Verering
|
Oorsprongsmirakelen - Jan van Reyghersberg noemt in zijn kroniek van 1551 twee mirakelen die de bedevaart hebben doen ontstaan: één in Vrouwenpolder en één in Middelburg. Kort na de (ver-)bouw van de parochiekerk in 1340 bemerkten godvruchtige inwoners van Vrouwenpolder dat ze 's avonds en 's nachts bij de kerk 'veel grote lichten ghesien hebben'. Het geschiedde volgens hen allemaal 'miraculoselick'. Kort daarop vond een devote dorpeling de nieuwe parochiekerk er armoedig uit zien en de parochie niet over de gelden beschikte om heiligenbeelden aan te schaffen. Hij bracht daarop een 'bardeken oft tavereelken' naar een schilder in Middelburg. Hij vroeg hem, 'meester Willem', een afbeelding van Maria op dit blank paneeltje te schilderen. Korte tijd later kreeg deze schilder bezoek van een jonge man, die hem vroeg of hij geen werk had. De schilder verzocht de jongen een afbeelding van Maria op het afgeleverde paneeltje te schilderen. Toen meester Willem tegen de middag een kijkje ging nemen was het schilderij van de Heilige Maagd af, men vond het zelfs 'volmaect'. De schildersgezel wilde echter geen geld aannemen omdat het volgens hem door niet door zijn toedoen maar door god 'by miracule volbrocht' was. Met dit veronderstelde wonder beschouwden allen het paneeltje als heilig en het werd 'met groter eeren ende revenrentien' naar de kerk van Vrouwenpolder gebracht. Die plek was immers eerder door de lichtmirakelen al 'aangewezen' als de uitverkoren plek waar Maria (haar schilderij) zou gaan verrichten. Beide verhalen vormden de basis voor het ontstaan van de bedevaart naar Vrouwenpolder.
Bedevaart - Nadat het wonderbaarlijke schilderij in de kerk van Vrouwenpolder was geplaatst, verspreidde de faam ervan zich snel. Het jaarlijkse feest was 15 augustus (Maria Tenhemelopneming), en de gehele octaafweek daaropvolgend. In die dagen trok men met het schilderij in plechtige 'ommeganc' rondom het dorp. Er was dan 'veel versochs van volcke'. Vooral na 1400 groeide Vrouwenpolder uit tot een bedevaartsoord. Mensen uit alle rangen en standen en uit alle windstreken bezochten de parochiekerk met het wonderschilderij. Zo togen omstreeks Pasen in 1416 de Duitse keizer Sigismund en graaf Willem VI van Holland en Zeeland vanuit Engeland naar Vrouwenpolder: 'Die keyser Sigismundus met grave Willem volbrochten haer bevaert die si gelooft hadden onser vrouwen inden polder en dancten God almachtich van dier beneficien ende weldaden', aldus Van Reygersbergh in zijn kroniek van Zeeland. Hij schrijft verder over Vrouwenpolder van 'die grote miraculen ende bedevaarten die dagelicx in den Polder bider Veere in Walcheren geschieden'. Toen keizer als graaf hiervan hoorden beloofden beiden 'geen vleesch te eten noch wijn te drincken eer si in den Polder haer lieder pelgrimagie ghedaen hadden.' Daarop liet god de wind aanwakkeren zodat hun stilgevallen schip binnen 24 uur op Walcheren arriveerde en zij hun bedevaart konden volvoeren. - Hertog Philips van Bourgondië bezocht Vrouwenpolder in 1427, bij welke gelegenheid hij een vetkaars van 100 pond offerde. Met name ook voor Spaanse, Portugese en Franse (Bretagne) zeelieden was het volgens de getuigenis van Van Reygersbergh uit 1551 een belangrijk heiligdom om rustig weer en een behouden thuiskomst af te smeken. Het geeft aan hoezee de faam van het heiligdom Vrouwenpolder toentertijd Europese dimensies kende. - Van Reygersbergh vermeldt tevens het verhaal van het schip 'De Admiraal' uit Veere, dat in 1524 ondanks een zware storm behouden bleef, waarop de bemanning een bedevaart naar O.L. Vrouw van den Polder maakte en een afbeelding van het schip offerde. H. van Dam neemt deze vermelding in 1680 vrijwel letterlijk over in zijn Korte bescrijvinge, maar geeft als bestemming van de bedevaart 'Onse