Oostvoorne, H. Pancratius (Pancras) |
||
Cultusobject: | H. Pancratius (Pancras) | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 12 mei (?) | |
Periode: | 15e eeuw - 1572 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Pancratius- of burchtkapel aan het hof van de heren van Voorne | |
Adres: | - | |
Gemeente: | Westvoorne | |
Provincie: | Zuid-Holland | |
Bisdom: | Rotterdam | |
Samenvatting: | Naar St. Pancras te Oostvoorne zijn alleen opgelegde bedevaarten uit de 15e eeuw bekend. In een correctieboek uit Brielle wordt een opgelegde bedevaart naar Pancratius te Voorne vermeld. Waarschijnlijk ging de reis naar de Pancratiuskapel op de voorhof van de heren van Voorne waar een houten beeld van Pancratius alsmede vele relieken en andere bijzonderheden werden bewaard. De kapel werd kort na 1572 verwoest. | |
Auteur: | Jan van Herwaarden & Jeroen van de Ven | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De voormalige Pancratiuskapel bevond zich eertijds naast de woon- en dienstgebouwen op de voorhof van de heren van Voorne. In 1959 werden bij graafwerkzaamheden te Oostvoorne enkele rijen skeletten gevonden, zodat de locatie van de Pancratiuskapel definitief kon worden vastgesteld. Het terrein van dit voorhof is thans een weiland en is gelegen tussen het raadhuis, het restaurant Buitenlust en de gracht van de hoofdburcht en de weg. - De Pancratiuskapel bestond reeds in 1303; waarschijnlijk was ze toen nog van hout. Aan het begin van de 15e eeuw zou de kapel zijn opgetrokken in steen. In een rekening wordt de aankoop van steen en kalk vermeld en wordt ene meester Albert betaald 'van die cappelle te maetselen'. De kapel zou kort na 1572 zijn verwoest. - Het schip van de kapel was voorzien van een toren die werd gesteund door zes pilaren. Het dak van het bedehuis was waarschijnlijk reeds vóór het jaar 1373 bedekt met leien. Op de vloer van de kapel lagen (witte) plavuizen. Bij het kerkgebouw hoorde een sacristie, aangebouwd in de jaren 1375-76, en een sanctuarium waar relieken en andere kostbaarheden waren uitgesteld. Er zijn diverse rekeningen bewaard gebleven van reparaties aan de kapel (1398, 1401-03, 1531). Wellicht liep er vroeger een soort overkapping vanaf de grote kamer van de voorburcht naar de kapel (vermeldingen 1373, 1384 en 1398). In 1552 werd de kapel in opdracht van Karel V voorzien van nieuw gebrandschilderd glas 'in 't westeynde van de capelle'. - Het hoofdaltaar van de kapel op de burcht van de heren van Voorne was toegewijd aan Pancratius. - Op het eiland Voorne was ook een polder genoemd naar Pancratius, 'Pancrasgors'. |
|
Cultusobject |
- Pancratius (12 mei) was afkomstig uit Phrygië en vertrok in 304 naar Rome waar hij door paus Cornelius werd gedoopt en onderricht in de beginselen van het christelijk geloof. Pancratius werd omwille van zijn geloof rond 305 op 14-jarige leeftijd ter dood veroordeeld en onthoofd. Voor de ridders van de late middeleeuwen was Pancratius de patroon van het eens gegeven woord. Pancratius wordt gerekend tot de veertien noodhelpers. Hij werd sinds de 13e eeuw afgebeeld met zwaard en palmtak en sinds de 15e eeuw als Romeins soldaat of als ridder. - Het houten beeld van St. Pancratius van Voorne staat in een oude inventaris als volgt omschreven: 'Item daer is eenen beelde van sinte Pancraes van houte met een zilveren harnaesch met een zilveren keten om zijn hals, een zilver zwairt in zijn eene handt ende up d'ander handt een houten valcke met een zilvere huyfde'. |
|
Verering |
Bedevaart - De St. Pancrasverering is een ridderlijke verering die in Voorne mogelijk is geïnspireerd vanuit Egmond, maar ook in verband staat met Monschau (D), dat bekend was om de Pancratiusverering aldaar en dat waarschijnlijk dankzij adellijke verwantschapsbanden met het geslacht van Voorne was verbonden. - In een correctieboek van Brielle, dat loopt van 1478 tot 1634, worden vijf opgelegde bedevaarten naar Oostvoorne vermeld, alle uit het laatste kwart van de 15e eeuw: op 21 april 1481 (naar Oostvoorne), op 30 september 1483 (naar Pancratius, Oostvoorne), op 17 november 1483 (naar Pancratius, Oostvoorne en St. Laurentius te Rockanje, ⟶ Bijlage 6), op 24 januari 1484 (naar Pancratius, Oostvoorne) en op 28 november 1498 (naar Pancratius, Oostvoorne en ⟶ O.L. Vrouw te Rugge). Ofschoon het bezoek aan St. Pancratius te Voorne in dit correctieboek niet verder wordt gespecificeerd, mag worden verondersteld dat deze mensen in Voorne de Pancratiuskapel aan het hof van de heren van Voorne bezochten. Overige relieken en reliekentoning - Er bestaan enkele inventarislijsten van de Pancratiuskapel, respectievelijk opgemaakt in 1511, 1563 en 1570. De kerkschat onstond door een aantal schenkingen die in de 14e en 15e eeuw aan de kapel werden gedaan. Zo stond er een monstrans met relieken 'van den rock ons Heeren, van onssen Vrouwen haer ende hemde, met andere diversche heylichdom ende reliquien'. Er werd ook een doorn uit de kroon van Christus bewaard: twee engelen op een vergulde voet houden ieder een deel van een kristallen vat vast 'om elck eynde beslagen mit zilver ende boven beslooten mit drie torrenkens vergult, in welcke rondeelken leyt een ouden cristalle glaesken, an beyde eynden oick beslagen mit zilver, dairinne is een doerne van de croone ons Heeren'. In een kristallen vaatje werd olie bewaard van diverse heiligen alsmede van de steen waarop Christus was gemarteld. Melk van O.L. Vrouw werd bewaard in een 'cleyn cristallen vaetken in maniere van een pulleken mit een zilveren vergulden voet ende dexel, dair inne beslooten es melck van onsser Vrouwen'. Het gebeente van diverse heiligen werd in de Pancraskapel zorgvuldig bewaard: Gregorius, Gereon, Aurelius, Catharina en Cornelius. Ook kon er het H. Bloed van Christus worden aanbeden: 'Item een plat zilveren vaetken, dair inne is van ons lieffs Heeren bloede ende andere diversche reliquien'. Veel van de kostbaarheden die in de kapel werden bewaard, werden op kerkelijke feestdagen en tijdens processie aan het volk getoond. De kostbaarheden in de kapel waren eigendom van de heren van Voorne. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Den Haag, Algemeen Rijksarchief: handschriften III, afd. 774, rekeningen van de rentmeester der domeinen (Voorne); archief van de heren van Voorne, inv.nrs. 75-77. Brielle, gemeentearchief: correctieboeken, inv.nr. 10, f. 28r, 33v, 35v, 40r, 83r. Tekstedities: Acta sanctorum, Maii III (Parijs-Rome: V. Palmé, 1866) p. 17-22; J. de la Torre, 'Relatio seu descriptio', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 11 (1883) p. 58; J. Smit, 'Inventarissen van het kerkzilver der St. Pancras-kapel in het hof van Voorne, 1564 en 1570', in: Haarlemsche bijdragen 54 (1937) p. 430-443. Literatuur: H.F. van Heussen, Oudheden en gestichten van het rechte Zuid-Holland en van Schieland (Leiden: Chr. Vermey, 1719) p. 328-329; H.F. van Heussen, Kerkelijke historie en outheden der zeven Vereenigde Provincien etc., dl. 3 (Leiden: S. Luchtmans, D. Haak en J.A. Langerak, 1726) p. 597-598; C. van Alkemade en P. van der Schelling, Beschryving van stad Brielle, en van den lande van Voorn (Rotterdam: Ph. Losel, 1729) p. 13, 58-59, 170-176; H.F. van Heussen, Historia episcopatuum foederati Belgii etc. (Antwerpen: J.P. Verdussen, 1733) p. 346; R. Bakker, De Nederlandsche stad- en dorp-beschryver, dl. 6 (Amsterdam: H.A. Banse, 1798) p. 6-7; A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 8 (Gorinchem: J. Noorduyn, 1846) p. 364; R. Fruin, De rekeningen en andere stukken in 1607 uit de Hollandsche rekenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht. Het Bourgondisch-Oostenrijksche tijdvak 1433-1584 ('s-Gravenhage: M. Nijhoff, 1909) p. 279, inv.nr. 380, p. 281, inv.nr. 392; A.Z. Huisman, Die Verehrung des heiligen Pancratius in West- und Mitteleuropa (Haarlem: H.D. Tjeenk Willink en Zoon, 1938) p. 80, 85; H.J. Kok, Enige patrocinia in het middeleeuwse bisdom Utrecht (Assen: Van Gorcum en Comp., 1958) p. 140; Bibliotheca sanctorum, dl. 10 (Rome: Città Nuova, 1968) p. 82-90; A.A. Arkenbout en H. van der Graaff, 'De kapel en het kapittel van Sint Pancras op het hof te Oostvoorne', in: Holland 4 (1972) p. 240-263; J.C. Kort, Het archief van de heren van Voorne, burggraven van Zeeland 1272-1371 ('s-Gravenhage: Algemeen Rijksarchief, 1972), nr. 24, inv.nrs. 75-77; J. van Herwaarden, Opgelegde bedevaarten (Assen-Amsterdam: Van Gorcum, 1978) p. 724-725 (excurs 2); A.J.M. Schellart, Slotkapellen in Nederland (Muiderberg, 1984) p. 14 en 35; E.A. Overgaauw, Martyrologes manuscrits des anciens diocèses d'Utrecht et de Liège. Étude sur le développement et la diffusion du martyrologe d'Usuard, dl. 2 (Hilversum: Verloren, 1990) p. 732-733 (12 mei); P. Don, F. Schoorl en T. Graas, Voorne-Putten (Zwolle: Waanders, 1992) p. 127-128, 140; A.A. Arkenbout, Frank van Borselen, ca. 1400-1470. Het dagelijks leven op zijn hoven in Zeeland en het Maasmondgebied (Rotterdam: Stg. Hist. Publicaties, 1994) p. 13, 15, 19, 173-174, over de kapel en inrichting. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Oostvoorne. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |