van het 19e-eeuwse beeld van Cunera in de parochiekerk herinnert aan het devotioneel gebeuren.
Auteur: Peter Meurkens
Illustraties:
Topografie - Voor een overzichtskaartje van de verspreiding van de Cuneraverering in Noordoost-Brabant, zie ⟶ Kaathoven.
- De verering had voornamelijk plaats in de voormalige parochiekerk gelegen aan het Kerkplein van Beugen. Deze kerk van O.L. Vrouw ten Hemelopneming is omstreeks 1420 gebouwd. Het eenvoudige driebeukige kerkje is in 1879 gerestaureerd en bij die gelegenheid van gemetselde gewelven voorzien. De parochiekerk is in 1945 door de Duitsers opgeblazen. De nieuw gebouwde kerk (architect H.C. van Leur) op dezelfde plaats is in 1955 in gebruik genomen.
Cultusobject - Zie voor St. Cunera ⟶ Bedaf.
- Het beeld van Cunera heeft in de nieuwe kerk een prominente plaats gekregen ter linkerzijde van het priesterkoor als tegenhanger van het rechts van het priesterkoor geplaatste Mariabeeld. Deze twee beelden zijn deel van een collectie die twintig 19e-eeuwse heiligenbeelden omvat. Qua stijl en formaat wijkt het Cunerabeeld niet af van de overige, alleen de prominente plaats wijst op de bijzondere verering.
- De relieken van Cunera, waarvan in 1892 melding werd gemaakt, werden in 1995 niet meer in de kerkkluis aangetroffen.
Verering - De feestdag van Cunera werd (waarschijnlijk al in de laatste decennia van de 19e eeuw, maar zeker in de eerste decennia van de 20e) op de zondag voor St. Jan de Doper (24 juni) plechtig gevierd in de parochiekerk. Hiermee werd aangesloten bij de traditie van ⟶ Kaathoven, ⟶ Bedaf en ⟶ Heeswijk, waar de feestdag van Cunera eveneens op deze dag werd gevierd. De zondag voor St. Jan was waarschijnlijk een afgeleide van de eigenlijke kerkelijke feestdag (12 juni) en zijn octaaf die te Rhenen als hoogtijdagen golden.
- Bij decreet van Paus Leo XIII van 28 augustus 1892 werd een volle aflaat verleend, te verdienen door 'alle geloovige Christenen van beider geslacht [...] vanaf de eerste Vespers van den Zondag vóór het feest van Sint Jan Baptist (24 Juni) [alle dagen] tot den volgenden Zondag ingesloten (alzoo gedurende het geheele Oktaaf)'. De aflaat werd vernieuwd op 3 april 1900. De gelovigen moesten daarvoor 'eenige godsdienstige gebeden storten tot uitbreiding van het heilig geloof en tot intentie van Z.H. den Paus'.
Verder werd, zoals een gedachtenisprentje (medio 1935?) vermeldt, 'vooral iederen Zaterdag' de relikwie vereerd en werd water en brood ter eer van de heilige gewijd, om door haar voorspraak 'van alle Keel- en Veeziekten bevrijd te blijven of genezen te worden'. Ook was er in 1894 een aflaat van 40 dagen verleend door de bisschop van Den Bosch, iedere zaterdag te verdienen door gebed voor de paus en verder 'telkenmale' men een gebed uitsprak waarin de voorspraak van de H. Cunera gevraagd werd 'Uw Volk' (dat wil zeggen het volk van de Heer) te bewaren 'van alle besmetting naar ziel en lichaam'.
- Op verzoek van pastoor L. Bovens van Beugen werd 5 juni 1894 door Wilhelmus van de Ven, bisschop van 's Hertogenbosch, de 'Broederschap ter eere van de H. Cunera, patrones tegen Keel- en veeziekten' opgericht. Een broederschapsvaandel, daterend van omstreeks 1900, is nog in de bijzaal van de parochiekerk aanwezig. Het lidmaatschap legde geen verdere plichten op. De leden werd aangeraden dikwijls het schietgebedje 'Heilige Cunera, bid voor ons' op te zeggen. De vrijwillige offers van de leden dienden tot het lezen van missen: (1) op de feestdag van Cunera in juni, (2) op 28 oktober, de sterfdag van Cunera, (3) op 12 juni, de dag waarop de relikwieën door Willibrordus verheven zijn, (4) meermalen gedurende het jaar voorzover de offers der leden het toelieten.
- De verering van Cunera in Beugen schijnt een bovenlokaal karakter te hebben gehad. Helaas geeft het broederschapsregister geen informatie over de geografische herkomst van de leden. In de jaren zestig, toen de devotie kwijnende was, beperkte de belangstelling zich tot de gelovigen van het dorp.
In 1968 bestond de broederschap de facto niet meer. Sindsdien is ook in de misviering niet meer verwezen naar de heilige.
- De coöperatieve zuivelfabriek Beugen - Rijkevoort - Boxmeer (1906-1931) droeg de naam Cunera. Verder herinnert de KVO (Katholieke Vrouwen Organisatie), die de voortzetting is van de boerinnenbond, door haar naam 'St. Cunera' aan de verering van de heilige in Beugen.
Materiële cultuur - De parochie bezit een processievaandel (ca. 1900) met daarop een afbeelding van Cunera met aan haar voeten een koe en een varken. Onderaan staat de tekst 'H. Cunera patrones tegen keel- en veeziekten bid voor ons'. Aan de linker- en rechterzoom zijn banden aangebracht met de gemeentewapens van Beugen en drie naburige plaatsen.

Devotioneel drukwerk
- 1 Gecombineerd vouwblad met 'Litanie en Lied ter eere van de H. Cunera' (Cuyk: Snelpersdruk Jos. J. van Lindert, impr.: J. Cuyten, Haaren, 7 januari 1883; 6 p.); 2 vouwblad met het reglement van de 'Broederschap ter eere van de H. Cunera' (Typ. Jos. J. van Lindert te Cuyk, 1894; 4 p.); 3 devotieprentje met gekleurde afbeelding van Cunera en op de achterzijde 'Gebed ter eere van de Heilige Cunera Patrones tegen Keel- en Veeziekten' (Brugge: boek- en steendruk. K. van de Vyvere-Petyt, einde 19e eeuw).
Bronnen en literatuur Archivalia: Beugen, parochiearchief: archivalia van de Cunerabroederschap.
Literatuur: L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 's Hertogenbosch, dl. 3 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1872) p. 272; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 435; Coöperatieve Stoom-zuivelfabriek Cunera, Beugen - Rijckevoort - Boxmeer 1906 - 1931 (z.p. 1931); Oud Beugen op de foto (Boxmeer: Schoth, 1985); M.G.J. Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk. Elitevorming en machtsverhoudingen in oostelijk Noord-Brabant (circa 1810-1914) ('s-Hertogenbosch: Het Noordbrabants Genootschap, 1990); A. Meulensteen e.a., H. Maria ten Hemelopneming: 700 jaar, 1294-1994 (Beugen: Parochiebestuur Beugen, Comité 700 jaar Parochie, 1994); Casper Staal & Marc Wingens, Bedevaarten in Nederland (Zutphen: Walburg Pers, 1997) p. 78-79.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Beugen; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); mondelinge informatie in november 1995 van pastoor L. van de Steen.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.