Lieve Vrouwe in het Oude Dorp in de Polder op Preeckhil', een bestaande locatie bij Ouddorp op het eiland Goeree. Deze bedevaartplaats is uit geen enkele andere bron bekend. Van Dams toeschrijving van het wonder zal dan ook waarschijnlijk niet op waarheid berusten. - Van Reygersbergh noemt tenslotte de aanwezigheid van vele ex-voto's en een - verloren gegaan - mirakelboek waarin alle genezingen stonden opgeschreven. - Bij stormvloeden en grondvallen in 1494 zouden zowel de kerk als het schilderij verdronken zijn. Omstreeks 1500 werd de kerk van Vrouwenpolder hersteld. Het wonderbaarlijke schilderij moet toen door een nieuw vervangen zijn. De verering ging echter gewoon door. Zo zijn opgelegde (straf)bedevaarten vanuit Middelburg naar O.L. Vrouw in den Polder bekend uit 1513, 1522, 1525, 1539, 1543-1547, 1547-1552 en 1567. - De beeldenstorm van 1566 woedde niet in Vrouwenpolder, maar in 1572 werd de kerk aldaar door 'baldadige krijgers' uit Veere verwoest. Het schilderij werd voor de verwoesting echter gered uit de kerk en kwam na omzwervingen tenslotte in de 17e eeuw in bezit van de Walcherse familie Van Borssele van der Hooghe. De katholieke tak van dit geslacht vestigde zich later in Brugge. Het paneeltje werd daarbij meegenomen. Van een eventuele verdere verering in Vrouwenpolder na 1572 is niets bekend. - Het enige wat wel bekend is dat de herinnering aan het miraculeuze schilderij in de 17e en 18e eeuw niet verdween op Walcheren. Het boek de Walcherse Arakadia uit 1715 vermeldt dat tijdens een rondreis over het eiland over de geschiedenis van het schilderij wordt verhaald.
Terugkeer van het schilderij - Pas in 1926 werd het schilderij herontdekt in de collectie van de familie Van Borssele te Brugge. De vondst leidde er toe dat het op 4 juli werd meegedragen in een processie van wonderbare beelden uit Brugge en omgeving. Meer dan 300 katholieke Zeeuwen - de ontdekking was snel bekend geraakt - volgden die dag O.L. Vrouw van den Polder tijdens deze processie. - In 1931 wist de pastoor van Middelburg te bewerkstelligen dat de eigenaar van het schilderij, baron Julien van Calcoen, een nazaat van de Van Borsselens, het schilderij afstond aan de parochie te Middelburg. Op 12 december van dat jaar werd het in de kerk geplaatst. Als tegenprestatie wordt jaarlijks op de datum van de akte van schenking (14 november) een mis gelezen voor de overleden leden van de familie Calcoen. Het schilderij overleefde het bombardement van Middelburg op 17 mei 1940, waarbij de kerk aan de Noordstraat volledig werd verwoest, omdat pastoor J.A. Voorham het tijdig buiten de stad (naar Domburg) had gebracht. Op 26 mei werd het schilderij weer naar de stad teruggebracht en in de noodkerk aan de gelovigen tentoongesteld. - Op 23 April 1945, tijdens het St. Joriskampvuur, nam de Middelburgse voortrekkersstam het initatief een Zeeuwse verkennersbedevaart naar O.L. Vrouw van den Poldergroep te organiseren. Haar voorspraak werd ingeroepen voor een spoedige sluiting van de dijkgaten en het herstel van Walcheren. Dat jaar kwamen er 300 verkenners. Het was het begin van een serie van nationale verkennersbedevaarten. In 1946 kwamen er 300 verkenners uit Zeeland en 300 uit de rest van Nederland. De eerste bedevaart werd gehouden op het terrein waar later Miniatuur Walcheren werd ingericht, de tweede werd gehouden op een privéterrein in het Overbos te Oostkapelle, niet ver van Vrouwenpolder. Tot 1961 werden er in totaal rond 15 augustus, later ook in mei, zestien bedevaarten gehouden, waarbij het schilderij werd meegevoerd en geplaatst op een tijdelijk altaar. In het laatste jaar was het kampement op de ijsbaan in de Middelburg. Kwamen de verkenners uit geheel Nederland en zelfs België en Noord-Frankrijk, de bedevaarten van middenstand, arbeiders, boeren