Verering
|
- In 1933 kreeg kapelaan H. Hogeland van de parochie Ell de opdracht om ten behoeve van de dorpen Kelpen en Oler een nieuwe parochie te stichten en ter plaatse een kerk te bouwen. In dat jaar werd ook herdacht dat 500 jaar eerder de H. Liduina van Schiedam overleden was. Kapelaan Hogeland was redacteur van het Maandschrift van de aartsbroederschap van O.L. Vrouw van het H. Hart → Sittard, O.L. Vrouw van het H. Hart. In dit blad schreef hij een serie van zeven artikeltjes over Liduina’s leven en lijden. Rector Hogeland (1936-1943) was diep onder de indruk van deze heilige en hij besloot parochie en kerk onder haar bescherming te plaatsen. - De St. Liduinakerk van Kelpen-Oler werd op 14 april 1936, de feestdag van de kerkpatrones, door bisschop G. Lemmens geconsacreerd. Op 10 juli 1936 werd de meisjescongregatie opgericht en onder bescherming gesteld van O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen en de H. Liduina. Op 2 augustus van dat jaar werd de kerkelijke fanfare Sint-Liduina opgericht. - Vanaf 1936 werd elk jaar het Liduinafeest gevierd. Tot 1969 was dat op 14 april, in 1969 op 14 juni. Omdat 14 april samen kon vallen met Pasen werd het het Kelpener Liduinafeest ingesteld op dinsdag na Pasen oftewel derde Paasdag. Liduina overleed op derde Paasdag (14 april) 1433. De verering begon in 1936. Op diverse dagen werd in juni, juli en augustus 1936 tijdens missen de haar reliek ter verering aangeboden. - Het Liduinafeest werd de eerste keer gevierd op Paasdinsdag 30 maart 1937. De plechtige hoogmis werd opgedragen door pater Lactantius Engelbecht ofm uit Weert met assistentie van rector Hogeland en pastoor Scheyven van Ell. Pater Lactantius hield de feestpreek. Bisschop Lemmens kwam ’s middags naar Ell om het lof te celebreren. Daarbij werd hij geassisteerd door pastoor J. Poels van Swartbroek en deken Souren van Weert. Wederom hield pater Lactantius de feestpredicatie. Bisschop Lemmens spoorde de gelovigen aan tot offers en gebed en stelde de H. Liduina tot voorbeeld. Hij beloofde het volgende jaar terug te komen. Staande voor het beeld van de heilige bad Lemmens zevenmaal het Weesgegroet met de aanroeping ‘St. Lidwina behoudt ons geloof’. Burgemeester J. Spuisers van Grathem schreef eind 1937 in een promotieartikel over de gemeente Grathem: ‘…een stijlvolle kerk in het rectoraat Kelpen-Oler, waar Sint-Lidwina van Schiedam vereerd wordt…’ - Mgr. Lemmens was niet alleen een grote Mariavereerder, maar had ook een zwak voor de H. Liduina. Een afbeelding van deze heilige hing in zijn werkkamer. De bisschop hield woord; in 1938, 1939, 1940, 1941,1942 en 1944 kwam hij er telkens het lof opdragen. Naar aanleiding van het Liduinafeest van 1938 schreef de Nieuwe Koerier: ‘Bij gunstig weer zal de kerk weer te klein zijn om alle bezoekers te bevatten’. - In 1941 waren er, net als in voorafgaande jaren, twee franciscanen uit Weert die de feestpredicaties hielden tijdens hoogmis en lof. De vaste assistenten waren de pastoors Poels en Scheyven en deken Souren. Vanwege het feit dat de kerk in puin lag, is er waarschijnlijk in 1945 en 1946 geen Liduinafeest gevierd. Op 8 april 1947 wordt de draad weer opgepakt. ‘Het feest v.d. H. Liduina