Zeeland, H. Cornelius |
||
Cultusobject: | H. Cornelius | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Eerste zondag in mei; 16 september | |
Periode: | Ca. 1700 - heden | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Corneliuskapel in de parochiekerk van St. Jacobus de Meerdere | |
Adres: | Kerkstraat 51, 5411 AE Zeeland | |
Gemeente: | Zeeland | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
De Corneliusverering in Zeeland gaat terug tot 1376, het jaar waarin een eerste kapel werd gebouwd die mede aan deze heilige was toegewijd. Uit 1718 dateert de eerste getuigenis over bedevaarten naar Cornelius in Zeeland. Tot het einde van de 19e eeuw is er echter niet veel over deze verering bekend. De Corneliusbedevaart kwam in de jaren dertig van de 20e eeuw tot bloei. Sinds het einde van de jaren vijftig is de bedevaart sterk teruggelopen; toch bezochten in de jaren tachtig nog zo'n 800 mensen, overwegend gepensioneerde boeren, op de speciale zondagen de parochiekerk. In de jaren negentig is dit aantal gereduceerd tot circa 100 personen. Hoewel kleinschalig, is de devotie tot Cornelius anno 1997 niet strikt tot vereerders uit Zeeland zelf beperkt. |
|
Auteur: | Paul van Geest | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In 1376 werd in Zeeland, toen een gehucht behorend tot Uden, een kapel gebouwd die was gewijd aan St. Jacobus de Mindere en St. Cornelius. De kapel is kort voor 1542 tot rectoraatskerk verheven en vervangen door een groter gebouw. Bisschop Ophovius van 's-Hertogenbosch maakte van Zeeland een zelfstandige parochie op 14 juni 1628. - De huidige neogotische kruiskerk van Zeeland, gewijd aan St. Jacobus de Meerdere in plaats van aan diens minder bekende naamgenoot, vervangt de 16e-eeuwse kerk. De tweede patroon van deze kerk is nog altijd St. Cornelius. De kerk is gelegen in het midden van het dorp aan de Kerkstraat en werd door aannemer-architect C. van Dijk in de jaren 1871-1872 gebouwd. Op 19 juli 1880 werd de kerk geconsacreerd door bisschop Godschalk van 's-Hertogenbosch. In 1914 bleek reeds een grootscheepse renovatie noodzakelijk; tegelijk met de restauratie werd de kerk toen vergroot door de bouw van twee zijbeuken naar het ontwerp van J.H.H. van Groenendael. - De kapel van Cornelius bevindt zich bij binnenkomst links achterin de kerk. Het is een lichte kapel waarin het beeld van Cornelius, geplaatst op een console, omvat wordt door een neogotische ombouw. Twee koperen kandelaars flankeren het beeld; hiernaast zijn weer twee vergulde engelen geposteerd, ieder op een console. Aan de rechterwand van de kapel bevinden zich in een vitrine enkele zilveren ex-voto's, waarvan de oudste uit 1837 dateert. - Van een viertal gebrandschilderde glas-in-loodramen heeft er een in het midden een rozet waarin de symbolen van Cornelius zijn weergegeven: een tiara, een hoorn en het pauskruis met drie dwarsbalken. |
|
Cultusobject |
- De paus en martelaar Cornelius († 253) had tijdens zijn pontificaat te maken met verscheurdheid van de christelijke gemeenschap. In tegenstelling tot de tegenpaus Novatianus stond hij voor een milde boetepraktijk bij christenen die vanwege de vervolging tijdelijk van hun geloof waren gevallen. |
|
Verering |
- In 1376 liet de edelman Arnoldus Heim uit 's-Hertogenbosch in Zeeland een kapel bouwen, gewijd aan St. Jacobus de Mindere en St. Cornelius. Hij behield zichzelf het recht voor om er een geestelijke naar eigen keuze aan te verbinden. Op 22 september keurden bisschop Jan van Arkel van Luik en aartsdiaken Ademarus Ruppe van Kempenland de stichting goed. Waarschijnlijk sprak de tweede patroon van meet af aan het meest tot de verbeelding, want al kort na 1400 wordt alleen Cornelius als patroon van de kapel vermeld. In de kapel werden omstreeks 1520 vier missen per week ter ere van Cornelius opgedragen. Omstreeks 1540 werd er in Zeeland een Corneliusbroederschap opgericht die anno 1998 nog bestaat als schuttersgilde. - We beschikken over geen enkel gegeven waaruit zou kunnen worden afgeleid dat er in de periode van de 15e tot en met de 17e eeuw al pelgrimages naar Zeeland werden ondernomen. In 1718 blijkt er echter een 'seer grooten toeloop en 't saemencomste van veel pastores' te zijn op de feestdag van St. Cornelius, 16 september. De rector van de bedevaartkerk te ⟶ Handel bezocht Zeeland toen om de pastoors, die met hun parochianen ter bedevaart waren gekomen, over te halen om voortaan ook Handel te bezoeken. Waarschijnlijk togen de inwoners van dorpen uit de omgeving onder leiding van hun pastoor in processieverband naar Zeeland. - In 1799 noteerde de bekende predikant Hanewinkel de volgende volksoverlevering aangaande de toen florerende Corneliusverering in Zeeland. Vroeger zou een houten beeld van de heilige langs de weg naast de parochiekerk hebben gestaan voorzien van de tekst 'S. Cornelis ora pro nobis' ('St. Cornelius bid voor ons'). Omdat het beeld langzamerhand verrotte onder invloed van wind en regen, ging de priester op zoek naar een nieuw beeld. Bij een boer kocht hij een gedeelte van de stam van een notenboom en liet er een nieuw beeld uit snijden. De boer maakte van het overblijvende deel van de stam voor zichzelf een varkenstrog. Wetende waar het beeld vandaan kwam, kon de boer echter weinig eerbied meer voor de heilige hebben. Hij zou spontaan het volgende hebben gedicht: 'O Cornelius verheven! Die mij zoo veel Nooten plagt te geeven, Het geen mij het meeste spijt, Is, dat gij de broêr van mijn' Varkensbak zijt'. De 19e eeuw - Volgens een in 1819 uitgegeven Litanie ter eeren van [...] Cornelius werden de twee voornaamste feestdagen van St. Cornelius in Zeeland 'met grooten toeloop en devotie' gevierd op de eerste zondag van mei en op 16 september. Op deze twee dagen kon een volle aflaat worden verdiend. - Zware hagelval op 29 juli 1851 richtte forse schade aan aan huizen en boerenbedrijven in Zeeland. Een anonieme protestantse auteur liet niet na om smalend op te merken dat Cornelius als patroon had gefaald. Hij vermeldt ook dat de Corneliusprocessie toen voor een deel op het kerkhof plaatsvond waar het beeld van Cornelius een centrale plaats kreeg opdat zoveel mogelijk vereerders er rondom zouden kunnen knielen. De auteur geeft de volgende 'anekdote' over het Corneliusbeeld. Eenmaal zou uit het voetstuk van het beeld, toen het buiten op het kerkhof werd geplaatst, een nest muizen zijn gelopen, waarop een kind zou hebben geroepen: 'Moeder! Moeder! Zie eens hoe vele jonge Cornelisjes er loopen!!'. Schutjes vermeldt in 1876 dat er in zijn tijd sprake was van een 'zeer aanzienlijke' toeloop van bedevaartgangers. - Aan het begin van de 20e eeuw groeide Zeeland uit tot een drukbezochte bedevaartplaats. Uit Oost-Brabantse plaatsen als Beek en Donk, Boekel, Heesch, Lith, Lithoyen, Macharen, Middelrode, Milheeze, Mill, Oss, Sint-Oedenrode en Uden, maar ook uit verder weg gelegen plaatsen als Leunen bij Venray in Limburg, kwamen vele bedevaartgangers gedurende het jaar en vooral gedurende het feestoctaaf. Toen in 1918 een Corneliusbroederschap werd opgericht, werd het gebruikelijk om zich bij aankomst in Zeeland in deze broederschap te laten inschrijven. De broederschap bestaat nog steeds (naast de omstreeks 1400 opgerichte en later tot schuttersgilde omgevormde broederschap) en telde anno 1997 tenminste 200 leden. Van het jaar 1933 is bekend dat meer dan 4000 personen Zeeland als bedevaartplaats hebben bezocht. Dat jaar schijnt echter wel uitzonderlijk te zijn geweest. - In een volkskundevragenlijst uit 1959 wordt achter de vraag 'Worden er in uw dorp bedevaarten ondernomen ter genezing van een kind dat lijdt aan stuipen (convulsies)' door ettelijke invullers uit de omgeving verwezen naar Cornelius in Zeeland, die gespecialiseerd was in de genezing van stuipen. Volgens de vragenlijst vielen de voornaamste bedevaartdagen nog altijd op de eerste zondag van mei en op (de zondag na) 16 september, voor en na de oogst dus, wellicht om respectievelijk te smeken en te danken. Uden en Heeswijk worden expliciet genoemd als plaatsen van waaruit pelgrims op de eerste zondag van mei naar Cornelius (Knillis; Knilles) trokken. De bedevaart op of omstreeks 16 september viel samen met de Zeelandse kermis. Vaak ging de bedevaart gepaard met het bidden van een noveen. De Volkskunde Atlas (1965) vermeldt nog het gebruik van het leggen van een gewijde gulden onder het hoofdkussen van een zieke. - Anno 1982 was de viering beperkt tot de eerste zaterdag en zondag van mei; de officiële feestdag was hiermee feitelijk uit het zicht verdwenen. Door middel van de verpreiding van bedevaartaffiches in de naburige parochiekerken werd de Corneliusviering in de omliggende dorpen bekend gemaakt. Op de zaterdagmiddag namen de plechtigheden met een openingslof een aanvang. Op zondag waren er zes achtereenvolgende missen. Reliekverering had niet langer plaats. - In 1997 werd de viering gehouden op de eerste zondag van mei en op de zondag na 16 september, met missen om 6.00, 7.00, 9.30 en 11.00 uur. Het aantal bezoekers van elders, voornamelijk bestaande uit boeren in ruste, beliep in mei zo'n 100 personen. Anno 1982 waren dat er nog zo'n 800. Na de mis en de verering van St. Cornelius konden de bezoekers koffie of thee drinken in het Bondsgebouw naast de kerk. De ontvangst werd verzorgd door de plaatselijke heemkundekring. Van 14.00 tot 16.30 uur werd in 1997 elke tien minuten een kinderzegening verricht. Circa 25 personen, kinderen en hun ouders, werden rond het altaar door de dienstdoende priester onder het uitspreken van een zegenwens met wijwater besprenkeld. Gedurende het jaar kwamen er anno 1997 overigens ook nog steeds (zieke) mensen naar de Corneliuskapel, waarbij de nadruk lag op het persoonlijk gebed en devotie tot de heilige. De devotie was kleinschaliger en onopvallender geworden, maar had nog steeds een beperkte regionale uitstraling. |
|
Materiële cultuur |
- 1 Metalen medailles met de tekst 'S[anct]us Cornelius O-P-N'; 2 kaarsen met een afbeelding van Cornelius. Devotioneel drukwerk - Devotieprent: houtblok met insnijding van een voorstelling van St. Cornelius en een kerk en onderaan de tekst: 'St. Cornelius:/Syprianus' en 'Lecuier' 'Tot Uden'. Het houtblok van Philippus J. Lecuyer, prentenmaker te Uden omstreeks 1772, werd waarschijnlijk gebruikt voor het maken van prenten (31,2 x 20,8 cm) die in Zeeland werden verkocht. Zie Bronnen, Literatuur, Van den Berg & Rooijakkers (1990). - Litanieën: 1 'Litanie ter eeren van den H. paus en Martelaar Cornelius. Bijzondere Patroon tegen de stuipen, gigtigheden [jicht] en vallende ziekten [...] in de Parochiale Kerk te Zeeland' (ca. 14 x 8 cm; 's-Hertogenbosch: J.J. Arkesteyn, 1819; 4 p.). Coll. Museum voor Religieuze Kunst Uden; 2 'Litanie ter eere van den H. Paus en Martelaar Cornelius, bijzonderen patroon tegen de stuipen, jicht en vallende ziekten [...] in de parochiale kerk te Zeeland in het Land van Ravenstein ('s-Hertogenbosch: Stokvis, [begin 20e eeuw]); 3 'Litanie ter eere van den h. Paus en martelaar Cornelius' etc. (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen; goedkeuring bisschop W. van de Ven, 's-Hertogenbosch 19 mei 1903); 4 'Litanie ter eere van den H. paus en Martelaar Cornelius, bijzondere Patroon tegen de stuipen, jicht en vallende ziekte [...] in de parochiale kerk te Zeeland' (ca. 14 x 8 cm; Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen; evulg. J. Pompen, 30-8-1913; 4 p.). Coll. D. Gooren; 5 'Litanie ter ere van de H. paus en Martelaar Cornelius, bijzondere Patroon tegen de stuipen, jicht en vallende ziekte / Broederschap ter ere van de H. Cornelius. Opgericht in de Parochiekerk te Zeeland' (9 x 14 cm; Grave: J. Verhaak; evulg. J. Pompen 10-8-1922; 4 p.). Coll. D. Gooren; 6 'Broederschap ter eere van den H. Cornelius Opgericht in de Parochiekerk te Zeeland' met aan de binnenzijde de litanie (13,5 x 8,5 cm; Grave: J. Verhaak; evulg. J. Pompen 10-8-1922; 4 p.) 7 'Litanie ter ere van de H. paus en Martelaar Cornelius, bijzondere Patroon tegen de stuipen, jicht en vallende ziekte / Broederschap ter ere van de H. Cornelius. Opgericht in de Parochiekerk te Zeeland' (Uden: 'Egmont', z.j.; 4 p.); 8 Gestencild blaadje met gebed en litanie ter ere van Cornelius, naar het broederschapsprentje maar in modernere spelling, met toevoeging van een bede om voorspraak van