en tuinders, vrouwen- en jeugdbeweging trokken voornamelijk deelnemers van Walcheren en Zuid-Beveland. In 1947 kwam ook het boek van de jezuïet Derks over de verering uit. Het droeg bij aan verdere bekendheid van de oude verering. De auteur hoopte dat Vrouwenpolder, mede door zijn boek, nog eens als 'Genade-oord' zou worden hersteld. - In 1954, het internationale Mariajaar, was er een opleving in het bezoek aan de kapel. In het verslagboek over het Mariajaar werd speciaal vermeld dat in het voormalige Mariaheiligdom van Walcheren - Vrouwepolder - maar in feite dus Middelburg 'recati in pellegrinaggio gli Scouts Cattolici'. Diverse scouting groepen waren dus toen opnieuw naar het heiligdom op bedevaart gegaan. In de tweede helft van de vijftiger jaren verdween de belangstelling voor georganiseerde bedevaarten. Wel werd nog verschillende keren tijdens het Marialof een processie door de kerk gehouden waarin het schilderij werd meegedragen. - In de zomerperiode kende ook Vrouwenpolder een houten strandkerkje voor de katholieke vakantiegangers. Er was een kopie van het schilderij opgehangen waar kaarsen bij werden opgestoken. - Sedert 1983 worden er in de maanden mei en oktober vieringen ter ere van Maria in de kapel gehouden. Op 26 juli 1985 is het schilderij voor een oecumenische bijeenkomst in de Hervormde Kerk van Vrouwenpolder op bezoek geweest, haar plaats van herkomst. Het schilderij van Maria wordt in de 21e eeuw nog steeds vereerd. Niet meer in de zin van groepsbedevaarten en processies, maar wel tijdens (rozenkrans-)diensten in de Mariamaanden (mei en oktober) en op 15 augustus. Soms draagt de pastoor tijdens die diensten een wit kazuifel met een gaffelkruis, waarop O.L. Vrouw van den Polder in een medaillon geborduurd is. In de maanden mei en augustus en gedurende het jaar wordt de Mariakapel ook bezocht door bedevaartgangers van (ver) buiten Middelburg. Sommigen bezoeken ook de voormalige bedevaartkapel in het op enkele kilometers gelegen dorp Vrouwenpolder.
|
Bronnen en literatuur
|
Archivalia: Middelburg, parochiearchief HH. Petrus en Paulus. Voor de periode tot 1940 zijn er nauwelijks archivalia meer voorhanden, het parochiearchief is in dat jaar verloren gegaan. Veere, gemeentearchief, testament van 23 September 1539. Tekstedities: Jan van Leiden, Chronicon comitum Hollandiae et episcoporum Ultraiectensium (Frankfurt: Aubriorum & Schleichij, 1620) caput 22 Zie over het handschrift en deze editie: M. Carasso-Kok, Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen (Den Haag: Nijhoff, 1981) p. 326-328. Literatuur: J. van Reygersbergh, Dye Cronijcke van Zeelandt (Antwerpen: wed. H.P. van Middelburch, 1551) p. 119, 147, 165, 291 (hfst 35), op zijn beschrijving gaat de meeste latere literatuur terug; cfr. bronnenopgave in Kronenburg; H. van Dam, Korte beschrijvige van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede (Rotterdam: Henricus Goddaeus, 1680) p. 69; Mattheus Gargon, Walchersche arkadia etc., dl. 2 (Leiden: S. Luchtmans, 1717) p. 244-245, afbeelding van het schilderij; Isaak Tirion, Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden. Behelzende eene Beschryving van Zeeland, dl. 10 (Amsterdam: Tirion, 1753) p. 242-243; R.C.H. Römer, 'Het Wonderbeeld', in: Zeeuwsche Volks-Almanak voor het jaar 1842, p. 50 e.v.; Zelandia Illustrata, dl.1 (Middelburg 1879-1880) p. 738, beschrijving van het schilderij; Van den Horst, 'De kerken en parochiën op Walcheren [O.L. Vrouwepolder]', in: Bijdragen tot de geschiedenis van het bisdom van Haarlem 8 (1880) p. 134-143; K. Van de Woestijne, ' Het verloren Getijden-Boek van Turijn', in: Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen 2 (1904) p. 128, Vrouwenpolder in Les Heures du Duc de Berry; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, 8 dln. (Amsterdam: Bekker, 1904-1914) dl. 4, p. 119-120, 157, dl. 5, p. 492, dl. 6, p. 205-212; A. Meerkamp van Embden, 'De lotgevallen van het miraculeuze Maria-schilderij te Vrouwenpolder na de Hervorming', in: Archief van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1930, p. 196 e.v.; M. English, 'Het Mirakelbeeld van Onze-Lieve-Vrouwepolder', in: Annales de la Société d'Emulation de Bruges 74 (1931) p. 196-213; J.B., Het Miraculeuze Schilderij van O.L. Vrouw van den Polder (Leiden: E.J.J. Van der Linden, [1932]); Dirk L. Broeder, 'Onze Lieve Vrouwe van den Polder. Haar beeltenis is gered', in: Katholieke Illustratie 11 juli 1940 p. 1558-1559; 'Verkenners-bedevaart', in: De Stem 25 juni 1946; Prosper Verheyden, 'Een boekband van 'den regulieren in onser Vrowen Polder' op Walcheren - en de mirakuleuze Lievevrouw aldaar', in: Ons geestelijk erf 20 (1946) p. 151-173; K.J. Derks, 'Een boekband van 'den regulieren in onser Vrowen Polder' op Walcheren - en de mirakuleuze Lievevrouw aldaar', in: Ons geestelijk erf 20 (1946) p. 475-483; K.J. Derks, Onze Lieve Vrouw van den Polder (Middelburg 1947) hoewel enigszins gedateerd, is dit nog steeds het beste overzichtswerk; 'O.L. Vrouw van den Polder', in: Standaard van Maria 23 (1947) p. 109-110; P.J. Meertens, 'De Walcherse Arkadia', in: Archief [Zeeuws Genootschap van Wetenschappen] (1956) p. 82-100; L'Anno Mariano 1954 nell'Urbe e nell'Orbe. Cronistoria (Vaticaanstad: Tipografia Poliglotta, 1958) p. 111, vermelding scouts; Dirk L. Broeder, 'Onze Lieve Vrouw van de Polder', in: Spiegel historiael 3 (1968) p. 411-416; L. Van Wallenburg, 'Mariaverering in Zeeland', in: Hoeksteen 3, 1 (1974) p. 9-14; L.J. Abelmann, C. van Heel en H. Uil, 'Strafbedevaarten in Zeeland', in: Bulletin Werkgroep Historie en Archeologie Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen 21 (1974), p. 12-14; Stroming, uitgave van de R.K. Parochie HH. Petrus en Paulus te Middelburg 1 (1974) - heden; J. van Herwaarden, Opgelegde bedevaarten (Assen-Amsterdam: Van Gorcum, 1978) p. 296, 702, 774; Lotte Brand Philip, The Ghent Altarpiece and the Art of Jan van Eyck (Princeton: Princeton University Press, 1980) p. 223-224 en afb. 133; R.M. van Heeringen, A.M. Koldeweij en A.A.G. Gaalman, Heiligen uit de modder. In Zeeland gevonden pelgrimstekens (Utrecht-Zutphen: Walburg Pers, 1987); P.S.J. Beekhof-Koole, L.F.J. van den Hemel en J.S.M. Sies, Parochiekerk van de H.H. Petrus en Paulus te Middelburg (Middelburg 1988); A.M.J. Schutijser, De Lieve Vrouwtjes van Zeeland. Bedevaartplaatsen in Zeeland (Koudekerke: eigen beheer, 1988) p. 94-111; P. Sijnke en W. Riemens, Middelburg (Middelburg: Fanoy, 1988); P.S.J. Beekhof-Koole, 'Over pelgrimstochten en oude Zeeuwse Maria-oorden', in: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken 22/23 (zomer 1989) p. 4 e.v.; 'HH. Petrus en Pauluskerk Middelburg 1951-1991', in: Stroming, uitgave van de R.K. Parochie HH. Petrus en Paulus te Middelburg 17 (juni 1991) betreft themanummer; geschiedenis van de parochie; H.J.E. van Beuningen en A.M. Koldeweij, Heilig en profaan. 1000 laatmiddeleeuwse insignes uit de collectie H.J.E. van Beuningen (Cothen 1993) p. 228; Ad Rooms, Het Rijke Roomse Leven III. Herinneringen met weemoed en weerzin (Raamsdonksveer: Vèrse Hoeven, 2006) 40-49; Roel Diender, 'Middelburg had twee bedevaartsoorden', op webpagina 'In de buurt', 20 november 2022. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Middelburg-O.L. Vrouw van den Polder; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); KRO-radio-opname van 27 oktober 1946: in het kader van een 'Zeeuwse dag' werd O.L. Vrouw van de Polder (Middelburg) in het programma opgenomen. Documentatie over Vrouwenpolder, uit de collectie J.A. Bomans, opgenomen in BiN-dossier (acquisitie 2012).
|