verliep dit jaar in stilte’. Bisschop Lemmens was vanwege ziekte verhinderd. Wel preekten twee franciscanen. Ook in 1948 werd het feest bescheiden gevierd en kon Lemmens niet komen. ‘Ook zonder deze uiterlijke stimulans geloof ik, dat onze goede Patrones tevreden zal zijn geweest over haar trouwe vereerders’, staat in de parochiekroniek. - Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er geen duidelijke tekenen die wijzen op bedevaartgangers, ofschoon de aanwezigheid van de populaire bisschop Lemmens – de ‘uiterlijke stimulans’ – ongetwijfeld mensen van buiten Kelpen-Oler heeft aangetrokken. De meeste inschrijvingen in het broederschapsregister bevestigen dit. Aanvankelijk kwamen de ingeschrevenen uit Kelpen en Oler, maar vanaf 1941 meer en meer uit andere plaatsen, hetgeen erop zou kunnen duiden dat toen ook al bedevaartgangers individueel hun weg naar Kelpen wisten te vinden. Pastoor W.L.A. Wagemans (1949-1955) schreef dat op Liduinadag 19 april 1949 de vroeg- en hoogmis slechts matig bezocht waren. - In 1950 beleeft de verering nieuwe impulsen. Er komt een (nieuw?) Liduinabeeld in de kerk te staan en er is voor het eerst sprake van georganiseerde groepsbedevaarten. Mgr. Lemmens celebreerde op 11 april traditiegetrouw het lof, dat door de kro als ‘ziekenlof’ uitgezonden werd in het Zonnebloemprogramma. Naast enige Latijnse gezangen werd ook het Liduinalied gezongen. Rector P.A. Dings van het Roermondse Sint-Laurentiusziekenhuis hield een toespraak. - Vanuit Roermond en Venlo waren twee autobussen met een tachtigtal vereerders naar Kelpen gekomen. De organisatie was in handen van de Midden-Limburgse afdelingen van de Nederlandse Katholieke Invalidenbond Sint Liduina. Het parochiezaaltje werd tot ‘pelgrimshuis’ omgeschapen en mgr. Lemmens bracht de pelgrims een bezoekje. Van wie het initiatief uitging om in georganiseerd verband naar Kelpen ter bedevaart te gaan, wordt nergens vermeld. Wellicht dat het pastoor Wagemans was, die, voordat hij pastoor van Kelpen-Oler werd, rector was geweest in het ziekenhuis van Venlo. Op Beloken Pasen 1951 was het getal der zieken en invaliden die uit de omgeving Roermond en Venlo kwamen opgelopen tot circa honderd. Het programma bestond uit een hoogmis om tien uur ’s morgens met aansluitend een koffietafel. Om één uur werd een film vertoond en om vier uur ‘s middags vond de ziekenzegening door mgr. Lemmens en het lof plaats. De dominicaan Brocardus Meyer hield de feestpredicatie. In 1952 kwam de Liduinabond op 20 juni naar Kelpen. Het Limburgs Dagblad schreef bij die gelegenheid dat Kelpen een bedevaartplaats was. - In 1953 schreef pastoor Wagemans in de parochiekroniek dat er tijdens het Liduinafeest op derde Paasdag: ‘Heel wat meer belangstelling dan eerder…’ was. De invaliden waren er echter toen niet. De St. Liduinabond kwam dat jaar op 16 augustus met drie bussen met leden uit Horst, Maasbree, Venlo, Tegelen en Steyl naar Kelpen. Zij arriveerden om 10 uur ’s morgens en bleven de gehele dag. Mgr. Lemmens celebreerde het lof, maar lichamelijk te zwak om de zieken met het Allerheiligste te zegenen. Er was een koffietafel en de Liduinafanfare en de zangvereniging gaven serenades. - In 1954 wordt niet geschreven