Cornelius 'in deze moeilijke tijd van twijfel en onzekerheid' (ca. 1980?). - Bedevaartboekje: Boekje ter ere van St. Cornelius, paus en martelaar, patroon tegen alle zenuwlijden ('s Hertogenbosch: Mosmans, 1949). Overigens vermeldt de tweede druk uit 1938 dat een redemptorist het boekje heeft samengesteld; ook gedrukt onder de titel: Boekje ter ere van St. Cornelius, paus en martelaar, patroon tegen vallende ziekten, jicht, stuipen, kinkhoest en alle zenuwlijden. Oudere drukken: Gulpen (1937), ⟶ Borgharen (1936) en Maastricht (1920 en 1908). - Affiche: zwartwitfoto van het beeld met wit kader waarin de tekst 'Bedevaart t.e.v. St. Cornelius eerste zondag van mei in Zeeland' en de tijden van mis, lof en zegen (31,5 x 42,5 cm; 1981). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Zeeland, parochiearchief St. Jacobus de Meerdere: parochieregister. 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochie St. Jacobus de Meerdere Zeeland. Tekstedities: C.R. Hermans, A. van Hoogstraten & M. van den Boogaard, Verzameling van charters en geschiedkundige bescheiden betrekkelijk het Land van Ravenstein, dl. 1 ('s-Hertogenbosch: Provinciaal Genootschap, 1848-1854) p. 148-160; E. Loffeld, 'O. L. Vrouw van Handel', in: Bossche bijdragen 20 (1956) p. 289, aantekening in het dagboek van rector Luijten uit 1718; J. van Laarhoven ed., Het schetsenboek van Hendrik Verhees ('s-Hertogenbosch: Merlijn, 1975) p. 50-51, tekening kerk. Literatuur: [S. Hanewinkel], Reize door de Majorij van 's Hertogenbosch in den jaare 1798-1799 (in Brieven), dl. 2 (Amsterdam: Saakes, 1799-1800; fotogr. herdr.: Schiedam: Interbook, 1973) p. 101-102; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch etc., dl. 4 ('s-Hertogenbosch: J. Demelinne, 1844) p. 137-141; 'Menschlievendheid en eene oude legende van St. Cornelius', in: De Protestant 10 (1852) p. 180-184, deels naar Hanewinkel; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 5 (Sint-Michielsgestel, 1876) p. 993-995; A. Scheepers, St. Cornelius-Boekje. Beknopte schets van het leven, den marteldood en de vereering van den H. Cornelius etc. (Gulpen: M. Alberts en Zonen, 1888) p. 27, vermelding verering; A. van Rooijen, Vereering van den H. Cornelius (Byzonderen Patroon tegen Zenuwziekte) in Nederlandsche Kerken en Kapellen (Leiden: Futura, 1918) p. 2-3; Matthias Zender, Raüme und Schichten mittelalterlicher Heiligenverehrung in ihrer Bedeutung für die Volkskunde. Die Heiligen des mittleren Maaslandes und der Rheinlande in Kultgeschichte und Kultverbreitung(Düsseldorf: Rheinland Verlag, 1959) p. 175; P.J. Meertens & M. de Meyer ed., Volkskunde-Atlas voor Nederland en Vlaams-België. Commentaar Aflevering II (Antwerpen: Standaard, 1965) p. 33, vermelding als beschermheilige tegen stuipen; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen III.Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 30; G. Lemmens ed., Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816), beeldhouwer uit de laatste periode van de schuurkerken (Uden: Museum voor Religieuze kunst, 1976) p. 35, 50, reliekhouder; P.J. Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura Boeken, 1982) p. 170-172, 306-309, 349; Arie van den Berg & Gerard Rooijakkers, 'Een prentenmaker zonder pers. De houtsneden van Philippus J. Lecuyer te Uden en 's-Hertogenbosch, 1772-1774', in: Volkskundig bulletin 16 (1990) p. 273-274, 298, prent; Gerard Rooijakkers, Rituele repertoires. Volkscultuur in oostelijk Noord-Brabant, 1559-1853 (Nijmegen: SUN, 1994) p. 594; L.C.B.M. van Liebergen & W.P.C. Prins ed., Sanctus. Met heiligen het jaar rond (Uden: Museum voor Religieuze Kunst, 1997) p. 53-56. Overige bronnen: Meertens Instituut BIN-dossier Zeeland; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 23 (1959), 64a (1993); Katholiek Documentatie Centrum-Klib, bedevaartfoto's Margry (1981); Utrecht, Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland: dossier parochie St. Jacobus de Meerdere; mondelinge informatie van koster H. Hoogenboom in 1997; informatie van J.J. van Dongen, april 1998. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |