Bilthoven, Grietje Schouten

Cultusobject: Grietje Schouten Open Street Maps
Datum: Ca 3 januari (sterfdag)
Periode: 1947 - ca. 1960 (?)
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Graf op het kerkhof van de parochie van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand
Adres: Gregoriuslaan 6, 3723 KR Bilthoven (kerkhof achter de kerk)
Gemeente: De Bilt
Provincie: Utrecht
Bisdom: Utrecht
Samenvatting:

In het sanatorium Berg en Bosch te Bilthoven bekeerde de uit het protestantse Marken afkomstige Grietje Schouten zich tot het r.k. geloof. Deze bekering en haar met name tot het H. Sacrament gerichte devotionele levenswijze maakten binnen en buiten Berg en Bosch grote indruk. Na haar dood in 1947 kreeg haar eenvoudige graf aan de rand van het parochiekerkhof in Bilthoven een zekere aantrekkingskracht. Het is niet tot een georganiseerde cultus- of vereringstraditie gekomen. Met het verdwijnen van de generatie die Grietje Schouten nog meemaakte, ebde na 1960 de belangstelling weg.

Auteur: auteur Paul Post; bewerker Peter Jan Margry
Illustraties:
Topografie - Sanatorium Berg en Bosch, alwaar Grietje Schouten zich bekeerde, had behalve het kloosterkerkhof voor de zusters dominicanessen geen eigen kerkhof. Grietje Schouten werd daarom begraven op het parochiekerkhof te Bilthoven. Dat graf werd direct na haar dood het concentratiepunt voor de devotionele belangstelling rond deze bekeerlinge die als een heilige werd beschouwd en benoemd.
- Het achter en terzijde van de parochiekerk van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand gelegen kerkhof is rijk aan bomen en wordt aan de oostzijde begrensd door de spoorlijn Utrecht - Den Dolder.
Cultusobject - Het graf van Grietje Schouten dat in 1980 door het parochiële kerkhofbeheer werd geruimd na een aankondiging waarop geen reacties kwamen, moet volgens zegslieden een zeer eenvoudig graf geweest zijn aan de rand van het kerkhof bij de spoorlijn. In de levensbeschrijving van Kuyle uit 1950 is aan het slot een beschrijving van het graf opgenomen:
'Daar ligt ze, onder een eenvoudig blauw-stenen kruisje, waarop alleen de data staan van haar geboorte voor de aarde en die voor de hemel. En haar eenvoudige meisjes-naam, Grietje Schouten, in een kinderlijke banderol over de steen gesneden. Een tapijt van kleine vetplantjes kruipt over de schrale zandgrond waarin men haar begroef. Aan weerszijden van het kruisje staat een kleine conifeer, zoals kinderen zich de cypressen dromen langs een hemelse oprijlaan'.
Verering

- Grietje (Griet) Schouten werd op 17 oktober 1915 geboren op Marken. Ze werd Nederlands hervormd gedoopt. Tot haar veertiende jaar zat ze op school, waarna ze een dienstbetrekking aanvaardde in een streng gereformeerd gezin. In 1936 bleken haar longen door tuberculose (TBC) aangetast. Door bemiddeling van de huisarts werd ze bij wijze van uitzondering op 26 april 1938 in het katholieke sanatorium Berg en Bosch opgenomen. Haar zusje was eerder in Laren opgenomen geweest voor TBC.
- Het sanatorium Berg en Bosch ontstond in 1919 als een initiatief van de Katholieke Arbeiders Beweging die ter bestrijding van de TBC de vereniging Herwonnen Levenskracht oprichtten. Het sanatorium begon in en rond een villa in Apeldoorn. In 1933 verhuisde het centrum naar de bossen ten noorden van Bilthoven. Het sanatorium was vooral gericht op de ernstige gevallen van TBC en de verzorging na tal van ingrijpende behandelingen, van een kuur- en nazorgprogramma. Het aantal patiënten schommelde vanaf 1933 rond de 250. Gemiddelde verpleegtijd was ruim elf maanden. In de periode 1913-1937 werden er 4000 patiënten verpleegd op kosten van Herwonnen Levenskracht. In Bilthoven werd als een markant 'r.k. Gesamtkunstwerk' een grote laagbouw-nieuwbouw ontworpen door B.J. Koldeweij en C.M. van Moorsel. Aanvankelijk werden de staf en de verpleging in handen gelegd van de zusters dominicanessen, die een slotklooster op het terrein hadden naast de centraal gelegen kapel. De geestelijke verzorging was in handen van een rector. Ten tijde van Grietje Schouten was dat de priester J. Spelbrink. Er ontwikkelde zich vanaf haar komst een hechte band tussen Grietje en de rector.
- Religie speelde in het sanatorium, dat een enclave was die los van het dorp en de parochie van Bilthoven stond, een zeer belangrijke rol. Het ziekenhuisleven werd vooral mede vorm en inhoud gegeven door de liturgische en devotionele patronen. Hoogtepunt was de jaarlijkse sacramentsprocessie die over het terrein van paviljoen naar paviljoen trok. Dat mede door de r.k. liturgie en devotie gestructureerde leven moet grote indruk hebben gemaakt op de protestantse patiënte. In de beide 'vitae' wordt aangegeven hoe er sprake moet zijn geweest van een zogenoemde eucharistische fascinatie (vgl. de sacramentsprocessie en het regelmatig op zaal uitreiken van de communie, de cultus van de eerste vrijdag van de maand e.d.). Ze kwam in overleg met haar geestelijk raadsman, rector Spelbrink, tot de keuze om katholiek te worden. Dat was overigens geen uitzondering. Het kwam vaker voor dat vooral meisjes en vrouwen zich lieten dopen of herdopen. Dat werd als een feest gevierd, met geschenken en een foto, door de gehele sanatoriumgemeenschap. Grietje Schouten werd op 6 juli 1939 herdoopt en deed de vrijdag erop haar eerste communie.
- Op 20 juli 1940 keerde ze terug naar Marken, maar zij bleef contact houden met de rector in Bilthoven. Ze werd als tertiaris opgenomen in de derde orde van St. Dominicus (vanaf 1944) en ontwikkelde gaandeweg het verlangen om in een klooster in te treden. Op 14 mei 1943 keerde ze terug naar Berg en Bosch, waar haar ziektebeeld zich ondanks operaties verergerde. Ze stierf op vrijdag 3 januari 1947 'als een heilige'.
- In de periode 1946-1950 werd er melding gemaakt van verschillende gebedsverhoringen. Haar graf trok geruime tijd mensen vanuit de regio Monnickendam, Volendam, Marken, naast met name (ex-)patiënten en staf van het sanatorium. Vooral rector Spelbrink en enkele dominicanen (daartoe aangespoord door de zusters dominicanessen?) verrichtten propagandawerkzaamheden ten bate van de verering van Grietje Schouten.
- Han Voskuil maakt in zijn dagboek melding van een bezoek aan Marken op 11 januari 1950 en spreekt daar een hervormd meisje die hij citeert: 'En dan is er nog een katholiek meisje [op Marken] dat gestorven is en heilig verklaard. Ze is in gewijde grond begraven en er komen elke zomer wel honderd kinderen voor haar deur'. Dus blijkbaar werd drie jaar na haar dood Schoutens woonhuis op Marken ook nog steeds in de vereringstopografie betrokken (naast graf en sanatorium).
- Opvallend los van en naast elkaar werden er na haar dood twee levensbeschrijvingen uitgegeven. In 1949 publiceerde de dominicaan Hensen een eerste vita. En in 1950 verscheen die van Albert Kuyle als een gezamenlijke uitgave van Herwonnen Levenskracht en het Geert Groote Genootschap met een voorwoord van rector Spelbrink. Toch bleef de devotionele weerklank sterk tot Bilthoven en Berg en Bosch beperkt, en tot de generatie patiënten uit het betrokken tijdvak. Na circa 1960 nam de belangstelling voor de figuur van Grietje Schouten en haar graf af en werd het kerkhof nog slechts incidenteel bezocht. Volgens zegslieden in de parochie nog het langst door mensen uit haar geboorteregio. 
- Oorzaken lijken hier te zijn: het wegvallen van de betrokken generatie patiënten, het verbreken van de banden van het sanatorium met de katholieke arbeidersbeweging, de omvorming in 1960 tot een Medisch Centrum waardoor geen stimulerende en coördinerende infrastructuur meer aanwezig was, en vooral ook het feit dat de belangstelling niet echt in de Bilthovense parochiegemeenschap was geworteld maar daar van buiten was ingebracht. Ook de zeer specifieke en gedateerde devotionele vorm en context spelen zeker een rol. Naast de eucharistische fascinatie moet hier ook nadrukkelijk de verhouding ten opzichte van de reformatie worden genoemd. In beide vitae klinken onverhuld missionaire klanken door, met name gericht op het bekeren van Marken. Ook was het feit dat Albert Kuyle (pseudoniem voor L.M.A. Kuitenbrouwer, 1904-1958) haar leven in 1950 wervend beschreef, geen aanbeveling. Deze was als vooraanstaand lid van de kring rondom en de redactie van het tijdschrift De Gemeenschap gaandeweg in fascistisch vaarwater geraakt, waardoor zijn rol in de culturele en kerkelijke wereld na de Tweede Wereldoorlog was uitgespeeld. 
- De enige sporen die er nu over zijn, zijn twee devotioneel gekleurde levensbeschrijvingen en haar bidprentje. Het ziekenhuis Berg en Bosch ging als Medisch Centrum Bilthoven in 1993 failliet. 
 

Materiële cultuur Devotioneel drukwerk
- 1 Bidprentje (10,5 x 7 cm) uit 1947 met op de voorzijde een kruis met de lijdensattributen van Christus en de tekst 'Die onzen dood door zijn sterven heeft vernietugd en ons leven door zijn verrijzenis heeft hersteld'. Op de achterzijde staat een korte levensbeschrijving en een oproep tot bekering aan Grietjes familie; 2 M. Hensen o.p., Grietje Schouten. Een overwinning der eucharistische genade (Zeist: Drukkerij St. Gregorius 1949; 16 p. met 1 foto, nihil obstat: Nijmegen 7 mrt. 1949 Mag. dr. B. Luyckx o.p. De licentia superiorum Nijmegen 7 mrt. 1949 L. Teeuwen o.p. prior. prov. evulgetur Den Bosch 17 mrt. 1949 F. Hendrikx, vic.gen.; als correspondentieadres wordt genoemd: Weleerw. H.J. Roemelé, Marnixkade 50, Amsterdam-C.; 0.25 ct.); 3 A. Kuyle, inleiding door J. Spelbrink, Grietje Schouten †1946. Het levensbeeld van een Marker meisje (z.p.: Herwonnen levenskracht in samenwerking met het Geert Groote Genootschap, [1950] = GGG-serie no. 671; 95 ct.) in grote lijnen volgt de levensbeschrijving hetzelfde spoor als dat van Hensen; wel is opvallend dat Hensen een paginagrote foto van Grietje heeft opgenomen terwijl Kuyle op p. 31 stelt dat er geen enkele bijzonder goede foto van Grietje Schouten bestaat.

Bronnen en literatuur

Archivalia: Bilthoven, parochiearchief.
Literatuur: [overlijdensbericht], in: Sursum Corda (1947); Michaël Hensen, Grietje Schouten. Een overwinning der eucharistische genade (Zeist: St. Gregorius, 1949); A. Kuyle, inleiding door J. Spelbrink, Grietje Schouten †1946. Het levensbeeld van een Marker meisje (z.p.: Herwonnen levenskracht in samenwerking met het Geert Groote Genootschap, [1950]); Michaël Hensen, bewerkt door H.W., 'Het uitverkoren leven. Een overwinning van de eucharistische genade', in: Tijdschrift voor Geestelijk leven (1951); F. Huygen, J. Teutenberg, ADO speelgoed (catalogus; Rotterdam: Museum Boymans-van Beuningen, 1994) daarin Voorwoord p. 1-10 algemeen over Berg en Bosch; De Biltse Grift. Tijdschrift van de Historische kring D'Oude School september nr. 4 (1993) themanr. gewijd aan Berg en Bosch; A. van Heertum, 'Berg en Bosch; het verhaal van een patient', in: De Biltse Grift. Tijdschrift van de Historische kring D'Oude School, april (1994) 12-16; Maarten Tessel (samenst.), De wondere jaren van het Marker meisje Grietje Schouten (1915-1947). Twee verhalen over een bijzonder meisje (Monnickendam; uitgave in eigen beheer in fotokopie, bevat de teksten van Kuyle en Hensen, ca. 1995?); Paul Post, ‘The pure life of Grietje Schouten (1915-1947). Rereading Mary Douglas’s Natural Symbols’, in: Marcel Poorthuis & J. Schwartz (red.), Purity and Holiness (Leiden: Brill, 1999) p. 329-351; J.J. Voskuil, Bijna een man. Dagboek deel 1, 1939-1955 (Amsterdam: Van Oorschot, 2022) p. 178.
- Voor de algemene sfeer van het sanatorium: zie de jaargangen van het tijdschrift Zonnenbloemen van Herwonnen Levenskracht en het fotoboek: M. Coppens, Mensen van Berg en Bosch (z.p. z.j.). 
Overige bronnen: KDC, BiN-dossier De Bilt.

 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.