Oirschot, O.L. Vrouw, Moeder der Smarten |
||
Gediskwalificeerd: | ja | |
---|---|---|
Cultusobject: | O.L. Vrouw, Moeder der Smarten |
![]() |
Datum: | ||
Periode: | 20e - 21e eeuw | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | grot | |
Adres: | ||
Gemeente: | Oirschot | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
In het parkachtige bos gelegen rondom de kapel van de Heilige Eik in Oirschot bevindt zich een grot met daarin een beeld van Maria met haar dode zoon op schoot, O.L. Vrouw Moeder der Smarten. De kapel is gebouwd in 1911. De Katholieke Illustratie publiceerde op 8 juli 1925 een foto van de grotkapel met een bankje ervoor en biddende mensen. In het onderschrift wordt vermeld dat Oirschot een bedevaartplaats is en de grot veelbezocht. In 2024 staat de grotkapel er nog steeds. Het bankje is verdwenen en de grot is afgesloten met een hek. Er is geen sprake van een bedevaart bij de grotkapel. |
|
Auteur: | Ottie Thiers? ; Marga Pauwels | |
Illustraties: | ||
Topografie |
. In de loop van de 16e eeuw heeft men ter plaatse een houten kapelletje neergezet, dat echter in de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog werd verwoest. Het beeld werd echter in veiligheid gebracht, eerst in de Sint-Petruskerk te Oirschot en later in 's-Hertogenbosch. Toch bleven de mensen deze plaats bezoeken. Er werd een bakstenen gebouwtje opgetrokken dat echter te klein was voor een altaar en ook de grote toeloop niet aankon. Daarna schonk de kanunnik Johannes Daems van Nuenen, nadat hij op wonderbaarlijke wijze genezen was, geld waarvan in 1606 een groter gebouwtje werd neergezet. Dit is in 1649 op last van de Staten-Generaal afgebroken, waarbij ook de eik werd omgehakt. Nog altijd echter kon men door het bidden van drij Pater nosters en drij Ave Maria voor dit beelt een aflaet van veertig daegh bekomen. Er werd zelfs regelmatig een noodkapel gebouwd van stro en plaggen. De noodkapel is beschreven en geschetst door Hendrik Verhees en ook dominee Stephanus Hanewinkel memoreerde deze, geheel in zijn stijl, als bijgelovige heiligenverering. |
|
Cultusobject |
- De legende die omstreeks 1610 opgetekend is door Petrus Vladeraccus, een toenmalig katholiek geloofsijveraar, vertelt het verhaal dat een paar herders 'twee eeuwen voordien' (dus begin 15e eeuw) een Mariabeeldje op de oever van de Beerze vonden en dit in een eik plaatsten, waarna ze in aanbidding neervielen. Bewoners van Middelbeers namen het beeld mee en plaatsten het in hun kerk, maar de volgende ochtend was het beeld tot verbazing van de bewoners weer op de oorspronkelijke plaats in de eik aanwezig. Daarna kwamen de inwoners van Oirschot naar de eik om het beeld daar te vereren, en er waren bij de eerste bezoekers al diverse mensen die op wonderbaarlijke wijze van hun koortsen genazen.
|
|
Verering |
- Jaarlijks werd er een bedevaart georganiseerd waaraan ook een priester en een acoliet deelnamen die in een boerenkar erheen werden gereden. Deze namen het miraculeuze beeldje met zich mee naar de Heilige Eik. Er volgde dan een Mis die door velen werd bijgewoond. |
|
Bronnen en literatuur |
Literatuur: 'Oirschot als bedevaartplaats. De veelbezochte grot der Moeder van smarten', in: Katholieke Illustratie 59 (8 juli 1925) nr. 41, p. 515. |
|
Laatste mutatie | 19-05-2025 | |
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |