Breda, H. Blasius |
||
Cultusobject: | H. Blasius | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 3 februari (+ weekend erna) | |
Periode: | Ca. 1836 - 1998 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Catharinakerk op het Begijnhof | |
Adres: | Catharinastraat 43bis, 4811 XE Breda | |
Gemeente: | Breda | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | Breda | |
Samenvatting: |
Met zekerheid vanaf 1836, misschien zelfs al vanaf de 17e of 18e eeuw, wordt in de St. Catharinakerk op het Bredase Begijnhof de H. Blasius vereerd. Mensen uit Breda en omgeving komen op de feestdag zelf en op de zondag erna naar deze kerk om er een aflaat te verdienen en de Blasiuszegen te ontvangen. Met het vertrek van een pastoor hield de cultus in 1998 op. |
|
Auteur: | Joop M.F. IJsseling; bew. Peter Jan Margry | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Het Bredase Begijnhof is gelegen aan de noordzijde van het middeleeuwse centrum van Breda. Na te zijn gesticht in 1240 kreeg het in of voor 1291 de beschikking over een eigen kerk. Deze was oorspronkelijk, evenals het Begijnhof zelf, toegewijd aan St. Catharina van Alexandrië. Aanvankelijk lag het Begijnhof dichterbij het kasteel van Breda. In 1535 verhuisden de begijnen naar de plaats waar het Begijnhof nog steeds is gelegen. Ze kregen de beschikking over de 15e-eeuwse St. Wendelinuskapel. Zij hebben vervolgens tevergeefs geprobeerd daarvan een St. Catharinakerk te maken. |
|
Cultusobject |
- De H. Blasius is slechts bekend door legenden. Hij zou bisschop geweest zijn van Sebaste in Armenië in de 3e of 4e eeuw. Zelfs wat betreft het jaar waarin hij als martelaar stierf, lopen de bronnen uiteen. Misschien is zijn verering tijdens de kruistochten naar West-Europa gekomen. Vooral bekend is het verhaal dat hij kort voor zijn marteldood een jongetje genas dat door een visgraat in zijn keel dreigde te stikken. Hij had het de handen opgelegd en daarbij gebeden dat niet alleen dit kind maar ieder die in vergelijkbare omstandigheden zou verkeren en Blasius zou aanroepen, genezen mocht worden. Het gebruik van de Blasiuszegen ontstond waarschijnlijk na 1600. Verwijzend naar de legende is deze zegen vooral bedoeld ter voorkoming van keelaandoeningen. Hij wordt gegeven met twee speciaal gewijde kaarsen die door de priester gekruist onder de kin worden gehouden. De Blasiusverering kwam in de 19e eeuw op in verschillende Noord-Brabantse parochies en leidde in een aantal gevallen tot het ontstaan van bedevaarten: ⟶ Engelen, ⟶ Rucphen, ⟶ Stuivezand en ⟶ Woensdrecht. |
|
Verering |
- Van twee vroegere pastoors van het Begijnhof is bekend dat zij extra werk hebben gemaakt van de verering van de H. Blasius. De eerste was Willem van Zon, in 1823 tot assistent benoemd van pastoor Bernardus van Bergen, die hij in 1825 zou opgevolgen. Hij bleef pastoor van het Begijnhof tot zijn dood in 1859. Pastoor Van Zon was ook de bouwheer van het in de jaren 1836-1838 gebouwde waterstaatskerkje. Uit 1836 dateert ook de oudste bewaard gebleven aflaatbrief waarbij onder de gewone voorwaarden van biecht, communie en gebed een volle aflaat werd verleend aan ieder die gedurende het Blasiusoctaaf de kerk bezocht. Het ontvangen van de zegen wordt daarin overigens niet genoemd. |
|
Materiële cultuur |
Devotioneel drukwerk - Litanieën: 1 vouwblaadje 'Litanie van den heiligen Blasius [...] bizonder vereerd op het Beggijnhof te Breda' (12,5 x 7,8 cm; 4 p.; impr. J.M. van Oers, vicaris-generaal, Breda 24 febr. 1926), coll. D. Gooren; 2 vouwblaadje 'Litanie van den heiligen Blasius [...] bijzonder vereerd op het Begijnhof te Breda' (12 x 8 cm; 4 p.; impr. J.M. van Oers, vicaris-generaal, Breda 10 febr. 1942). - Devotieprentjes: het Breda's Museum bezit een aantal prentjes van de H. Blasius, die echter zeer waarschijnlijk niet in verband staan tot de verering van de heilige in de Begijnhofkerk. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Breda, archief van het Begijnhof, inv. nrs. 84, aflaatbrieven 1836 en 1886; inv.nrs. 91 en 94, zegeningsformulieren voor water, ca. 1840 en 1908 en 421 en 422, stukken voor de oprichting en bouw van de waterstaatskerk, 1836-1838. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |