Wittem, O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand |
||
Cultusobject: | O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand |
![]() |
---|---|---|
Datum: | Meimaand; 27 juni; gehele jaar | |
Periode: | 1867 - heden | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Ronde kapel in het kloostercomplex van de redemptoristen | |
Adres: | Wittemer Allee 32, 6286 AB Wittem | |
Gemeente: | Wittem | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: |
In Wittem werd in 1867 een kopie van de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand in de kerk geplaatst. Sinds 1889 vormt deze er het centrale cultusobject van de Mariaverering. Door oprichting van een broederschap, de verbinding van de devotie en de afbeelding aan meerdere pastorale activiteiten van de redemptoristen in en vanuit de kloosterkerk, de instelling van een landelijk secretariaat en de uitgave van vele devotionele materialen werd deze devotie gestimuleerd en begeleid. Vooral processiebedevaarten uit het naburige Duitse Rijnland hadden deze Mariadevotie als doel. |
|
Auteur: | Hans Evers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Zie ⟶ Wittem, Gerardus Majella. - De icoon-replica van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand werd in 1867 in Wittem geïntroduceerd. In 1868 werd in de kloosterkerk een neobarok zij-altaar ingezegend speciaal voor de icoon. Dit zij-altaar stond op dezelfde plaats, links voor in het schip van de kloosterkerk, waar thans het Gerardusaltaartje staat. - In 1889 werd het beeld van ⟶ Onze Lieve Vrouw van Wittem verwijderd en sindsdien staat de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand in een neobarok altaar in de Ronde Kapel. Het altaar werd in 1889 vervaardigd door atelier Hermans uit Aken. Het altaar heeft een uit rood-zwart en wit-grijs marmer gemaakte onderbouw van 1,4 meter hoogte en 2,65 meter breedte. De altaartafel heeft een muizentandlijst die rust op twee witte zuilen die tegen een grijze achtergrond staan. Het tabernakel bestaat uit een rondboog van wit en zwart marmer en heeft koperen deuren. De altaaropbouw is in neorenaissancestijl. De opbouw (2 m hoog) is driedelig met gecanneleerde pilasters die voorzien zijn van basementen en composietkapitelen. De deels verguld houten opbouw wordt bekroond door een gebroken fronton met sierkruis. - Centraal in de opbouw is de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand aangebracht, die geflankeerd wordt door twee kastjes met ex-voto's. |
|
Cultusobject |
- Zie voor O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand ⟶ Maasniel. - De geautoriseerde kopie van de icoon (53 x 41,5 cm) toont Maria met het kind Jezus op haar arm tegen een goudkleurige achtergrond. Links en rechts zijn de aartsengelen Gabriël en Michaël afgebeeld die enkele lijdenswerktuigen (kruis en spons) dragen. Maria en Jezus dragen Byzantijnse kledij. |
|
Verering |
- In Wittem werd de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand op 15 december 1867 op het einde van het octaaf van Maria Onbevlekt Ontvangen plechtig geïntroduceerd. Tevoren, op 28 februari 1867, had de redemptoristenkerk te 's-Hertogenbosch reeds een afbeelding ontvangen. In de kloosterkerk van de redemptoristen te ⟶ Amsterdam kreeg de afbeelding op 30 april 1868 een plaats voor de publieke verering. Het titelfeest werd op de zondag voor 24 juni gevierd. In 1869 verleende paus Pius IX een aflaat aan bezoek en gebed bij de geautoriseerde kopieën. De redemptoristen maakten een verbinding tussen de verering van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand en hun in 1839 heiligverklaarde stichter Alfonsus Maria van Liguori. In 1871 richtte men in Rome een broederschap van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand en de H. Alfonsus op. Deze werd in 1876 tot aartsbroederschap verheven. Dat jaar werd ook in Wittem een afdeling van deze aartsbroederschap opgericht. In 1868 was de afbeelding op een afzonderlijk zijaltaar in de