- Na de dood van Cornelius verspreidde zijn verering zich snel over heel Europa. Hij wordt en werd het meest vereerd in Vlaanderen en in Nederland in Limburg en Brabant. In Roermond was dat al vanaf de Middeleeuwen. Dit had vooral te maken met de nabijheid van het benedictijnenklooster te Kornelimünster bij Aken, een belangrijk centrum van Corneliusverering waar ook relieken van de heilige bewaard worden. - In 1400 stichtten een aantal inwoners van Roermond een Broederschap van de H. Paus en Martelaar Cornelius. Zij begonnen met de bouw van een kapel ter ere van de heilige. Door geldgebrek moesten zij deze overdragen aan de Kruisheren van Hoei, die er een klooster bijbouwden. In het begin heette dit Kruisherenklooster dan ook St. Cornelisklooster. Wat later werd er ook nog gesproken over "de put achter St. Cornelis" (de Sint Cornelisput) en van een "Cornelistoren". - Putbeelden zijn de beelden van heiligen waaraan in het katholieke Roermond de waterput ter plaatse was opgedragen. De putten waren van algemeen belang voor de bevolking: om te wassen, te koken, bier te brouwen (aangezien het geen drinkwater was) en als bluswater. Ze waren van levensbelang, werden dagelijks gebruikt en waren mede daardoor ook ontmoetingsplaatsen. De sociale functie van een put was zo belangrijk dat die heden ten dage nóg bestaan maar dan meer als een soort gezelligheidsverenigingen die regelmatig gezamenlijk gezellige dingen doen, zoals gezellige avonden, een Sint Nicolaas-feest voor de kinderen van de put, Kerstbijeenkomsten, carnaval etc. Een heilige werd daarom aangeroepen om de put te beschermen: de beschermheilige. De heiligen werden vereeuwigd met een beeld bij de put. Deze beelden werden veelal in een nis geplaatst in een muur nabij de waterplaats. Wanneer een put ruimte maakte voor een (modernere) pomp, verhuisden soms de beelden naar de bovenkant van de pomp. Bij een aantal putten zijn de originele heiligenbeelden in de loop der tijd vervangen door Mariabeelden. - De oorspronkelijke Cornelisput is voor 1949 ter ziele gegaan maar inmiddels was er een nieuwe Corneliusput ontstaan in een deel van Roermond dat bekend staat als het Katoenen Dorp. Na het gouden huwelijksfeest van Cornelius Rummens in 1906 bleef er geld over. Rummens besloot met dat geld de blijvende wijkvereniging "De St. Corneliusput" op te richten, met de H. Cornelius als beschermheilige. De beeldhouwer Hein Maessen (1871-1959) maakte rond 1910 in het atelier van Pierre Cuypers een nieuw beeld van de putheilige. Het werd geplaatst tegen het gevel van het woonhuis van Cornelius Rummens. Het beeld was dus geen traditioneel putbeeld gekoppeld aan een put of watervoorziening, maar een zogenaamd verenigingsbeeld. Ook de fanfare die in 1917 opgericht werd op de nieuwe put, koos de heilige tot haar patroon. Het pand met het gevelbeeld heeft als adres Dr. Leurszijstraat 20 en was kennelijk tevens café, eerst café Heijnders, nu café Braam. Na de Tweede Wereldoorlog werd het beeld opgeknapt en in processie naar de Noodkerk gedragen. Rond 2022 werd café Braam door de actie van buurtgenoten van de slopershamer gered. Tegen de gevel staat nog steeds het beeld van St. Cornelius. - Halverwege de Mariagardestraat is nog een Corneliusput. Daar staat in een nis een beeld van Maria met kind.
|