over de pelgrims van de Liduinabond. Wel kwamen op 27 april circa 35 ziekenverpleegsters van de Liduinabond naar de kerk van Kelpen. In 1955 was bisschop Lemmens traditiegetrouw op de Liduinadag in Kelpen, maar de invaliden kwamen ook toen in augustus van dat jaar. Op 28 augustus kwam de Liduinabond wederom met ongeveer 100 zieken en invaliden uit de omgeving van Horst, Roermond, Venlo en Weert naar Kelpen. Hulpbisschop Hanssen droeg een pontificaal lof op. - Na 1955 is de parochiekroniek niet meer bijgehouden. Steekproeven in de Maas en Roerbode uit de jaren na 1955 heeft geen gegevens opgeleverd. Zegslieden uit Kelpen gaven aan dat medio jaren vijftig de (georganiseerde) bedevaarten gestopt zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat er buiten de feestdagen van Liduina bedevaartgangers naar Kelpen togen. Er was aan de feestdag ook geen noveen of octaaf verbonden. - Tijdens het pastoraat van Stijnen (1978-1986) zat begin jaren tachtig de kerk opeens stampvol tijdens het Liduinafeest. Het waren vooral zieken die de mis bezochten. Overal stonden bloemen en er werden balken met spijkers neergezet die als alternatieve kaarsenhouders fungeerden. Er werden heel veel kaarsen gebrand. De toeloop hing direct samen met de ‘praktijk’ van Huub van Ham (1933-1990) die een supermarkt uitbaatte in de Kelperhoeve gelegen aan de Heideweg, maar die ook een praktijk onderhield als gebedsgenezer / pijnafbidder. Hij maakte de Liduinaviering bekend bij diegenen die zijn hulp zochten. Deze vieringen vonden overigens niet plaats op de feestdag van Liduina. Onder Stijnens opvolger pastoor Leën gingen deze drukbezochte vieringen door. Beide pastoors verleenden hun medewerking en droegen de mis op. Naar verluidt, zijn er vijf van dit soort vieringen geweest. Na Van Hams overlijden stopte de toeloop naar de Liduinakerk. De afdeling Kelpen van de Zonnebloem brengt/bracht jaarlijks de zieken naar de Liduinakerk voor een mis, tijdens welke ook het Liduinalied gezongen werd. Daarna werd er gezamenlijk koffie gedronken. - Sedert ongeveer 2014 wordt op of nabij de 14de juni een openluchtmis gevierd ter ere van St. Liduina. Deze vindt telkens bij een andere boerderij in Kelpen-Oler plaats. Voorganger is pastoor Marcus Vankan van het parochiecluster Heythuysen. De meeste misbezoekers komen uit het eigen dorp, maar omdat Kelpen-Oler deel uitmaakt van het parochiecluster nemen ook personen uit andere dorpen/parochies deel. Broederschap - Rector Hogeland richtte in 1936 een Liduinabroederschap op. Vicaris-generaal dr. G. Bauduin keurde op 22 juli van dat jaar de statuten goed. Het doel van de broederschap was ‘vereering der H. Liduina, bizonder als Hulp bij pijnlijke ziekten en voor kraamvrouwen en Troosteres bij zieleleed’. De middelen om tot doel te komen was het dagelijkse gebed, de heilige missen en gebeden in de Liduinakerk en de stoffelijke bijdragen van de leden tot het laten lezen van missen en de ondersteuning van de kerk. De leden verplichten zich dagelijks drie Weesgegroeten te bidden en driemaal de aanroeping ‘Mijn Jezus barmhartigheid H. Liduina bidt voor ons’. De leden dienden ook jaarlijks 25 cent te betalen. Men kon echter ook lid voor het leven worden door eenmalig vijf gulden te betalen. De priesterleden baden niet de Weesgegroeten maar verplichten zich tijdens hun dagelijkse mis de ‘Gedachtenis der levenden’ te bidden voor de zieken. De leden hadden deel aan de missen en gebeden in de Liduinakerk, die bijzonder elke dinsdag opgedragen werden. - De ledenlijst opent met rector Hogeland, gevolgd door bisschop Lemmens, bisdomsecretaris Leo Moonen, de president van het grootseminarie Frans Feron en een aantal kapelaans en pastoors: August Tijssen, kapelaan te Stramproy, Jean Scheijven pastoor van Ell, Jos Poels/Pouls pastoor te Venlo en Jan Aelen pastoor van Eersel (N.Br.). Tussen juli 1936 en 1949 werden 916 personen ingeschreven. De meeste leden, zeker in de beginjaren, waren afkomstig uit Kelpen en Oler. In 1941 werd een vrij grote groep uit Weert ingeschreven. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de inschrijvingen uit een grotere regio, met name Noord en Midden-Limburg. Zuid-Limburg, Belgisch-Limburg, Noord-Brabant en andere plaatsen in Nederland en zelf de Verenigde Staten zijn aan te treffen: Altweert, Amsterdam, Baexem, Beek, Beek en Donk, Blitterswijk, Borkel en Schaft, Boxmeer, Breda, Buggenum, Bunde, Deventer, Echt, Eindhoven, Ell, Gennep, Haarlem, Heythuysen, Horn, Hunsel, Ittervoort, Leveroy, Loosbroek, Lutterade, Maaseik (B), Maasniel, Meijel, Meterik, Mierlo, Moolenbeersel (B), Nederweert, Ohe en Laak, Ospel, Pey, Putbroek, Roermond, Rotterdam, Sittard, Someren, Stevensweert, Susteren, Swartbroek, Tungelroy, Ulvenhout, Verona (New Jersey, VS), Vlodrop, Voerendaal, Weert, Woerden, Zwartberg (B) Devotioneel drukwerk - Liduinalied. Koster Sevens uit Tungelroy schreef in de jaren vijftig een Liduinalied; het wordt anno 2019 nog altijd gezongen en gespeeld door de fanfare.
|
Bronnen en literatuur
|
Archieven: Parochiearchief H. Liduina Kelpen-Oler: register Broederschap H. Liduina; Memoriale Parochiae. Literatuur: H. Hogeland, ‘Sinte Liduina. Bij haar vijfde eeuwfeest’, Maandschrift van de aartsbroederschap van O.L. Vrouw van het H. Hart, 65 (1933) 98-102, 161-166, 235-239, 265-270, 300-304, 327-331, 359-364; Limburger Koerier, 27 juni, 4 juli, 11 juli, 29 augustus 1936 [vermeldingen reliekverering]; ‘St. Liduinafeest’, Nieuwe Koerier, 27 maart 1937, p. 3; ‘St. Lidwinafeest mgr. Lemmens aanwezig’, Nieuwe Koerier, 31-3-1937; Nieuwe Koerier, 16 april 1938; A. van Rijswijck, De verwoeste kerken van Limburg (Maaseik/Roermond: J. Romen en Zn, 1946); ‘Invaliden pelgrimeren naar Kelpen-Oler. Sinte Liduina heeft ook in Limburg haar heiligdom’, Maas en Roerbode, 24 maart 1951; Limburgs Dagblad, 20 juni1952; P. Roost, Een gouden kerkgemeenschap. 50 jaar kerk in Kelpen-Oler 1936-1986 (Kelpen-Oler: Actiecomité 50 jaar kerk Kelpen-Oler, 1987); R. Stenvert e.a., Monumenten in Nederland. Limburg (Zeist/Zwolle: Rijksdienst voor de Monumentenzorg/Waanders Uitgevers, 2003) 126. Overigen bronnen: KDC BiN-dossier Kelpen; website www.kerkgebouwen-in-limburg.nl (geraadpleegd 19 augustus 2019); Catharijneconvent database. Mondelinge informatie van de heren T.W. Schmitz, J.L.M. Smolenaars en Chr. Corsten en van mevrouw H. Geraets-Mooren uit Kelpen in 2019; documentatie van mevrouw H. Geraets-Mooren.
|