kloosterkerk geplaatst en elke zondag vierde men hier om 6.30 uur een broederschapsmis. Op de tweede zondag van de maand vond er een bijeenkomst van deze broederschap plaats met een preek, een gezamenlijke hernieuwing van de toewijding aan Maria en een bede om bescherming tot de H. Alfonsus. Op 10 december vierde men de stichtingsdag van de broederschap. In 1921 telde volgens een cumulatieve telling (vanaf 1876) de broederschapsafdeling van Wittem omstreeks 60.000 leden. - De kroniek van het klooster vermeldt rond 1870 meerdere gebedsverhoringen op voorspraak van de Moeder van Altijddurende Bijstand. In september 1874 kwam er onder meer een processie uit Heerlen onder begeleiding van de plaatselijke clerus en broedermeesters. De marechaussée maakte proces-verbaal op vanwege de overtreding van het processieverbod. De bedevaartprocesssies uit het naburige Rijnland, die sinds omstreeks 1840 jaarlijks naar Wittem kwamen, mede als toevlucht vanwege het restrictieve politiek-religieuze klimaat in eigen land, richtten hun devotie op O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, de Wittemse O.L. Vrouw en Alfonsus de Liguori. Na 1889 vormde de devotie tot de 'Mutter der Immerwährenden Hilfe' nog het enige doel van hun jaarlijkse bezoek. Voor deze bezoekers was het ongetwijfeld van belang dat in de kloosterkerk vaak in het Duits werd gepreekt (veel paters waren van Duitse herkomst). Zij beschikten over eigen gebeds- en gezangbundeltjes. Begin 20e eeuw ging men in Wittem (en elders in Zuid-Limburg) op uitdrukkelijk verzoek van de bisschop over tot prediking in de Nederlandse taal, maar de Duitse processies werden toen (en nu) in hun eigen taal toegesproken en deze was ook voertaal in al hun vieringen. - Een factor in de verspreiding van de afbeelding en de verering daarvan vormde de patronage van de Moeder van Altijddurende Bijstand voor het pastorale werk van de redemptoristen in volksmissies, parochieretraites en andere daaruit ontwikkelde methoden. Hierin hadden vieringen rond Maria, het introduceren of bevestigen van de devotie tot de Moeder van Altijddurende Bijstand en het stimuleren van de oprichting van een broederschapsafdeling een vaste plaats. - Bekendheid en verspreiding kreeg deze Mariadevotie ook vanwege de opname ervan in het programma van gebeden, gezangen, vieringen en individuele devotie-uitingen, zoals die in de tweede helft van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw werden beoefend en uitgedragen door de vele parochiële afdelingen van de Aartsbroederschap van de Heilige Familie. De redemptoristen hebben de ontwikkeling van deze organisatie van katholieken sterk mee bepaald. Naast sociaal-maatschappelijke aspecten traden steeds meer de binnenkerkelijke, devotionele instructies en oefeningen op de voorgrond. Het liturgische programma van deze aartsbroederschap vormde als het ware een koepel waaronder vele devoties en morele activiteiten een plaats hadden. - Ook waren er meer incidentele bedevaarten, zoals op 12 mei 1935, toen de KJV van het dekenaat Gulpen ter ondersteuning van het Mariamonument in ⟶ Gulpen een bedevaart ondernam naar O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand in Wittem, alvorens de Gulperberg aan te doen. - In België startten de Vlaamse redemptoristen in 1923 met de uitgave van een missie-almanak onder de noemer van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. Zoals in diverse andere publicaties en devoties werden buitenlandse missie en binnenlandse herleving en intensivering van het kerkelijk leven aan elkaar gekoppeld. Vanaf 1927 werd deze missie-almanak ook vanuit Wittem verkocht en kreeg men er een eigen redactionele ruimte in. De oplage steeg snel van 2000 naar 35.000 exemplaren en daalde vervolgens weer naar zo'n 25.000. Vanaf 1931 voerde de Nederlandse uitgave een eigen titel. In de jaren vijftig en zestig werd devotioneel drukwerk in omloop gebracht om de verering (opnieuw) te stimuleren. Een speciaal secretariaat voor de verering van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand was door de redemptoristen opgericht en gevestigd in hun klooster te Nijmegen. Mede van daaruit werden activiteiten georganiseerd voor de broederschapsafdelingen en werden gebedenboekjes, prentjes, grote gekleurde platen, medailles en dergelijke geproduceerd en verspreid via de diverse kanalen waarover de redemptoristen beschikten. Zo verspreidde in 1949 de administratie van het maandelijks verschijnende Sint Gerardusklokje samen met genoemd secretariaat 100.000 folders om de verering van de Moeder van Altijddurende Bijstand te stimuleren in relatie tot het apostolaat van de hereniging, de parochiemissies en -retraites in eigen land en het werk in de buitenlandse missies. In 1957 verscheen ter aanvulling op de missie-almanak nog een apart Jaarboek, nu onder de noemers van de Moeder van Altijddurende Bijstand en de H. Gerardus. In de reclamebrochures van het klooster- en cultuscomplex te Wittem, die mede via het adresbestand van de Gerardusdevotie werden verspreid, bleef steeds een belangrijke plaats ingeruimd voor deze Maria-icoon in de Ronde Kapel. - Omstreeks 1970 was de pastorale propaganda sterk gereduceerd en werd de verbinding tussen de Gerardusdevotie en de verering van de Moeder van Altijddurende Bijstand eveneens een stuk smaller. De bedevaarttraditie vanwege de Moeder van Altijddurende Bijstand is met name doorgezet door de jaarlijkse groepsbedevaarten uit het Duitse grensgebied, die reeds in de vereringstraditie van O.L. Vrouw van Wittem stonden. Voor de bedevaartgroepen die primair waren gericht op Gerardus Majella, bleef de Mariadevotie een belangrijk nevenaccent. Veel individuele bezoekers kwamen en komen met een smeekbede of uit dank. Sommigen verwoorden deze in een schrift met gebedsintenties dat ter plaatse sinds een tiental jaren aanwezig is. |
|
Materiële cultuur |
- Algemeen: van de icoon zijn diverse kopieën vervaardigd, waarvan weer reproducties in vele vormen en met verschillende materialen werden gemaakt: tekening, schildering, lithografie, cliché-druk, foto-druk etc. Afbeeldingen vindt men ook op prentjes, boekjes, medailles en speldjes verspreid over de gehele wereld. - Ex-voto's: Aan weerszijde van de icoon zijn twee glazen kastjes met zo'n 60 ex-voto's aangebracht. Voor een belangrijk deel zijn het brandende harten, kruisjes, rozenkransen, medailles. Volgens de literatuur zouden ze indertijd geschonken zijn aan ? O.L. Vrouw van Wittem. Dit is echter onwaarschijnlijk; het merendeel van de ex-voto's zal geschonken zijn aan O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. - Broederschapsketting: in het archief van Wittem bevindt zich een zilveren broederschapsketting (lengte 54 cm) met daaraan een medaille met afbeeldingen van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand en verso van Alfonsus. De gedraaide ketting is gemaakt tussen 1923 en 1930 door C.L.J. Teulings te 's-Hertogenbosch. De medaille is waarschijnlijk ouder (einde 19e eeuw?). - Paramenten: op een laat-19e-eeuws kazuifel is op de rugzijde een medaillon aangebracht met een afbeelding van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. - Schilderijen: 1 in de kapel op de eerste verdieping hangt een tweede 'authentieke' kopie van de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand (54 x 42,5 cm) die omstreeks 1898 in Rome is vervaardigd. Een aan de achterzijde bevestigd certificaat draagt de datum 30 april 1898, het nummer 2061 en de handtekening van pater F.X. Reuss (secretaris van het generalaat te Rome), het is mogelijk afkomstig uit de voormalige redemptoristenkerk te ⟶ Amsterdam; 2 het middenpaneel van een triptiek (107 x 59 cm) vertoont eveneens de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. De panelen links en rechts hebben voorstellingen van een viool- en harpspelende engel. Devotioneel drukwerk - Noveen- en gebedenboeken: 1 C. Scholten, O.L.V. van Altijddurenden Bijstand. Geschiedkundige Schets en gebeden voor alle dagen der Meimaand door C.S. van de Congr. des Allerh. Verlossers ('s-Hertogenbosch 1869; nieuwe editie Gent 1883; 552 p.); 2 C. Scholten, Novene ter eere van O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand door C.S. ('s-Hertogenbosch 1870); 3 C. Scholten, De Meimaand toegewijd aan O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand ('s-Hertogenbosch 1871; 536 p.; 2e ed. Borgerhout 1873); 4 A. Scheepers, Onze Lieve Vrouw van Altijddurenden Bijstand. Een handboekje voor hare vereerders en bijzonder voor de leden der Broederschap, kerkelijk opgericht te Wittem (Gulpen: Alberts, 1889; 2e dr. 1906; 3e dr. 1922; een Duitse vertaling verscheen in 1890); 5 Handboekje voor de leden der Broederschap van O.L.V. van Altijddurende Bijstand in de Kerk van den Allerheiligsten Verlosser (Rotterdam: Maasbode, 1908); 6 J. Drehmanns, Handboekje voor de Aartsbroederschap van O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand en voor het Maria-Uur (Gulpen 1932; 200 p.); 7 A. Grijpink, Twee novenen ter eere van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurenden Bijstand en den H. Gerardus Majella (Venray 1934; 96 p.); 8 Noveen ter ere van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand en de H.Gerardus Majella (Wittem 1956; 2e druk); 9 Maria Moeder van Altijddurende Bijstand. Overwegingen en gebeden (Nijmegen: secretariaat O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand Redemptoristenklooster Nebo, 1986). - Tijdschriften: 1 De Volksmissionaris. Godsdienstig Maandschrift onder de bescherming van de Onbevlekte Moeder Gods en den H. Kerkleeraar Alphonsus Maria (vanaf 1879); 2 Missie-Kalender van O.L.V. van Altijddurenden Bijstand, uitgegeven ter ondersteuning van het Missiewerk (1923-1926) en vanaf 1926: Missiekalender van Onze Lieve Vrouw van Altijddurenden Bijstand, uitgegeven tot steun der Missies van de Paters Redemptoristen in West-Indië, Belgische Congo, Saskatchewan en Ukraïnen (1923-1929). Vanaf 1927 verscheen een uitgave die voor Nederland was bedoeld. Een gedeelte van de Belgische kalender werd overgenomen en aangevuld met artikelen over activiteiten van redemptoristen in Nederland. Vanaf 1931 had de Nederlandse kalender een eigen titel: 3 Missiealmanak van O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand en van den H.Gerardus (1927-1936); 4 Jaarboek van de Moeder van Altijddurende Bijstand en de H. Gerardus (Wittem 1957). - Liederen: 1 J. Bogaerts, Gezangen voor de Broederschap van O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand en den H. Alphonsus (Amsterdam 1888); 2 J. Bogaerts, Gezangen onzer Broederschappen (Amsterdam 1911, 4e druk); 3 A. Brinkman, Parochie-missie. Gebeden en liederen voor geestelijke oefeningen in de parochie (z.p. z.j., minstens 13 drukken); 4 Gezangen in gebruik bij de Aartsbroederschap van de Heilige Familie; Handboekje H.Familie (Den Bosch 1941, 21e druk). - Diversen: 1 A. Vijgen, De Moeder van Altijddurenden Bijstand (Wittem/Valkenburg 1918); 2 J. Jansen, O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand ('s-Hertogenbosch 1931); 3 H.Schäfer, De Moeder van Altijddurenden Bijstand (Nijmegen 1941, 4e druk); 4 Prentboekje Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand. Clichés uit retraitehuis Seppe; geschiedenis van het schilderij door A. Damen, 1946; 5 H. Schäfer, De madonna op de Esquilijn. Geschiedenis van de Schilderij der Moeder van Altijddurende Bijstand, vereerd in de St.Alfonsuskerk te Rome (Heerlen 1952). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Wittem, huisarchief Wittem: inv. nr. 2 (over het jaar 1870, p.285-290 e.v.), 724 (broederschapsboekjes), 726-727 (broederschapsregister), Liber Laborum Ministerii Interni I (1836-1878). Wittem, archief van de administratie van De Sint Gerardusklok: Register Sint Gerardusklokje, Kroniek der Godsvrucht tot den Gelukzaligen Broeder Gerardus Majella. Nijmegen, redemptoristenklooster Nebo: secretariaatsarchief van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. Literatuur: A. Borret, 'De kunst in den dienst der Kerk', in: De Katholiek (1872) p. 360; J. Deckers, 'Of kopieën te maken van aloude imagines thaumaturgicae eene afwijking is van de liturgische praktijk, in de Kerk tot hiertoe in acht genomen?', in: De Katholiek (1873) p. 62; [processie naar Wittem], in: Limburger Koerier, 9 september 1874; Borret, 'Nog iets over kopieën van oude imagines thaumaturgicae, welke ter openbare vereering worden bestemd', in: De Katholiek (1873) p. 184; 'Nog een woord over "kopieën van oude imagines thaumaturgicae"', in: De Katholiek (1873) p. 388; I. Bouvy, Iets over Ikonologie. Open brief aan Dr. B. te V. naar aanleiding van zijn artikel 'Antwoord op eene kritiek'(Gulpen z.j); J. Janssen, 'De Hereeniging der schismatieke kerken en de Madonna van Altijddurende Bijstand', in: Nederlandsche Katholieke Stemmen 3 (1903) p. 325-337, 26 (1926) p. 272-280, 34 (1943) p. 154-156; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, dl. 8 (Amsterdam: Bekker, 1914) p. 384-392; A.Vijgen, De Moeder van Altijddurenden Bijstand (Wittem/Valkenburg 1918); Cl. Henze, Mater de perpetuo Succursu (Bonn 1926); J. Jansen, O.L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand, ('s-Hertogenbosch 1931); H. van Keulen, 'Het Apostolaat der Hereeniging. Begroetingsrede', in: Gedenkboek van het Nationaal Mariacongres gehouden te Nijmegen 6-8 augustus 1932 ('s-Hertogenbosch 1932) p. 384-386; H. Mosmans, Het Redemptoristenklooster Wittem. Een bijdrage tot onze vaderlandsche geschiedenis 1836-1936 (Roermond/Maaseik: J.J. Romen, 1935) p. 152-171; Cl. Henze, Ausführliche Geschichte des Muttergottesbildes vn der Immerwährenden Hilfe (R. Hagenau 1939); M. de Meulemeester, Bibliographie générale des écrivains rédemptoristes, dl. 2 en 3 (Leuven 1935-1939); H. Schäfer, De Moeder van Altijddurenden Bijstand (Nijmegen 1941); M. de Meulemeester, Histoire sommaire de la Congrégation du T.S.Rédempteur (Leuven 1950); M. van Grinsven, 'Propaganda voor de verering van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand', in: Monumenta Historica [c.s.s.r.] 2 (1952) p. 96; H. Schäfer, De madonna op de Esquilijn. Geschiedenis van de Schilderij der Moeder van Altijddurende Bijstand, vereerd in de St. Alfonsuskerk te Rome (Heerlen 1952); K. van Wely, 'De schoonheid van het oude Wittem', in: Monumenta Historica [c.s.s.r.] 4 (1952) p. 97-120, 166-184, 5 (1953) p. 1-16; K.van Wely, Gestalte en structuur van de Missie bij St.Alfonsus. Een historisch-theologische studie van een pastorele praktijk (Amsterdam 1964), met name de passages over de rol van de cultus bij volksmissies; H. Dünninger, 'Wahres Abbild. Bildwallfahrt und Gnadenbildkopie', in: L. Kriss-Rettenbeck & G. Möhler ed., Wallfahrt kennt keine Grenzen (München: 1984) p. 277-278; J.H.M. Evers & P.G.J. Post, Historisch repertorium met betrekking tot Wittem als bedevaartsoord (Heerlen: HTP, 1986) p. 255-262; J.M.A. van Cauteren, Maria in Limburg. Vroomheid rond miraculeuze beeltenissen (Weert: Museum voor Religieuze Kunst, 1989) p. 50-51; A. Garcia Paz, Santa Maria del Perpetuo Socorro, 3 dln. (Madrid 1986-1990); F. Ferrero, 'Nuestra Señora del perpetuo Socorro: Información bibliográfica y cronología general', in: Spicilegium Historicum CssR 38 (1990) p. 455-502; 'Brief van generaal-overste J. Lasso de la Vega aan de leden van de CssR, 1 januari 1991, Gen. 494/87', bijlage Ter Informatie van en over Nederlandse Redemptoristen, nr. 40 (februari 1991); H. Evers, Pastoraat en Bedevaart. Een onderzoek naar het pastorale aanbod in het kader van de devotie tot Sint Gerardus Majella en de bedevaart naar Wittem, met bijzondere aandacht voor het gezangrepertoire (Etten-Leur: eigen beheer, 1993) p. 59-62. Overige bronnen: Nijmegen KDC BiN-dossier Wittem-O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); Zwolle, documentatie-Wittem H. Evers. |
|
Laatste mutatie | 09-08-2024 | |
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |