Roermond, Martelaren van Roermond

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: Martelaren van Roermond Open Street Maps
Datum:
Periode: 16e - 21e eeuw
Religieuze context: Christelijk
Locatie: kloosterkerk van het kartuizerklooster, sinds 1841 Caroluskapel geheten
Adres: Swalmerstraat 100, 6041 CZ Roermond
Gemeente: Roermond
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

Bij de verovering van Roermond door de soldaten van Willem van Oranje in 1572 kwam het vanuit frustratie over het gebrek aan buit tot moordpartijen op geestelijken. In het kartuizerklooster werden de secretaris van de bisschop en twaalf monniken op soms gruwelijke wijze vermoord. Deze gebeurtenis werd bekend door drukpers, prenten en schilderijen en wekte grote verontwaardiging in katholiek Europa. De herinnering aan de martelaren van Roermond werd vooral in de kartuizerorde levend gehouden. De relieken van de martelaren worden bewaard in de kloosterkerk. Er was geen sprake van een bedevaart. 

Auteur: Peter Nissen ; Marga Pauwels
Illustraties:
Topografie

- Het kartuizerklooster O.L. Vrouwe van Bethlehem in Roermond bestond van 1376 tot 1783. De gebouwen waren gelegen op de hoek van de huidige Swalmerstraat en Bethlehemstraat. Van het voormalige klooster is een aantal gebouwen tot op heden behouden.
- Het kartuizerklooster in Roermond vindt zijn oorsprong in de pelgrimsreis die Werner, heer van Swalmen, in 1368 heeft gemaakt naar het Heilige Land. Volgens een gedane belofte stichtte hij na terugkeer in 1370 in Roermond een devotiekapel gewijd aan O.L. Vrouw van Bethlehem. Daarna kwam hij in contact met de kartuizerorde die een nieuw klooster in Gelre wilde bouwen. In 1376 stichtte Werner van Swalmen een kartuizerklooster ofwel kartuis op het terrein naast de kapel. Bethlehemkapel en kartuizerklooster waren met elkaar verbonden: de monniken kwamen dagelijks in de kapel bidden. In 1392 bepaalde het generaal kapittel van de orde dat de kloosterlingen uit hun midden een priester mochten aanwijzen om in de kapel missen op te dragen voor de inwoners van Roermond. Dit was een uitzondering op de leefregel van de kartuizers die een strikte afzondering van de wereld voorschreef. Het doel van de orde was contemplatie en toewijding aan God. De monniken leefden grotendeels in stilte en woonden ieder voor zich in een cel ofwel kluis (een klein huisje). Om in hun levensonderhoud te voorzien beoefenden ze verschillende ambachten zoals het overschrijven van boeken en het vervaardigen van rozenkransen uit beenderen. Door de giften van rijke burgers en opbrengsten uit landbezit elders werd het klooster een van de rijkste van de stad. In de 15e eeuw woonde de theoloog en schrijver Dionysius de Kartuizer in dit klooster. 
- Behalve de cellen waren er een kapittelzaal en een refter in het klooster. In de 15e eeuw werd de kloosterkerk gebouwd. De kerk heeft een 18e-eeuws rococoplafond, wat uniek is in Nederland. Ook in de 18e eeuw werd een kloostergang gebouwd. Het klooster beschikte over een kloostertuin. 
- Het kartuizerklooster werd in 1783 opgeheven door keizer Jozef II, die contemplatieve orden verbood. De gebouwen werden daarna voor meerdere andere doelen gebruikt, waaronder als grootseminarie van het bisdom Roermond in de periode 1841-1968. Vanaf dat moment werd de kloosterkerk Caroluskapel genoemd naar de H. Carolus Borromeüs, die zich in de 16e eeuw had ingezet voor een goede opleiding van priesters. In 1968 verhuisde het seminarie naar Heerlen. De cellen en de Bethlehemkapel zijn gesloopt, de Caroluskapel, kapittelzaal, refter en kloostergang zijn er nog. Het hele complex is een rijksmonument. Momenteel (2024) doet de Caroluskapel dienst als kerk en zijn in de voormalige kloostergebouwen een appartementencomplex en kantoren van het bisdom Roermond gevestigd.

Cultusobject

- Tijdens de opstand tegen Spanje viel Willem van Oranje in 1572 met ongeveer twintigduizend huurlingen uit het Rijnland het zuiden van de Nederlanden binnen. Hij nam enkele steden in en verscheen op 22 juli voor de poorten van Roermond. De volgende morgen reeds kon zijn leger de stad betreden, mede omdat enkele medestanders in Roermond de poorten van binnenuit hadden geopend. De soldaten van het prinselijke leger hadden al enige tijd geen soldij meer ontvangen. Omdat de stad zich niet vrijwillig had overgegeven, was het krijgsrecht van toepassing: de soldaten mochten zelf hun buit vergaren. In de verwachting daar veel schatten te vinden, trokken ze naar de kerken en kloosters. In het Sint-Hiëronymusklooster was het verblijf van de bisschop van Roermond, Lindanus. De bisschop zelf had Roermond al eerder verlaten. Zijn kostbare bibliotheek werd geplunderd. Maar verder bleken er geen kostbaarheden in de kloosters aanwezig te zijn. Toen de soldaten geen buit vonden, keerden ze zich in razernij tegen de bewoners van de kloosters. Geestelijken uit verschillende kloosters werden op soms gruwelijke wijze vermoord.
- De secretaris van Lindanus, Paulus van Waelwijck, was gevlucht naar het kartuizerklooster. Nog steeds op zoek naar goud en geld kwamen de soldaten ook daar. De prior van het klooster, Joachim van Tongerloo, werd als gijzelaar gevangengenomen. Vier andere monniken werden vrijgekocht of op voorspraak van vrienden vrijgelaten. Minstens twaalf kartuizers echter werden op verschillende wijzen vermoord. De schedel van Paulus van Waelwijck werd met bijlen doorkliefd en zijn lichaam werd na zijn dood verminkt.  
- De twaalf gedode monniken uit het kartuizerklooster waren: Stefanus van Roermond, portier; Albertus van Winsen, belastingambtenaar; Johannes van Sittard, bakker; Erasmus van Maastricht, priester; Matthias van Keulen, priester; Henricus Wellen, diaken; Johannes van Luik, priester; Johannes Leeuwis, priester; Johannes Gressenich, diaken; Severus van Koblenz, priester en gast; Wilhelmus Wellen, priester en procurator; Vincentius van Herck, priester en koster. Paulus van Waelwijck, priester en secretaris van de bisschop van Roermond, kwam eveneens in het klooster om.
- Na de inname van Roermond verliet Willem van Oranje, die in dezelfde periode benoemd was tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, het zuiden om in Enkhuizen leiding te gaan geven aan de opstand in Holland en Zeeland. De krijgskansen in het zuiden waren gekeerd in het voordeel van de hertog van Alva. Op 12 oktober 1572 namen de Spanjaarden Roermond weer in bezit. Roermond bleef behoren tot de Zuidelijke en later de Oostenrijkse Nederlanden. 
- Volgens een Spaanse agent zou een meerderheid van de bevolking van Roermond in 1572 op de hand van de 'geuzen' zijn geweest. Later getuigde Willem van Oranje dat de inname van Roermond slechts aan drie of vier burgers van de stad het leven had gekost. Het brute optreden van zijn soldaten was wel aanleiding voor hem om op 23 augustus 1572 een instructie tegen de 'insolentie' (brutaliteit of onbeschaamdheid) van het krijgsvolk uit te vaardigen.

Verering

- De moord op de dertien geestelijken in het kartuizerklooster werd via drukwerk bekend. De meest uitgebreide beschrijving is van de kartuizer Arnold Havens, die in 1601 naar Roermond kwam om de geschiedenis van de 'martelaren' ter plekke en met behulp van twee ooggetuigen te onderzoeken. Zijn werk verscheen in het Latijn in 1608 in Gent. De Roermondse kartuizer Michael Uwens maakte een Nederlandse vertaling, die in 1649 verscheen bij de Roermondse drukker Caspar du Pree. De publiciteit maakte veel verontwaardiging los in katholiek Europa. De martelaren van Roermond waren in hun tijd bekender dan de Martelaren van Gorkum, die eveneens in 1572 zijn vermoord. Er werden ook schilderijen en prenten gemaakt en verspreid met afbeeldingen van hun marteldood.
- In 1640 werden de beenderen van de kartuizers uit het priesterkoor van de kloosterkerk opgegraven en voortaan als relieken in een aparte kist bewaard. Met name in kartuizerkloosters hield men de herinnering aan de gebeurtenissen levend. Er was geen sprake van een bedevaart.
-  De martelaren van Roermond zijn nooit zalig of heilig verklaard. Dat is deels het gevolg van gebrek aan initiatieven vanuit Roermond of de kartuizerorde. De kartuizerorde had als regel Cartusia sanctos facit sed non patefacit: de kartuis maakt heiligen, maar maakt ze niet openlijk bekend. Pas in de 19e eeuw waren er enkele vruchteloze pogingen tot zaligverklaring. Een ander deel van de verklaring is dat de geestelijken in het kartuizerklooster niet primair zijn gestorven omwille van hun geloof, maar als gevolg van roofzucht en razernij, door daden van bruut oorlogsgeweld. De meeste huurlingen uit het Rijnland zullen katholiek zijn geweest.
- De relieken van de martelaren worden nu bewaard in een muurkast in de Caroluskapel. Op zaterdag 23 juli 2022 is herdacht dat op die dag 450 jaar geleden de 'Martelaren van Roermond' werden vermoord. De herdenking vond plaats met een eucharistieviering, een kleine processie met de relieken en een symposium. Tot eind oktober was in de kapel een expositie over de moord te zien.

Bronnen en literatuur

Literatuur: Peter Nissen, met medewerking van Hein van der Bruggen, Roermond. Biografie van een stad en haar bewoners (Hilversum: Verloren, 2014) p. 114-116, 172-178.
Websites:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kartuizerklooster_Bethlehem;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Martelaren_van_Roermond;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kartuizers;
https://bisdom-roermond.nl/historie-caroluskapel;
https://www.flickr.com/photos/bisdomroermond/albums/72177720300752710/.
Geraadpleegd op 26 november en 3 december 2024.
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Roermond-martelaren.

Laatste mutatie 14-07-2025
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.